Cyprus (Romeinse provincie): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
deel zin herschreven
k - tautologie
Regel 13: Regel 13:
[[Marcus Antonius]] gaf het eiland aan [[Cleopatra VII]] en haar zuster [[Arsinoë IV]], maar het werd opnieuw een ''provincia'' na diens nederlaag in de [[Slag bij Actium]] (31 v.Chr.) in 30 v.Chr. Cyprus zou beschouwd worden als oorlogsbuit van de Alexandrijnse oorlog en dus eigendom van Octavianus. Deze stuurde ''[[legatus Augusti pro praetore|legati Augusti pro praetore]]'' naar Cyprus om haar te beheren in zijn naam. In [[22 v.Chr.]] gaf Augustus in al zijn vrijgevigheid Cyprus terug aan de senaat en Cyprus werd daarop een aparte senatoriale ''provincia''. Het is echter opvallend dat de kopermijnen schijnen te zijn uitgebaat door ''legati'' van Augustus ([[Flavius Josephus]]).
[[Marcus Antonius]] gaf het eiland aan [[Cleopatra VII]] en haar zuster [[Arsinoë IV]], maar het werd opnieuw een ''provincia'' na diens nederlaag in de [[Slag bij Actium]] (31 v.Chr.) in 30 v.Chr. Cyprus zou beschouwd worden als oorlogsbuit van de Alexandrijnse oorlog en dus eigendom van Octavianus. Deze stuurde ''[[legatus Augusti pro praetore|legati Augusti pro praetore]]'' naar Cyprus om haar te beheren in zijn naam. In [[22 v.Chr.]] gaf Augustus in al zijn vrijgevigheid Cyprus terug aan de senaat en Cyprus werd daarop een aparte senatoriale ''provincia''. Het is echter opvallend dat de kopermijnen schijnen te zijn uitgebaat door ''legati'' van Augustus ([[Flavius Josephus]]).


Tijdens de Joodse opstand van 115 tot 116 leed het eiland ernstige verliezen, waarbij het aantal gedode Griekse en Romeinse burgers op 240.000 wordt geschat. Hoewel het mogelijk is dat dit getal overdreven kan zijn, waren er weinig of geen troepen gestationeerd op het eiland om de opstand te onderdrukken toen de rebellen aan het plunderen sloegen. Nadat er troepen waren gezonden naar Cyprus en de opstand was bezworen, werd er een wet aangenomen volgens welke er geen enkele jood op Cypriotische bodem mocht landen, zelfs niet bij een scheepsramp. Het verwoeste [[Salamis (Cyprus)|Salamis]] zou door [[Hadrianus]] herbouwd worden (hoewel Cyprus ''de iure'' een "senatoriale" ''provincia'' was).
Tijdens de Joodse opstand van 115 tot 116 leed het eiland ernstige verliezen, waarbij het aantal gedode Griekse en Romeinse burgers op 240.000 wordt geschat. Hoewel het mogelijk is dat dit getal overdreven is, waren er weinig of geen troepen gestationeerd op het eiland om de opstand te onderdrukken toen de rebellen aan het plunderen sloegen. Nadat er troepen waren gezonden naar Cyprus en de opstand was bezworen, werd er een wet aangenomen volgens welke er geen enkele jood op Cypriotische bodem mocht landen, zelfs niet bij een scheepsramp. Het verwoeste [[Salamis (Cyprus)|Salamis]] zou door [[Hadrianus]] herbouwd worden (hoewel Cyprus ''de iure'' een "senatoriale" ''provincia'' was).


Na de hervormingen door [[Diocletianus]] werd het onder de ''Consularis Oriens'' geplaatst. Cyprus zou met de splitsing van het [[Romeinse Rijk]] overgaan in de handen van de [[Byzantijnse Keizerrijk|Byzantijnse keizers]].
Na de hervormingen door [[Diocletianus]] werd het onder de ''Consularis Oriens'' geplaatst. Cyprus zou met de splitsing van het [[Romeinse Rijk]] overgaan in de handen van de [[Byzantijnse Keizerrijk|Byzantijnse keizers]].

Versie van 8 mei 2014 10:27

Cyprus
Romeinse provincie
Cyprus
Jaar inlijving 58 v.Chr.
Hoofdplaats Paphos
Huidig land Vlag van Cyprus Cyprus
Portaal  Portaalicoon   Romeinse Rijk
Geschiedenis van Cyprus
Cypriotische prehistorie
Alashia
Cypriotische oudheid
Assyrische periode (709 - 669 v. Chr.)
Stadskoninkrijken (669 - 525 v. Chr.)
Perzische periode (525 - 333 v. Chr.)
Hellenistische periode (333 - 58 v. Chr.)
Romeinse periode (58 v. Chr. - 330)
Cypriotische middeleeuwen
Byzantijnse periode (330 - 1191)
Koninkrijk Cyprus (1192 - 1489)
Venetiaans Cyprus (1489 - 1571)
Ottomaans Cyprus (1571 - 1878)
Moderne geschiedenis van Cyprus
Brits Cyprus (1878 - 1960)
Republiek Cyprus (1960 - )
Noord-Cyprus (1974 - )
Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis

Cyprus werd een Romeinse provincia in 58 v.Chr., volgens Strabo omdat Publius Clodius Pulcher wrok koesterde tegen Ptolemaeus van Cyprus. Nadat hij een lex Clodia de Cypro had laten goedkeuren, die de omvorming van Cyprus tot een provincia en de confiscatie van de koninklijke goederen inhield. De senaat zond daarop Marcus Porcius Cato Uticensis minor uit om het eiland (dat heden nog steeds Cyprus genoemd wordt) te veroveren nadat hij tot tribunus was gekozen. Hij bood de toenmalige koning van Cyprus Ptolemaeus nog aan om de functie als hogepriester van Aphrodite in Paphos als compensatie voor het verlies van zijn koningschap aan te nemen, maar de vernedering was te groot en Ptolemaeus pleegde zelfmoord.

Cyprus werd daarop toegevoegd aan de provincia Cilicia en zou gedurende 10 jaar bestuurd worden door proconsules van praetoriaanse rang. Zo zou Marcus Tullius Cicero aangesteld worden als pronconsul over Cilicia en Cyprus (hoewel hij zelf nooit op Cyprus schijnt te zijn geweest). Toen in 49 v.Chr. de burgeroorlog tussen Gnaius Pompeius Magnus maior en Gaius Iulius Caesar uitbrak, zagen de Lagiden hun kans schoon om Cyprus te heroveren.

Marcus Antonius gaf het eiland aan Cleopatra VII en haar zuster Arsinoë IV, maar het werd opnieuw een provincia na diens nederlaag in de Slag bij Actium (31 v.Chr.) in 30 v.Chr. Cyprus zou beschouwd worden als oorlogsbuit van de Alexandrijnse oorlog en dus eigendom van Octavianus. Deze stuurde legati Augusti pro praetore naar Cyprus om haar te beheren in zijn naam. In 22 v.Chr. gaf Augustus in al zijn vrijgevigheid Cyprus terug aan de senaat en Cyprus werd daarop een aparte senatoriale provincia. Het is echter opvallend dat de kopermijnen schijnen te zijn uitgebaat door legati van Augustus (Flavius Josephus).

Tijdens de Joodse opstand van 115 tot 116 leed het eiland ernstige verliezen, waarbij het aantal gedode Griekse en Romeinse burgers op 240.000 wordt geschat. Hoewel het mogelijk is dat dit getal overdreven is, waren er weinig of geen troepen gestationeerd op het eiland om de opstand te onderdrukken toen de rebellen aan het plunderen sloegen. Nadat er troepen waren gezonden naar Cyprus en de opstand was bezworen, werd er een wet aangenomen volgens welke er geen enkele jood op Cypriotische bodem mocht landen, zelfs niet bij een scheepsramp. Het verwoeste Salamis zou door Hadrianus herbouwd worden (hoewel Cyprus de iure een "senatoriale" provincia was).

Na de hervormingen door Diocletianus werd het onder de Consularis Oriens geplaatst. Cyprus zou met de splitsing van het Romeinse Rijk overgaan in de handen van de Byzantijnse keizers.

Referentie

  • S.I. Oost, Cato Uticensis and the Annexation of Cyprus, in CPh 50 (1955), pp. 98-112.