Naar inhoud springen

Hotel d'Hane-Steenhuyse: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Hotel d'Hane-Steenhuyse''' is een 18e-eeuws [[herenhuis]] in de [[België|Belgische]] stad [[Gent]]. Het bevindt zich in de [[Veldstraat]]. Het pand werd in 1768-1773 gebouwd Jan Baptist Simoens, die met zekerheid de achtergevel en de salle à l'italienne ontwierp en bouwde; de voorgevel werd misschien ontworpen door David 't Kindt, maar archivalisch bewijs is hiervan niet.
'''Hotel d'Hane-Steenhuyse''' is een 18e-eeuws [[herenhuis]] in de [[België|Belgische]] stad [[Gent]]. Het bevindt zich in de [[Veldstraat (Gent)|Veldstraat]]. Het pand werd in 1768-1773 gebouwd Jan Baptist Simoens, die met zekerheid de achtergevel en de salle à l'italienne ontwierp en bouwde; de voorgevel werd misschien ontworpen door David 't Kindt, maar archivalisch bewijs is hiervan niet.


== Grondplan ==
== Grondplan ==

Versie van 5 sep 2014 02:17

Hotel d'Hane-Steenhuyse is een 18e-eeuws herenhuis in de Belgische stad Gent. Het bevindt zich in de Veldstraat. Het pand werd in 1768-1773 gebouwd Jan Baptist Simoens, die met zekerheid de achtergevel en de salle à l'italienne ontwierp en bouwde; de voorgevel werd misschien ontworpen door David 't Kindt, maar archivalisch bewijs is hiervan niet.

Grondplan

Het pand werd gebouwd op de geleidelijk aangekochte erven van de oudere huizen. Dat verklaart de onregelmatige vorm van de gevel. Er werd gestreefd naar de maximale benutting van de beschikbare ruimte, zodat de rooilijn gevolgd werd. Dat verklaart de vooruitspringende middenpartij van de gevel.

Door de inpassing van het pand tussen bestaande bebouwing werd ook het grondplan aangepast. Meestal hadden dergelijke hotels centrale ingang die toegang tot de vestibule verleende. De vestibule stond loodrecht op de gevel. Links en rechts van de vestibule bevonden zich de kamers, symmetrisch ten opzichte van elkaar.

In het geval van Hotel d'Hane-Steenhuyse werd het symmetrische grondplan verlaten. De enige toegang tot het gebouw bestaat uit een koetsportaal dat zich aan het einde van de gevel bevindt (naast aanpalend gebouw dus). Het koetsportaal verleent toegang tot het achter het pand in de tuin gelegen tuighuis. Deze toegang sluit zich aan de vestibule, dat loodrecht erop (en parallel aan de gevel) staat. De kamers zijn rond de vestibule gerangschikt.

De kamers waren niet alleen afzonderlijk via de vestibule bereikbaar, ze waren bovendien door de onderlinge doorgangen verbonden (ze vormden dus een enfilade). Bovendien was er een stelsel verscholen doorgangen aanwezig, zodat het personeel de kamers discreet kon betreden.

Ruimtes

De ruimtes op het gelijkvloers hebben een representatieve functie. Het zijn salons en zalen, die typerend zijn voor het rijke societyleven van de gegoede sociale klassen van destijds. De kamers op de verdieping waren discreter. Men vindt er slaapkamers van de heer en de vrouw des huizes (gescheiden, naar de gewoonte van toen), bibliotheek, kamer voor verzamelingen en andere ruimtes. De kelders werden gebruikt als dienstruimtes. De kelders zijn overigens ouder dan het hotel zelf. Bij de bouw van het hotel werden de overwelfde kelders van de huizen die er vroeger stonden gewoon behouden en aangepast. Het personeel woonde in de onverwarmde kamers onder het dak.

De kamers werden ingericht met veel aandacht voor symmetrie en hiërarchie. De muren werden zo symmetrisch mogelijk ingedeeld met wandplaten, vensters, behang, echte en valse deuren. De wand met schouw werd als belangrijkste beschouwd. Elke kamer had een eigen kleurschema. De benamingen van de kamers, zoals boudoir, cabinet en dergelijke getuigen van Franse invloed.

Gevels

Het pand heeft twee gevels. De belangrijkste komt op de Veldstraat uit. Deze gevel bevat zowel barok- als rococo-elementen. De gevel heeft een vooruitspringende middenpartij met Korinthische halfzuilen en segmentboogfronton.

De achtergevel is neoklassiek. Anders dan de voorgevel heeft de achtergevel drie in plaats van drie geledingen. De onderste is als sokkel opgevat. De gevel heeft pilasters en een fronton.

Bronnen

Ed Taverne en Irmin Visser (redactie). Stedebouw: De geschiedenis van de stad in de Nederlanden van 1500 tot heden. Uitgeverij SUN, Amsterdam, 2004, ISBN 90 6168 401 3. Pagina 144-145 Van de Perre, Dirk e.a.De architectuur van verlichting. Gent, 2013.