Governance Code Cultuur: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Theo Oppewal (overleg | bijdragen)
k +Code +Corporate Governance Code
opmaak: hierarchie
Regel 21: Regel 21:
De minister acht het voor instellingen van belang is dat zij zich aansluiten bij een brancheorganisatie die hen ondersteunt op het gebied van professionalisering, cultural governance en goed werkgeverschap. Als het gaat om een heldere rolverdeling is verder het [[Nederlands kabinet|kabinet]] verantwoordelijk voor de landelijke basisinfrastructuur, inclusief goede ondersteuning; en de [[Raad voor Cultuur]] adviseert het kabinet en Kamer op strategisch beleidsniveau en beoordeelt subsidieaanvragen voor de basisinfrastructuur.<ref>(2007) [http://www.minocw.nl/documenten/21751a.pdf Kunst van Leven - Hoofdlijnen Cultuurbeleid], pg. 25</ref>
De minister acht het voor instellingen van belang is dat zij zich aansluiten bij een brancheorganisatie die hen ondersteunt op het gebied van professionalisering, cultural governance en goed werkgeverschap. Als het gaat om een heldere rolverdeling is verder het [[Nederlands kabinet|kabinet]] verantwoordelijk voor de landelijke basisinfrastructuur, inclusief goede ondersteuning; en de [[Raad voor Cultuur]] adviseert het kabinet en Kamer op strategisch beleidsniveau en beoordeelt subsidieaanvragen voor de basisinfrastructuur.<ref>(2007) [http://www.minocw.nl/documenten/21751a.pdf Kunst van Leven - Hoofdlijnen Cultuurbeleid], pg. 25</ref>


{{appendix|Bronnen en links|2=
{{appendix||2=
==Bronnen en links==
=== Bronnen ===
=== Bronnen ===
<references/>
<references/>

Versie van 30 nov 2009 13:58

De Code Cultural Governance geeft richtlijnen voor goed, verantwoord en transparant bestuur van en door culturele instellingen en richtlijnen voor toezicht daarop. De code heeft betrekking op de Nederlandse gesubsidieerde culturele instellingen.

De code wint aan belang bij professionalisering en verzakelijking van de culturele sector. Toepassing ervan zorgt voor onderscheid tussen taken en bevoegdheden van directie, bestuur of raad van toezicht. Naast de bestuurders en toezichthouders die baat hebben bij cultural governance, hebben ook betrokkenen zoals onder andere overheden, fondsen en sponsors er profijt bij: een goed functionerend bestuur of raad van toezicht draagt namelijk bij aan betere resultaten.

Uitgangspunten

Voormalig staatssecretaris van Cultuur, Medy van der Laan gaf aan dat ze zich voor de bedrijfsmatigheidstoets van gesubsidieerde culturele instellingen laat leiden door de Code. Met deze toets wordt bekeken of een instelling die voor subsidie in aanmerking wil komen aannemelijk maakt dat de voorgestelde activiteiten daadwerkelijk en binnen haar begroting kunnen worden uitgevoerd.

Voor de toepassing van de code ligt de focust op expertisebevordering binnen de culturele sector en op de rol van de brancheverenigingen. Ze stelt: "Meer eigen verantwoordelijkheid voor instellingen stelt hogere eisen aan de professionaliteit van instellingen en van de sector als bedrijfstak." De minister is verantwoordelijk voor een goede en gerichte controle op de besteding van de verstrekte subsidiegelden, maar zaken als beheer, bestuur en toezicht zijn op de eerste plaats een verantwoordelijkheid van instellingen.

Aanbevelingen

In de Code Cultural Governance worden 23 aanbevelingen gedaan voor goed bestuur en toezicht. Ze zijn toegespitst op de drie besturingsmodellen die in deze sector het meest voorkomen:

  • Raad-van-toezicht-model
  • Bestuur+directie-model
  • Bestuur-model (geen directeur)

De code geeft principes en best practice-bepalingen per besturingsmodel. De principes geven aan voor wie er welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn. De best practice-bepalingen beschrijven concrete uitwerkingen en nadere invulling van algemene opvattingen over goed bestuur.

Rolverdeling

De minister van Cultuur, Ronald Plasterk zegt in zijn beleidsplan 'Kunst van Leven - Hoofdlijnen Cultuurbeleid'[1] over Cultural Governance:

Verder verwacht ik van alle instellingen die door het rijk worden gesubsidieerd dat zij zich houden aan de normen voor goed bestuur. De door de sector opgestelde code cultural governance kan daarbij als uitgangspunt dienen.

De minister acht het voor instellingen van belang is dat zij zich aansluiten bij een brancheorganisatie die hen ondersteunt op het gebied van professionalisering, cultural governance en goed werkgeverschap. Als het gaat om een heldere rolverdeling is verder het kabinet verantwoordelijk voor de landelijke basisinfrastructuur, inclusief goede ondersteuning; en de Raad voor Cultuur adviseert het kabinet en Kamer op strategisch beleidsniveau en beoordeelt subsidieaanvragen voor de basisinfrastructuur.[2]