Richarda van Beieren: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Link zoals de andere namen, Ahr is een doorverwijspagina
link van dp naar juiste pagina, replaced: RoermondRoermond met AWB
Regel 1: Regel 1:
'''Richardis von Scheyern-Wittelsbach''' ([[Kelheim (stad)|Kelheim]], 1173 - [[Roermond (stad)|Roermond]], [[7 december]] 1231) was een dochter van paltsgraaf [[Otto I van Beieren (paltsgraaf)|Otto I van Beieren]] en [[Agnes van Loon]]. Zij huwde in 1186 met [[Otto I van Gelre|Otto I graaf van Gelre]].
'''Richardis von Scheyern-Wittelsbach''' ([[Kelheim (stad)|Kelheim]], 1173 - [[Roermond (stad)|Roermond]], [[7 december]] 1231) was een dochter van paltsgraaf [[Otto I van Beieren (paltsgraaf)|Otto I van Beieren]] en [[Agnes van Loon]]. Zij huwde in 1186 met [[Otto I van Gelre|Otto I graaf van Gelre]].
Richardis was een belangrijk persoon in de Gelderse politiek. Haar familie voerde dezelfde leeuw in haar wapen als de Gelderse graven.<ref>{{Aut|W. Volkert}} (1980), ''Die Bilder in den Wappen der Wittelsbacher'', München, Zürich</ref> Zij was diep religieus. Na het overlijden van Otto I in 1207 liet ze een woning bouwen op de Elberg in de buurt van het kluizenaarsklooster [[Bethlehem (Doetinchem)|Bethlehem]] bij Doetinchem waar zij van tijd tot tijd verbleef.<ref>{{Aut|Hans de Beukelaer}} (1995), ''Uit Bethlehem geboren'', Fagus Aalten</ref><ref>{{Aut|Willem Laurens Bouwmeester}} (1903), ''Het klooster Bethlehem bij Doetinchem'', Misset Doetinchem</ref> Daar wijdde zij zich aan God en zij steunde de kloostergemeenschap.<ref name=Harenberg>{{Aut|E. Harenberg}} (1987), ''Twee dertiende-eeuwse oorkonden opnieuw bekeken. Een getuigenverklaring uit 1299 van gravin-weduwe Richardis voor het klooster Bethlehem en het Harderwijkse stadsrecht van 11 juni 1231'', Gelre 78</ref>
Richardis was een belangrijk persoon in de Gelderse politiek. Haar familie voerde dezelfde leeuw in haar wapen als de Gelderse graven.<ref>{{Aut|W. Volkert}} (1980), ''Die Bilder in den Wappen der Wittelsbacher'', München, Zürich</ref> Zij was diep religieus. Na het overlijden van Otto I in 1207 liet ze een woning bouwen op de Elberg in de buurt van het kluizenaarsklooster [[Bethlehem (Doetinchem)|Bethlehem]] bij Doetinchem waar zij van tijd tot tijd verbleef.<ref>{{Aut|Hans de Beukelaer}} (1995), ''Uit Bethlehem geboren'', Fagus Aalten</ref><ref>{{Aut|Willem Laurens Bouwmeester}} (1903), ''Het klooster Bethlehem bij Doetinchem'', Misset Doetinchem</ref> Daar wijdde zij zich aan God en zij steunde de kloostergemeenschap.<ref name=Harenberg>{{Aut|E. Harenberg}} (1987), ''Twee dertiende-eeuwse oorkonden opnieuw bekeken. Een getuigenverklaring uit 1299 van gravin-weduwe Richardis voor het klooster Bethlehem en het Harderwijkse stadsrecht van 11 juni 1231'', Gelre 78</ref>
De Gelderse graven hadden nauwe banden met de cisterciënzer orde met name met het [[klooster Kamp]]. Samen met haar man was Richardis lid van de gebedsgemeenschap van de abdij van Altenberg. Einde 12de eeuw had Otto I het plan zelf een cisterciënzer klooster te stichten maar had dit niet ten uitvoer gebracht. Tien jaar na het overlijden van haar man wilde Richardis toetreden tot deze orde. Omdat Gelre geen cisterciënzer klooster bezat stichtte haar zoon graaf [[Gerard III van Gelre|Gerard III]] in 1218 in [[Roermond]] het [[Munsterabdij|Onze-Lieve-Vrouwenmunster]]. Richardis werd de eerste abdis van deze vrouwenabdij. De abt van de abdij Kamp werd als visitator aangesteld.<ref>{{Aut|M. Dillo}} (1988) 'De stichting en wijzing van de Munsterabdij te Roermond, 1228-1220, en de vermeende wijding in 1124' in: ''De Maasgouw 99'' p.10-16</ref>
De Gelderse graven hadden nauwe banden met de cisterciënzer orde met name met het [[klooster Kamp]]. Samen met haar man was Richardis lid van de gebedsgemeenschap van de abdij van Altenberg. Einde 12de eeuw had Otto I het plan zelf een cisterciënzer klooster te stichten maar had dit niet ten uitvoer gebracht. Tien jaar na het overlijden van haar man wilde Richardis toetreden tot deze orde. Omdat Gelre geen cisterciënzer klooster bezat stichtte haar zoon graaf [[Gerard III van Gelre|Gerard III]] in 1218 in [[Roermond (stad)|Roermond]] het [[Munsterabdij|Onze-Lieve-Vrouwenmunster]]. Richardis werd de eerste abdis van deze vrouwenabdij. De abt van de abdij Kamp werd als visitator aangesteld.<ref>{{Aut|M. Dillo}} (1988) 'De stichting en wijzing van de Munsterabdij te Roermond, 1228-1220, en de vermeende wijding in 1124' in: ''De Maasgouw 99'' p.10-16</ref>


In 1228 stichtte zij het klooster Mariënhorst bij Deventer.<ref>{{Aut|I.A. Nijhoff}} (1830), ‘’Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland’’, deel I, oorkonde 301</ref>
In 1228 stichtte zij het klooster Mariënhorst bij Deventer.<ref>{{Aut|I.A. Nijhoff}} (1830), ‘’Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland’’, deel I, oorkonde 301</ref>

Versie van 11 jun 2015 11:24

Richardis von Scheyern-Wittelsbach (Kelheim, 1173 - Roermond, 7 december 1231) was een dochter van paltsgraaf Otto I van Beieren en Agnes van Loon. Zij huwde in 1186 met Otto I graaf van Gelre. Richardis was een belangrijk persoon in de Gelderse politiek. Haar familie voerde dezelfde leeuw in haar wapen als de Gelderse graven.[1] Zij was diep religieus. Na het overlijden van Otto I in 1207 liet ze een woning bouwen op de Elberg in de buurt van het kluizenaarsklooster Bethlehem bij Doetinchem waar zij van tijd tot tijd verbleef.[2][3] Daar wijdde zij zich aan God en zij steunde de kloostergemeenschap.[4] De Gelderse graven hadden nauwe banden met de cisterciënzer orde met name met het klooster Kamp. Samen met haar man was Richardis lid van de gebedsgemeenschap van de abdij van Altenberg. Einde 12de eeuw had Otto I het plan zelf een cisterciënzer klooster te stichten maar had dit niet ten uitvoer gebracht. Tien jaar na het overlijden van haar man wilde Richardis toetreden tot deze orde. Omdat Gelre geen cisterciënzer klooster bezat stichtte haar zoon graaf Gerard III in 1218 in Roermond het Onze-Lieve-Vrouwenmunster. Richardis werd de eerste abdis van deze vrouwenabdij. De abt van de abdij Kamp werd als visitator aangesteld.[5]

In 1228 stichtte zij het klooster Mariënhorst bij Deventer.[6] Richardis overleefde haar zoon Gerard III graaf van Gelre die in 1229 overleed. Haar kleinzoon Otto II graaf van Gelre en Zutphen verleende in 1231 stadsrechten aan Harderwijk. Waarschijnlijk zijn deze rechten in opdracht van Richardis overgeschreven van de Roermondse rechten.[4]

Richarda werd begraven in de abdij van Roermond.

Kinderen

Uit het huwelijk met Otto I zijn de volgende kinderen bekend: