Rieten dak: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 13: Regel 13:
=== De ondergrond ===
=== De ondergrond ===
Het riet wordt ondersteund door een dakconstructie bestaande uit [[spant (bouwkunde)|spanten]], waarover [[Gording (bouwkunde)|gording]]en of flieringen zijn aangebracht. Hierop worden sparren (rondhout) of [[spoor (bouwkunde)|sporen]] (rechthoekig) bevestigd, deze lopen van nok tot het ondereinde van het dakvlak, hierover worden horizontaal de rietlatten aangebracht, met een onderlinge afstand van ongeveer 28 centimeter, waarop ten slotte het riet wordt aangebracht.
Het riet wordt ondersteund door een dakconstructie bestaande uit [[spant (bouwkunde)|spanten]], waarover [[Gording (bouwkunde)|gording]]en of flieringen zijn aangebracht. Hierop worden sparren (rondhout) of [[spoor (bouwkunde)|sporen]] (rechthoekig) bevestigd, deze lopen van nok tot het ondereinde van het dakvlak, hierover worden horizontaal de rietlatten aangebracht, met een onderlinge afstand van ongeveer 28 centimeter, waarop ten slotte het riet wordt aangebracht.
Voor het vastmaken aan de rietlatten wordt een grote kromme naald, een twijgijzer gebruikt, waarmee het twijg of ijzerdraad "om de rietlat" gestoken kan worden. In plaats van een twijgijzer, Gelderse methode gebruikt men ook wel de combinatie van Goot en Naald. Het binddraad kan ook geschroefd worden "in de rietlat": dus hoewel geschroefd toch een traditioneel of open dak. Het riet op het dak wordt vervolgens met een klopper of drijfbord netjes gelijk gemaakt. De nok van een rieten dak is kwetsbaar en daarom wordt die al eeuwenlang in rietvorsten uitgevoerd in plaats van gebonden riet stro of in heideplaggen, zink of koper. Rietvorsten zijn grote boogvormige nok- of vorstpannen die al of niet met kneedbare dakmortel en/of met een luchtkalkrijke basterdmortel [[Mortel (betontype)|specie]] worden vastgezet. Keramische nokvorsten speciaal voor rieten daken, kortweg rietvorsten genoemd kunnenzijn Bourgondische, Friese en Rijnlandse rietvorsten, alle met min of meer dezelfde afmetingen 660x235x210 mm. Het meest bekend zijn die in de traditionele kleuren natuurrood gestookt en blauwig duifgrijs gesmoord van rijnlandse klei. In Normandië komt een fraaie bloemenvorst voor: een bed van klei (vermengd met strohaksel) beplant met bloemen als boliris, vetplanten, daklook en dergelijke waarvan de wortels zich vastzetten in de klei en in het riet.
Voor het vastmaken aan de rietlatten wordt een grote kromme naald, een twijgijzer gebruikt, waarmee het twijg of ijzerdraad "om de rietlat" gestoken kan worden. In plaats van een twijgijzer, Gelderse methode gebruikt men ook wel de combinatie van Goot en Naald. Het binddraad kan ook geschroefd worden "in de rietlat": dus hoewel geschroefd toch een traditioneel of open dak. Het riet op het dak wordt vervolgens met een klopper of drijfbord netjes gelijk gemaakt. De nok van een rieten dak is kwetsbaar en daarom wordt die al eeuwenlang in rietvorsten uitgevoerd in plaats van gebonden riet stro of in heideplaggen, zink of koper. Rietvorsten zijn grote boogvormige nok- of vorstpannen die al of niet met kneedbare dakmortel en/of met een luchtkalkrijke basterdmortel [[Mortel (betontype)|specie]] worden vastgezet. Keramische nokvorsten speciaal voor rieten daken, kortweg rietvorsten genoemd kunnen zijn Bourgondische, Friese en Rijnlandse rietvorsten, alle met min of meer dezelfde afmetingen 660x235x210 mm. Het meest bekend zijn die in de traditionele kleuren natuurrood gestookt en blauwig duifgrijs gesmoord van rijnlandse klei. In Normandië komt een fraaie bloemenvorst voor: een bed van klei (vermengd met strohaksel) beplant met bloemen als boliris, vetplanten, daklook en dergelijke waarvan de wortels zich vastzetten in de klei en in het riet.


=== Schroefdak ===
=== Schroefdak ===

Versie van 22 apr 2015 10:32

Boerderij uit 1872 met nieuw rietdak
Rieten dak met mos
Rietvorsten met gaas over nok
Het dekken met dakdekkersriet
Het rietdekken van de Concordiamolen
Rietdekkers in de Kop van Overijssel
Riet voor getroffen gebieden in 1946

Een rieten dak wordt gemaakt van eenjarig riet. Meerjarig riet is hiervoor niet geschikt. Riet wordt al eeuwenlang als dakbedekking gebruikt vooral bij steile daken van 45 graden of meer. Vroeger was het naast stro en heideplaggen de goedkoopste dakbedekking, tegenwoordig wordt het vooral toegepast bij huizen in het hogere marktsegment. Na zo'n dertig tot veertig jaar is vervanging van versleten rieten dakbedekking noodzakelijk. Daken kunnen ook gedeeltelijk uit riet en gedeeltelijk uit dakpannen zijn opgebouwd.

Dakdekken

Het dekken van rieten of strooien daken is veelal een gespecialiseerd zelfstandig beroep. De huidige riet- en strodekkers doen niets anders, maar vroeger waren zij naast rietsnijder en rietbinder ook nog riethandelaar en in de herfst of winter ook wel klompenmaker of deden ze slagerswerkzaamheden omdat er niet het gehele jaar door voldoende riet was en/of werk. Veel riet- en strodekkers zijn aangesloten bij een of andere soms regionale werkgeversvereniging. Voor houvast bij het werken op een rieten dak maakt de rietdekker gebruik van rietdekstoelen en dwarsbomen. De rietdekstoel heeft pinnen waardoor deze vast op het riet ligt. De steunbomen worden tijdelijk vastgezet met ijzeren pinnen.

De ondergrond

Het riet wordt ondersteund door een dakconstructie bestaande uit spanten, waarover gordingen of flieringen zijn aangebracht. Hierop worden sparren (rondhout) of sporen (rechthoekig) bevestigd, deze lopen van nok tot het ondereinde van het dakvlak, hierover worden horizontaal de rietlatten aangebracht, met een onderlinge afstand van ongeveer 28 centimeter, waarop ten slotte het riet wordt aangebracht. Voor het vastmaken aan de rietlatten wordt een grote kromme naald, een twijgijzer gebruikt, waarmee het twijg of ijzerdraad "om de rietlat" gestoken kan worden. In plaats van een twijgijzer, Gelderse methode gebruikt men ook wel de combinatie van Goot en Naald. Het binddraad kan ook geschroefd worden "in de rietlat": dus hoewel geschroefd toch een traditioneel of open dak. Het riet op het dak wordt vervolgens met een klopper of drijfbord netjes gelijk gemaakt. De nok van een rieten dak is kwetsbaar en daarom wordt die al eeuwenlang in rietvorsten uitgevoerd in plaats van gebonden riet stro of in heideplaggen, zink of koper. Rietvorsten zijn grote boogvormige nok- of vorstpannen die al of niet met kneedbare dakmortel en/of met een luchtkalkrijke basterdmortel specie worden vastgezet. Keramische nokvorsten speciaal voor rieten daken, kortweg rietvorsten genoemd kunnen zijn Bourgondische, Friese en Rijnlandse rietvorsten, alle met min of meer dezelfde afmetingen 660x235x210 mm. Het meest bekend zijn die in de traditionele kleuren natuurrood gestookt en blauwig duifgrijs gesmoord van rijnlandse klei. In Normandië komt een fraaie bloemenvorst voor: een bed van klei (vermengd met strohaksel) beplant met bloemen als boliris, vetplanten, daklook en dergelijke waarvan de wortels zich vastzetten in de klei en in het riet.

Schroefdak

Het schroefdak is een moderne variant die vooral na 1995 in zwang kwam. Tussen de daksporen en het dekriet wordt een brandwerende plaat aangebracht. Bij brand grijpt het vuur daardoor minder snel om zich heen. Zo'n 'gesloten' dak isoleert beter, maar zal doordat het riet minder goed geventileerd wordt minder lang meegaan dan een op traditionele wijze gedekt dak. Als het riet onvoldoende droogwaait kan het door damptransport van "binnen naar buiten" door en door nat worden en bestaat het gevaar van verrotting van het riet en zelfs kapotvriezen van de nok. Goede ventilatie is bij het gesloten systeem daarom van groot belang. Waar mogelijk wordt een combinatie van beide systemen aangebracht, dat wil zeggen dat tussen beplating en riet een ventilerende spouw wordt aangebracht.

Molens

Bij het rietdekken van een molen wordt geen gebruik gemaakt van ijzerdraad of koperdraad maar van touw, omdat het riet op een vrijwel verticaal oppervlak vanonder ijzerdraad of koperdraad wegschuift. Ook wordt het riet extra dicht op elkaar gelegd. Door de steilte is natuurriet het dekkersmateriaal voor molens en gaat daardoor lang mee.

Eigenschappen

Riet weegt circa 130 kilogram per kubieke meter, zodat een rieten dak van 30 cm dikte ongeveer 39 kg per m² weegt. Hierdoor is het veel lichter dan dakpannen, en vormt het minder een belasting voor de dakconstructie. De warmtegeleidingscoëfficiënt is 0,20 W/mK. Door deze lage waarde is riet een goede warmte-isolator. Het houdt in de winter warmte goed vast, en in de zomer houdt het warmte juist buiten.

Het rieten dak moet om geen water door te laten voldoende afschot hebben en de rietbedekking dient 28 tot 30 cm dik te zijn. Het dak moet minimaal een hoek van 30 graden hebben bij een maximale lengte van ongeveer 2,5 meter. Een iets vlakkere helling wordt op dakkapellen toegepast.

Om te voorkomen dat vogels het riet langs de nok lostrekken wordt daar soms een strook fijnmazig kopergaas of gegalvaniseerd dan wel geplastificeerd kuikengaas over het riet heen gespannen.

Levensduur

Niet alle riet is even geschikt. Het kwalitatief goede riet, dakdekkersriet, is droog, niet verspocht en heeft een stengeldiameter van 5 tot 8 mm. Bij deze variatie in dikten 'ademt' het meer en slaat het minder gauw dicht. Uit de Kop van Overijssel komt veel dakriet. Kalenberger riet wordt wel toegepast op molenkappen. Daarnaast komt er riet uit Friesland (de Makkumerwaard), Noord-Holland, Stellendam, de Nieuwkoopse plassen en de uiterwaarden van de grote rivieren. Ook uit de Camargue, Hongarije, Oostenrijk, Roemenië, Turkije en Polen haalt men riet. Vanuit China wordt sinds 2005 in zeecontainers gesorteerd dakriet geïmporteerd. Van het in Nederland gebruikte riet is 35% uit eigen land afkomstig. Een goed dak gaat zo'n 25 jaar mee, maar daken van 40 jaar oud komen voor. Met betrekking tot levensduur van een rieten dak is de kwaliteit van het gebruikte dekriet belangrijk, maar ook van de hellingshoek en de lengte van het rieten dak, bij 25 graden dit tot 15 jaar, bij 30 graden 10-20 jaar, bij 45 graden 25-45 jaar en bij 50 graden 35 jaar en langer. Overal komt goed en slecht dakdekkersriet vandaan, echter garantie op levensduur wordt niet verleend. Na verloop van tijd verweert het bovenste riet en soms komen er algen op. Worden deze algen niet bestreden dan gaat er ook mos op groeien, echter algvoming is nog ernstiger dan mosvorming. Vooral algvorming moet worden tegen gegaan. Worden algen niet verwijderd dan heeft dit een sterk negatieve invloed op de levensduur van het dak. Schaduw en hoge bomen in de buurt bevorderen de groei van algen. Ook kan houtrook, dat bij onvolledige verbranding veel stikstof kan bevatten, zorgen voor een slijmerige algenlaag waardoor het riet gaat rotten..

Brandgevaar

Brandverzekering voor panden met een 'open' of traditioneel rieten dak kost meer dan bij een hard dak. Bij rieten daken gedekt volgens het nieuwe 'gesloten' daksysteem met steenwolplaten al of niet met spouw is de premie vergelijkbaar met een pannendak.

Een rieten dak wordt soms voorzien van bliksemafleiders, ook zijn er installaties verkrijgbaar die bij brand het dak van buitenaf nathouden.

Kunstriet

Er is ook kunststofriet of kunstriet of kunst shingels op de markt dat gemaakt is van kunststof. Dit verweert minder doordat het niet uit organisch materiaal bestaat en er geen rottingsproces plaats zal vinden. Hierdoor komt ook mos- en alggroei minder voor. Onder invloed van onder andere UV-straling uit het zonlicht zal op lange termijn uiteindelijk ook kunstriet aan verwering onderhevig zijn. Kunstriet verschillende typen en fabricaten kan zelfs op minder steile meer vlakke daken worden toegepast.

Externe link

Zie de categorie Thatched roofs van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.