Filologie: verschil tussen versies
Versie 42576894 van 145.18.110.35 (overleg) ongedaan gemaakt. geen motivereing van vorige bewerking gegeven |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
'''Filologie''' (van het [[Grieks]]e Φιλος, ''philos'': "liefde" en het Griekse λογος ''logos'': "woord, rede") is een tak van [[taalkunde]] die zich vooral richt op [[dode taal|dode talen]]. Het woord werd voor het eerst gebruikt door [[Plato (filosoof)|Plato]] in diens dialoog ''Phaedrus'' in de betekenis "voorliefde voor redevoeringen". |
'''Filologie''' (van het [[Grieks]]e Φιλος, ''philos'': "liefde" en het Griekse λογος ''logos'': "woord, rede") is een tak van [[taalkunde]] die zich vooral richt op [[dode taal|dode talen]]. Het woord werd voor het eerst gebruikt door [[Plato (filosoof)|Plato]] in diens dialoog ''Phaedrus'' in de betekenis "voorliefde voor redevoeringen". |
||
Een [[filoloog]] bestudeert de <!-- een (veelal [[dode taal|dode]])--> [[taalkunde|taal-]] en [[letterkunde]] van [[volk]]eren door middel van beschikbare [[schrift|geschriften]] in [[samenhang]] met de [[cultuurgeschiedenis]] van een volk. |
Een [[filoloog]] bestudeert de <!-- een (veelal [[dode taal|dode]])--> [[taalkunde|taal-]] en [[letterkunde]] van [[volk]]eren door middel van beschikbare [[schrift|geschriften]] in [[samenhang]] met de [[cultuurgeschiedenis]] van een volk. Door zorgvuldige studie, tracht hij de context en oorsprong van woorden, zin en betekenis aan taaluitingen te geven, waarbij zijn lijfspreuk is ''ad fontes'': "(terug) naar de bronnen". |
||
De term |
De term is in onbruik geraakt, omdat in sommige landen het [[vakgebied]] tegenwoordig vaak ingebed is in het vakgebied van de [[taalwetenschap]]pen in het algemeen. Meer dan op het Europese vasteland, is in het [[Angelsaksische landen|Engelse]] [[taalgebied]] het begrip ''Philology'', bijna synoniem met de vakgebieden [[vergelijkende taalkunde|vergelijkende]]- en [[historische taalkunde]]. |
||
In de [[klassieke oudheid]] |
In de [[klassieke oudheid]] was de term ''filologie'' van toepassing (geacht) op alle [[wetenschap]]sbeoefening. In Europa brak de filologie als volwaardige wetenschap, pas in de 19e eeuw volledig door. Dit volwassen worden, gebeurde tegelijkertijd met het afsplitsen van een aantal andere vakgebieden die ook zelfstandigheid (en specialisatie) nastreefden ([[archeologie]], [[paleografie]], [[etymologie]], [[mythologie]], [[volkenkunde]] etc.). In de wetenschap bestaat vaak een spanningsveld tussen filologen en systematici; de eersten verliezen zich soms in de details en hebben geen oog voor het grote geheel, de laatsten offeren de details op aan hun ''Weltanschauung''. |
||
Binnen de filologie bestaan |
Binnen de filologie bestaan er meer specialisaties, zoals [[Germanistiek]] en [[Romanistiek]]. |
||
== Bekende filologen == |
== Bekende filologen == |
Versie van 9 apr 2015 16:23
Filologie (van het Griekse Φιλος, philos: "liefde" en het Griekse λογος logos: "woord, rede") is een tak van taalkunde die zich vooral richt op dode talen. Het woord werd voor het eerst gebruikt door Plato in diens dialoog Phaedrus in de betekenis "voorliefde voor redevoeringen".
Een filoloog bestudeert de taal- en letterkunde van volkeren door middel van beschikbare geschriften in samenhang met de cultuurgeschiedenis van een volk. Door zorgvuldige studie, tracht hij de context en oorsprong van woorden, zin en betekenis aan taaluitingen te geven, waarbij zijn lijfspreuk is ad fontes: "(terug) naar de bronnen".
De term is in onbruik geraakt, omdat in sommige landen het vakgebied tegenwoordig vaak ingebed is in het vakgebied van de taalwetenschappen in het algemeen. Meer dan op het Europese vasteland, is in het Engelse taalgebied het begrip Philology, bijna synoniem met de vakgebieden vergelijkende- en historische taalkunde.
In de klassieke oudheid was de term filologie van toepassing (geacht) op alle wetenschapsbeoefening. In Europa brak de filologie als volwaardige wetenschap, pas in de 19e eeuw volledig door. Dit volwassen worden, gebeurde tegelijkertijd met het afsplitsen van een aantal andere vakgebieden die ook zelfstandigheid (en specialisatie) nastreefden (archeologie, paleografie, etymologie, mythologie, volkenkunde etc.). In de wetenschap bestaat vaak een spanningsveld tussen filologen en systematici; de eersten verliezen zich soms in de details en hebben geen oog voor het grote geheel, de laatsten offeren de details op aan hun Weltanschauung.
Binnen de filologie bestaan er meer specialisaties, zoals Germanistiek en Romanistiek.
Bekende filologen
- Bruno Vanden Broecke
- Aristophanes van Byzantium
- Pol Hoste
- Bedřich Hrozný ontcijferde Hittitisch
- Aristophanes van Byzantium
- Justus Lipsius
- Victor Klemperer, schrijver van LTI – Notizbuch eines Philologen
- Friedrich Nietzsche was hoogleraar filologie
- Ingo Schulze
- J.R.R. Tolkien was hoogleraar in de filologie
- Ludwig Uhland (1787-1862) Germaans en Romantisch filoloog en een der grondleggers van deze wetenschap
- Willem Lodewijk De Vreese (Guillelmus Lodevicus) Gent,18011869 / Voorschoten 10011938, filoloog, germanist, neerlandicus, taalgeleerde, mediëvist , codicoloog en incunabulist
- Ulrich von Wilamowitz-Moellendorf
- Lejzer Zamenhof