Ernst Knorr: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
KeesKnoest (overleg | bijdragen)
Herschreven
Regel 1: Regel 1:
'''Ernst Knorr''' ([[Heiligenhaus]], [[13 maart]] [[1905]] - [[Scheveningen]], [[7 juli]] [[1945]]) was een officier, in de rang van Untersturmführer, van de [[Schutzstaffel|SS]] en gaf leiding aan de [[Sicherheitsdienst|S.D.]], een van de [[Duitsland|Duitse]] politieorganisaties onder het gezag van [[Heinrich Himmler]] en het [[Reichssicherheitshauptamt]] in [[Berlijn]]. Na een stommiteit tijdens een verhoor van een communistische gevangene in het "[[Oranjehotel]]", de strafgevangenis in Scheveningen, waar hij zijn slachtoffer ombracht voordat deze informatie prijs had kunnen geven, moest hij op het [[Groningen (stad)|Groningse]] [[Scholtenshuis]], een Duits politiebureau, werken.
'''Ernst Knorr''' ([[Heiligenhaus]], [[13 maart]] [[1905]] - [[Scheveningen]], [[7 juli]] [[1945]]) was een officier, in de rang van Untersturmführer, van de [[Schutzstaffel|SS]] en gaf leiding aan de [[Sicherheitsdienst|S.D.]], een van de [[Duitsland|Duitse]] politieorganisaties onder het gezag van [[Heinrich Himmler]] en het [[Reichssicherheitshauptamt]] in [[Berlijn]]. Hij maakte deel uit van Referat IVA (Bekämpfung Kommunismus) van de Sicherheitsdienst in Den Haag. Alle vingers aan zijn linkerhand waren geamputeerd. Hij had een doctorstitel. Hij had een uiterst gewelddadig karakter. Als tijdens verhoren mensen mishandeld moesten worden, dan werd dat eufemistisch aangeduid dat ze de ''dokter'' er bij gingen roepen.


Zijn werkplek was [[Binnenhof]] 7. Tot begin juni werden de communisten alleen in de gaten gehouden en doelbewust nog niet gearresteerd, daardoor kon Knorr ook bij andere activiteiten betrokken worden. Zo was hij aanwezig bij het gewelddadig verhoor waarbij de [[Geus]] [[Sjaak Boezeman]] om het leven kwam.
In Groningen viel hij op door de verzetsstrijdster [[Esmée van Eeghen]] met dertien kogels te doorzeven en haar lichaam in het Van Starkenborghkanaal te werpen. Ernst Knorr is voor zijn misdaden nooit berecht, hij werd in 1945 gearresteerd en op zijn beurt in Scheveningen opgesloten. Daar stierf hij na een val van de balustrade van de bovenste cellengalerij. Het kan [[zelfmoord]] zijn geweest maar in die eerste maanden na de oorlog werd ook wraak genomen op een aantal oorlogsmisdadigers.

Vanaf begin juni 1941 was hij betrokken bij het gewelddadig verhoor van Haagse communisten. Op 2 september 1941 was hij de leidende persoon van een team van 3-5 personen dat de communist [[Herman Holstege]] in het [[Oranjehotel]] zodanig wreed verhoorde dat verwacht mocht worden dat die om het leven zou komen. Het was de bedoeling om van Holstege, die een maand lang was blijven zwijgen, de namen van zijn contactpersonen bij de communistische partijleiding in Amsterdam te vernemen. Knorr penetreerde met een gummiknuppel de aars van Holstege, waarna de ingewanden aangestampt werden. Holstege gaf echter weinig informatie prijs en niet de namen van de leiding in Amsterdam. Holstege overleed de volgende dag. Gezien de voorbereidingen in het Oranjehotel, waren de martelingen gepland. In een naoorlogs verslag werd dit aangeduid als ''stommiteit'', omdat daarmee de kans verkeken was de partijleiding in Amsterdam op te sporen.

In de loop van 1942 werd Knorr op een zijspoor geplaatst en vervangen door [[Hans Munt]]. In naoorlogse verslagen gaf Munt aan dat die gewelddadigheden de reden van de positieveranderingen was, maar in de praktijk betekenden die echter niet het einde van de gewelddadigheden tegen communisten.

Op 19 februari 1943 werd in Delft een val opgezet voor de communistische verzetsman [[Gerrit Willem Kastein|Gerrit Kastein]]. Drie SD-mannen gingen in een café wachten, terwijl Knorr buiten in een auto bleef wachten. Kastein werd gearresteerd en naar de auto gebracht. Bij de auto wist Kastein een pistool te trekken en te schieten. Hij verwondde Knorr tamelijk ernstig; na wegrijden van de auto's bleef er een plasje bloed op straat liggen.

In de loop van 1943 werd Knorr overgeplaatst naar [[Groningen (stad)|Groningse]] waar hij in het [[Scholtenshuis]], een Duits politiebureau, kwam te werken. Ook daar viel hij op door zijn wreedheid.

In Groningen vermoordde hij de verzetsstrijdster [[Esmée van Eeghen]] door haar met dertien kogels te doorzeven en haar lichaam in het Van Starkenborghkanaal te werpen. Daarnaast heeft Knorr nog een aantal soortgelijke moorden gepleegd.

Op 16 april 1945 trok Knorr zich met een aantal Duitse militairen terug op het Waddeneiland [[Schiermonnikoog]]; het was de bedoeling dat ze met een boot vanuit [[Borkum]] opgehaald zouden worden om naar Duitsland teruggebracht te worden. Pas op 27 mei ging een Nederlandse officier naar het eiland om de overgave te eisen. Het waren de laatste Duitse militairen die zich in Europa overgaven. De groep werd op 30 mei naar het vasteland overgebracht en in de gevangenis in Groningen opgesloten. Knorr werd op 27 juni door de [[Canada|Canadese]] Field Security overgebracht naar de zogenaamde ''Kings Prison'' in [[Scheveningen]], gevestigd in de strafgevangenis (het voormalige [[Oranjehotel]].

Op 7 juli werd Knorr dood in zijn cel gevonden. Hij had een stuk touw om zijn hals. In de cel was echter geen hoog steunpunt om zich aan op te hangen. Volgens verklaringen van andere Duitsers in de gevangenis was Knorr ernstig mishandeld en daardoor om het leven gekomen. Er is geen lijkschouwingsrapport opgemaakt. Later verklaarde een gevangenisarts dat het technisch mogelijk was dat Knorr zelfmoord had gepleegd door het touw laag aan de muur te bevestigen en zichzelf te wurgen door voorover te hangen.

Knorr's lichaam werd naar ziekenhuis Zuidwal overgebracht en ondanks dat het in die week heel erg warm was pas op 14 juli op de Algemene Begraafplaats begraven. Er was geen aangifte van overlijden gedaan, zodat de begrafenis feitelijk illegaal was. Op 10 oktober 1958 werd Knorr opgegraven en werden zijn resten naar de Duitse Erebegraafplaats in Venray overgebracht. Op het kruis op zijn graf staat behalve zijn naam ook als rang: ''Soldat''.

==Literatuur==
* Nico de Both, Het Scholtenhuis 1940-1945, In Boekvorm Uitgevers, 2008.
* R. Harthoorn, Vuile oorlog in Den Haag, Van Gruting, 2011.


[[Categorie:Duits persoon in de Tweede Wereldoorlog|Knorr]]
[[Categorie:Duits persoon in de Tweede Wereldoorlog|Knorr]]

Versie van 26 jan 2012 11:51

Ernst Knorr (Heiligenhaus, 13 maart 1905 - Scheveningen, 7 juli 1945) was een officier, in de rang van Untersturmführer, van de SS en gaf leiding aan de S.D., een van de Duitse politieorganisaties onder het gezag van Heinrich Himmler en het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn. Hij maakte deel uit van Referat IVA (Bekämpfung Kommunismus) van de Sicherheitsdienst in Den Haag. Alle vingers aan zijn linkerhand waren geamputeerd. Hij had een doctorstitel. Hij had een uiterst gewelddadig karakter. Als tijdens verhoren mensen mishandeld moesten worden, dan werd dat eufemistisch aangeduid dat ze de dokter er bij gingen roepen.

Zijn werkplek was Binnenhof 7. Tot begin juni werden de communisten alleen in de gaten gehouden en doelbewust nog niet gearresteerd, daardoor kon Knorr ook bij andere activiteiten betrokken worden. Zo was hij aanwezig bij het gewelddadig verhoor waarbij de Geus Sjaak Boezeman om het leven kwam.

Vanaf begin juni 1941 was hij betrokken bij het gewelddadig verhoor van Haagse communisten. Op 2 september 1941 was hij de leidende persoon van een team van 3-5 personen dat de communist Herman Holstege in het Oranjehotel zodanig wreed verhoorde dat verwacht mocht worden dat die om het leven zou komen. Het was de bedoeling om van Holstege, die een maand lang was blijven zwijgen, de namen van zijn contactpersonen bij de communistische partijleiding in Amsterdam te vernemen. Knorr penetreerde met een gummiknuppel de aars van Holstege, waarna de ingewanden aangestampt werden. Holstege gaf echter weinig informatie prijs en niet de namen van de leiding in Amsterdam. Holstege overleed de volgende dag. Gezien de voorbereidingen in het Oranjehotel, waren de martelingen gepland. In een naoorlogs verslag werd dit aangeduid als stommiteit, omdat daarmee de kans verkeken was de partijleiding in Amsterdam op te sporen.

In de loop van 1942 werd Knorr op een zijspoor geplaatst en vervangen door Hans Munt. In naoorlogse verslagen gaf Munt aan dat die gewelddadigheden de reden van de positieveranderingen was, maar in de praktijk betekenden die echter niet het einde van de gewelddadigheden tegen communisten.

Op 19 februari 1943 werd in Delft een val opgezet voor de communistische verzetsman Gerrit Kastein. Drie SD-mannen gingen in een café wachten, terwijl Knorr buiten in een auto bleef wachten. Kastein werd gearresteerd en naar de auto gebracht. Bij de auto wist Kastein een pistool te trekken en te schieten. Hij verwondde Knorr tamelijk ernstig; na wegrijden van de auto's bleef er een plasje bloed op straat liggen.

In de loop van 1943 werd Knorr overgeplaatst naar Groningse waar hij in het Scholtenshuis, een Duits politiebureau, kwam te werken. Ook daar viel hij op door zijn wreedheid.

In Groningen vermoordde hij de verzetsstrijdster Esmée van Eeghen door haar met dertien kogels te doorzeven en haar lichaam in het Van Starkenborghkanaal te werpen. Daarnaast heeft Knorr nog een aantal soortgelijke moorden gepleegd.

Op 16 april 1945 trok Knorr zich met een aantal Duitse militairen terug op het Waddeneiland Schiermonnikoog; het was de bedoeling dat ze met een boot vanuit Borkum opgehaald zouden worden om naar Duitsland teruggebracht te worden. Pas op 27 mei ging een Nederlandse officier naar het eiland om de overgave te eisen. Het waren de laatste Duitse militairen die zich in Europa overgaven. De groep werd op 30 mei naar het vasteland overgebracht en in de gevangenis in Groningen opgesloten. Knorr werd op 27 juni door de Canadese Field Security overgebracht naar de zogenaamde Kings Prison in Scheveningen, gevestigd in de strafgevangenis (het voormalige Oranjehotel.

Op 7 juli werd Knorr dood in zijn cel gevonden. Hij had een stuk touw om zijn hals. In de cel was echter geen hoog steunpunt om zich aan op te hangen. Volgens verklaringen van andere Duitsers in de gevangenis was Knorr ernstig mishandeld en daardoor om het leven gekomen. Er is geen lijkschouwingsrapport opgemaakt. Later verklaarde een gevangenisarts dat het technisch mogelijk was dat Knorr zelfmoord had gepleegd door het touw laag aan de muur te bevestigen en zichzelf te wurgen door voorover te hangen.

Knorr's lichaam werd naar ziekenhuis Zuidwal overgebracht en ondanks dat het in die week heel erg warm was pas op 14 juli op de Algemene Begraafplaats begraven. Er was geen aangifte van overlijden gedaan, zodat de begrafenis feitelijk illegaal was. Op 10 oktober 1958 werd Knorr opgegraven en werden zijn resten naar de Duitse Erebegraafplaats in Venray overgebracht. Op het kruis op zijn graf staat behalve zijn naam ook als rang: Soldat.

Literatuur

  • Nico de Both, Het Scholtenhuis 1940-1945, In Boekvorm Uitgevers, 2008.
  • R. Harthoorn, Vuile oorlog in Den Haag, Van Gruting, 2011.