Hooghiemstra (Utrecht): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kattenkruid (overleg | bijdragen)
Laatste edit anders
Categorie:Gemeentelijk monument in Utrecht (stad)
Regel 26: Regel 26:
{{commonscat|Hooghiemstra}}
{{commonscat|Hooghiemstra}}
{{Coördinaten|52_5_54.3_N_5_7_29.42_E_zoom:18_type:landmark_region:NL|52° 5' 54" N 5° 7' 29" E}}
{{Coördinaten|52_5_54.3_N_5_7_29.42_E_zoom:18_type:landmark_region:NL|52° 5' 54" N 5° 7' 29" E}}

[[Categorie:Bouwwerk in Utrecht (stad)]]
[[Categorie:Bouwwerk in Utrecht (stad)]]
[[Categorie:Gemeentelijk monument in Utrecht (stad)]]
[[Categorie:Geschiedenis van Utrecht]]
[[Categorie:Geschiedenis van Utrecht]]
[[Categorie:Kraakpand]]
[[Categorie:Kraakpand]]

Versie van 28 sep 2011 16:43

Hooghiemstra langs de Biltsche Grift gezien vanaf de Vaaltbrug

Hooghiemstra is een voormalige veevoederfabriek in Utrecht.

Jurjen Sjoerd Hooghiemstra was een schipper uit Kampen die hooi en stro verkocht. In 1865 besloot hij zijn handel aan land voort te zetten en vestigde hij zich net buiten Utrecht in een schuur aan de Wittevrouwensingel. In 1880 breidde Hooghiemstra zijn handel uit met het malen van voer en in 1885 werd een stoommachine geïnstalleerd. Rondom de fabriek ontstonden rond de eeuwwisseling de wijken Vogelenbuurt en Wittevrouwen. Vanaf 1911 was de naam van het bedrijf NV Utrechtsche Fouragehandel en Voederkoekenfabriek v/h J.S. Hooghiemstra. De activiteiten van het bedrijf hadden zich zo uitgebreid dat een nieuw pakhuis nodig was.

In 1912 werd een pakhuis gebouwd van zes verdiepingen met hoektorentjes, naar een ontwerp van architect M.E. Kuiler, die zich daarbij liet inspireren door de Franse châteaux de l'industrie. In 1916 werd het gebouw verhoogd met twee verdiepingen. In de vroege jaren 20 opende het bedrijf vijf filialen in Midden-Nederland, er werd een fabriek aan de Vaartse Rijn aangekocht en er werd begonnen met de productie van pluimveevoer. In 1927 begon de productie van havermout, waarvan het later een van de drie grootste producenten in Nederland werd. Na de Tweede Wereldoorlog stortte de markt voor havermout in en het bedrijf schakelde niet tijdig over op andere producten, waardoor het bedrijf niet overleefde.

In 1955 werd het terrein verkocht aan VRG-papier, dat hier haar dochterbedrijf, de etikettenfabriek Avery, vestigde. Veel gebouwen op het terrein werden gesloopt, waaronder een villa Huis Welgelegen,[1] die deels verbouwd was tot stal voor de paarden van Hooghiemstra[2], die de wagens met handelswaar trokken. Er werd een nieuw gebouw van acht verdiepingen in functionele bouwstijl tegen het Hooghiemstra-gebouw aangebouwd, dat later bekend werd als het Avery-gebouw. In 1972 werd het complex door de gemeente aangekocht met de bedoeling er een nieuwe weg aan te leggen.

In 1985 werd het complex gekraakt. Tientallen dakloze jongeren vonden een tijdelijk onderdak en er werden oefenruimtes voor bandjes en ateliers voor kunstenaars ingericht. Er vonden acidhouse- en andere dansfeesten plaats die veel publiek trokken. Als kraakpand stond het complex bekend als De Fabriek.

In 1988 werd de Stichting Wittevrouwen Bolwerk opgericht, die plannen ontwikkelde om het complex te behouden ten behoeve van een bedrijfsverzamelgebouw. Een haalbaarheidsonderzoek wees uit dat alleen het Avery-gebouw behouden kon blijven en het Hooghiemstra-deel gesloopt zou moeten worden. De Werkgroep Industriële Archeologie Utrecht noemde het Hooghiemstragebouw echter een zeer belangrijk industrieel monument uit het begin van de twintigste eeuw en probeerde de gemeente te overtuigen van het belang van behoud van het gebouw. De gemeente verkocht het complex uiteindelijk voor een symbolisch bedrag van één gulden aan de stichting en gaf 3,5 miljoen gulden subsidie voor renovatie.

Trivia

Tijdens de Tweede Wereldoorlog smokkelde een aantal medewerkers van Hooghiemstra havermout naar buiten met behulp van speciale hemden waar vakken in waren gemaakt en die vervolgens strak om het lichaam werden geschort om bij fouillering niet betrapt te worden. Bij ontdekking van smokkel werd een maand loon ingehouden. Degenen die moesten fouilleren deden vaak een oogje toe zodat zij later ook van de buit konden meeprofiteren.


Zie de categorie Hooghiemstra van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.