Barrièretraktaat: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotTbc (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Namen
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Nieuwpoort
Regel 3: Regel 3:
In de voorgaande oorlogen, de [[Hollandse Oorlog]] van 1672-1678, en de [[Negenjarige Oorlog]] van 1688-1697, was gebleken dat de [[Spanje|Spanjaarden]] niet meer in staat waren om op eigen kracht de [[Zuidelijke Nederlanden]] tegen [[Frankrijk]] te verdedigen. Deze verdediging was grotendeels voor rekening van de Republiek gekomen.
In de voorgaande oorlogen, de [[Hollandse Oorlog]] van 1672-1678, en de [[Negenjarige Oorlog]] van 1688-1697, was gebleken dat de [[Spanje|Spanjaarden]] niet meer in staat waren om op eigen kracht de [[Zuidelijke Nederlanden]] tegen [[Frankrijk]] te verdedigen. Deze verdediging was grotendeels voor rekening van de Republiek gekomen.


Daarom werd overeengekomen dat de Republiek 23 bataljons infanterie zou mogen legeren in de vestingen van [[Nieuwpoort]], [[Oostende]], [[Kortrijk]], [[Bergen (Henegouwen)]], [[Aat]], [[Charleroi]], [[Namen (stad)|Namen]] en [[Luxemburg (stad)|Luxemburg]].
Daarom werd overeengekomen dat de Republiek 23 bataljons infanterie zou mogen legeren in de vestingen van [[Nieuwpoort (België)|Nieuwpoort]], [[Oostende]], [[Kortrijk]], [[Bergen (Henegouwen)]], [[Aat]], [[Charleroi]], [[Namen (stad)|Namen]] en [[Luxemburg (stad)|Luxemburg]].


Deze garnizoenen zouden onder Nederlandse officieren staan, maar de kosten ervan zouden voor 60 % worden opgebracht door de Zuidelijke Nederlanden. Het was in feite een vooruitgeschoven verdedigingslinie van de Republiek
Deze garnizoenen zouden onder Nederlandse officieren staan, maar de kosten ervan zouden voor 60 % worden opgebracht door de Zuidelijke Nederlanden. Het was in feite een vooruitgeschoven verdedigingslinie van de Republiek

Versie van 11 feb 2006 14:39

Het Barrièreverdrag of Barrièretractaat was een clausule bij de vrede van Rijswijk, die de Negenjarige Oorlog afsloot, waarbij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden het recht kreeg om garnizoenen te legeren in een achttal steden in de Spaanse Nederlanden.

In de voorgaande oorlogen, de Hollandse Oorlog van 1672-1678, en de Negenjarige Oorlog van 1688-1697, was gebleken dat de Spanjaarden niet meer in staat waren om op eigen kracht de Zuidelijke Nederlanden tegen Frankrijk te verdedigen. Deze verdediging was grotendeels voor rekening van de Republiek gekomen.

Daarom werd overeengekomen dat de Republiek 23 bataljons infanterie zou mogen legeren in de vestingen van Nieuwpoort, Oostende, Kortrijk, Bergen (Henegouwen), Aat, Charleroi, Namen en Luxemburg.

Deze garnizoenen zouden onder Nederlandse officieren staan, maar de kosten ervan zouden voor 60 % worden opgebracht door de Zuidelijke Nederlanden. Het was in feite een vooruitgeschoven verdedigingslinie van de Republiek

De aanwezigheid van protestantse troepen werd door de katholieke inwoners van de betrokken steden maar matig op prijs gesteld.

Na de Spaanse Successieoorlog (1702-1715), toen de Spaanse Nederlanden aan Oostenrijk kwamen, werd in de Vrede van Utrecht een nieuw barrièreverdrag opgenomen, waarbij het dit maal ging om de steden Namen, Doornik, Menen, Waasten, Ieper, Knokke, en Veurne.

In de oorlog van 1745-1748 bleek dat de vestingswerken van de betrokken steden sterk verwaarloosd waren, zodat de Fransen een aantal ervan gemakkelijk konden innemen. Na deze oorlog zegden de Oostenrijkers daarom de overeenkomst op.

Bron: Prof. dr. L. J. Rogier, Eenheid en scheiding (1952, 1968).