Trekschuit: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Effe save, meebezig
effe save
Regel 5: Regel 5:
[[Bestand:Trekschuit-nieuweramstel1730.JPG|thumb|Tekening van een trekschuit op de [[Nieuweramstel]] rond 1700-1725]]
[[Bestand:Trekschuit-nieuweramstel1730.JPG|thumb|Tekening van een trekschuit op de [[Nieuweramstel]] rond 1700-1725]]
[[Bestand:Trekkers van vrachtschip Towing a ship.jpg|thumb|Ook andere binnenschepen werden bij gelegenheid gejaagd, maar ze werden daarmee nog geen trekschuit genoemd]]
[[Bestand:Trekkers van vrachtschip Towing a ship.jpg|thumb|Ook andere binnenschepen werden bij gelegenheid gejaagd, maar ze werden daarmee nog geen trekschuit genoemd]]
Een '''trekschuit''' is een historisch [[schip (transportmiddel)|schip]] met een kajuit, dat vanaf de wal werd voortgetrokken. De trekschuit werd vooral gebruikt voor vervoer van passagiers.
Een '''trekschuit''' is een historisch [[schip (transportmiddel)|schip]] met een kajuit, dat vanaf de wal werd voortgetrokken. De trekschuit werd vooral gebruikt voor vervoer van passagiers. De trekschuit ontstond uit de [[beurtvaart]], maar had ten opzichte van gezeilde schepen het voordeel van een betrouwbare dienstregeling.


==Werking van het systeem==
==Werking van het systeem==
Het schip werd voortgetrokken door de [[snikjong]], ook wel [[jagertje]] genoemd, en de handeling heet [[jagen (schip)|jagen]]. Het pad waarlangs de jager loopt heet [[jaagpad]]. De lijn werd aan scheepszijde veelal op enige hoogte aan een mast vastgemaakt zodat deze over bosschages en dergelijke heen liep. Op scherpe hoeken, kruisingen van vaarten en dergelijke stonden [[rolpaal (paal)|rolpalen]] waar de lijn buitenom werd geleid, om te voorkomen dat het schip de kant in werd getrokken.<ref>Frans Prins e.a.: Punterbouw Schreur, 11 generaties punterbouwers. Giethoorn 2008, blz. 77</ref>
Het schip werd voortgetrokken door de [[snikjong]], ook wel [[jagertje]] genoemd, en de handeling heet [[jagen (schip)|jagen]]. Het pad waarlangs de jager loopt, noemt men [[jaagpad]]. De lijn werd aan scheepszijde veelal op enige hoogte aan een mast vastgemaakt zodat deze over bosschages en dergelijke heen liep. Op scherpe hoeken, kruisingen van vaarten en dergelijke stonden [[rolpaal (paal)|rolpalen]] waar de lijn buitenom werd geleid, om te voorkomen dat het schip de kant in werd getrokken.<ref>Frans Prins e.a.: Punterbouw Schreur, 11 generaties punterbouwers. Giethoorn 2008, blz. 77</ref>


===Soorten schepen===
===Soorten schepen===
Regel 14: Regel 14:


===Organisatie van het vervoer===
===Organisatie van het vervoer===
Als natuurlijke waterwegen al geschikt waren voor trekvaart, dan vergde de aanleg van een jaagpad, rolpalen, steigers en dergelijke nog een zekere investering. Daarnaast zijn in de loop van de eeuwen verschillende kanalen speciaal voor de trekvaart gegraven. De kosten en opbrengsten kwamen meest voor rekening van de steden, maar er waren ook wel particuliere investeerders bij betrokken. De steden aan weerszijden van een verbinding stelden samen eisen aan schippers en schepen op, bepaalden de tarieven en een dienstregeling. Daarna werden sommige schippers bij vergunning aan de regeling gebonden en andere buitengesloten. De schepen waren meest gemeenschappelijk bezit van een [[Gilde (beroepsgroep)|gilde]], waarvoor een aanzienlijk entreegeld betaald moest worden.



==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
Regel 23: Regel 23:


===Concurrentie===
===Concurrentie===
Vervoer over land was in het drassige westen en noorden van de Nederlanden lange tijd geen concurrent van betekenis. Dat veranderde met de aanleg van de [[Rijksstraatweg]]en begin negentiende eeuw, waardoor [[diligence]]s aan belang konden winnen. Daarnaast leed de trekschuit in deze periode reputatieverlies, zodat in 1835 "een fatsoenlijk man" alleen nog met de trekschuit ging als het niet anders kon. Vier jaar daarna werd in Nederland de eerste spoorverbinding geopend, langs het drukst bevaren traject van de trekschuit: Amsterdam - Haarlem. De spoorwegen namen het passagiersvervoer in de daaropvolgende decennia bijna geheel van de trekschuit en de diligence over. Alleen op plaatsen waar geen spoor lag, kon de trekschuit zich nog enige tijd handhaven. Op het water werd de trekschuit bedreigd door de komst van de [[Stoomboot|stoomvaart]], waarbij met name de [[Beurtvaart#Eind_negentiende_eeuw:_de_beurtvaartrederijen|beurtvaartrederijen]] zich op het personenvervoer richtten.
Vervoer over land was in het drassige westen en noorden van de Nederlanden lange tijd geen concurrent van betekenis. Dat veranderde met de aanleg van de [[Rijksstraatweg]]en begin negentiende eeuw, waardoor [[diligence]]s aan belang konden winnen. Daarnaast leed de trekschuit in deze periode reputatieverlies, zodat rond 1835 "een fatsoenlijk man" alleen nog met de trekschuit ging als het niet anders kon. Vier jaar daarna werd in Nederland de eerste spoorweg geopend, langs het drukst bevaren traject van de trekschuit: Amsterdam - Haarlem. Op het water kreeg de trekschuit concurrentie van de [[stoomboot]] en diverse rederijen openden diensten voor passagiersvervoer. In de loop van de negentiende eeuw verdrongen trein en stoomboot de trekschuit bijna geheel uit het vervoer. Alleen op plaatsen waar geen spoorwegen lagen en waarvoor de investering van stoomboten niet lonend was, kon de trekschuit zich nog enige tijd handhaven.


==Zie ook==
==Zie ook==

Versie van 28 jun 2015 15:19

Mee bezig Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.
Trekschuit op de Vliet nabij Leiden in 1642
Binnenkant van een trekschuit op de Haarlemmertrekvaart in 1760
Groninger trekschuit (snik) in 1877
Tekening van een trekschuit op de Nieuweramstel rond 1700-1725
Ook andere binnenschepen werden bij gelegenheid gejaagd, maar ze werden daarmee nog geen trekschuit genoemd

Een trekschuit is een historisch schip met een kajuit, dat vanaf de wal werd voortgetrokken. De trekschuit werd vooral gebruikt voor vervoer van passagiers. De trekschuit ontstond uit de beurtvaart, maar had ten opzichte van gezeilde schepen het voordeel van een betrouwbare dienstregeling.

Werking van het systeem

Het schip werd voortgetrokken door de snikjong, ook wel jagertje genoemd, en de handeling heet jagen. Het pad waarlangs de jager loopt, noemt men jaagpad. De lijn werd aan scheepszijde veelal op enige hoogte aan een mast vastgemaakt zodat deze over bosschages en dergelijke heen liep. Op scherpe hoeken, kruisingen van vaarten en dergelijke stonden rolpalen waar de lijn buitenom werd geleid, om te voorkomen dat het schip de kant in werd getrokken.[1]

Soorten schepen

Er werden voor de trekvaart speciale scheepstypen gebruikt. Deze moesten vrij licht zijn om zo toch enige snelheid te kunnen maken. Ze werden veelal getrokken door een paard in draf en haalden naar schatting een snelheid van zeven kilometer per uur. Uit tekeningen uit de 17e eeuw blijkt dat trekschuiten vaak rechte vallende stevens hadden. In Groningen en Zuid-Holland werd de snebbeschuit hiervoor veel gebruikt. In Noord-Holland werden trekschuiten veelal als kaag aangeduid. In 1621 stelde het Groninger stadsbestuur ronde voorstevens verplicht, waardoor de spitse praam ontstond. Een scheepstype dat zeer veel voor trekvaart is gebruikt, is de snik. In 1645 worden de snikkeschippers voor het eerst genoemd, namelijk in Leeuwarden.[2]

Organisatie van het vervoer

Als natuurlijke waterwegen al geschikt waren voor trekvaart, dan vergde de aanleg van een jaagpad, rolpalen, steigers en dergelijke nog een zekere investering. Daarnaast zijn in de loop van de eeuwen verschillende kanalen speciaal voor de trekvaart gegraven. De kosten en opbrengsten kwamen meest voor rekening van de steden, maar er waren ook wel particuliere investeerders bij betrokken. De steden aan weerszijden van een verbinding stelden samen eisen aan schippers en schepen op, bepaalden de tarieven en een dienstregeling. Daarna werden sommige schippers bij vergunning aan de regeling gebonden en andere buitengesloten. De schepen waren meest gemeenschappelijk bezit van een gilde, waarvoor een aanzienlijk entreegeld betaald moest worden.

Geschiedenis

Het ontstaan van de trekschuit wordt in verband gebracht met de opening van het kanaal Willebroek - Brussel in 1561. Bekend is dat Willem van Oranje in 1577 met een trekschuit over dit kanaal reisde. Ook is bekend dat in 1582 bij Leiden reizigersvervoer per trekschuit plaats vond. De oudst bekende akte voor reizigersvervoer per trekschuit dateert uit 1618 van de route Brussel - Antwerpen. In het gewest Holland, Friesland en in Stad en Lande werden na 1632 veel trekvaarten gegraven.[3]

Bloeiperiode

In de 17e en 18e eeuw waren er in deze gewesten veel verbindingen die met trekschuiten werden onderhouden. Tot de komst van de spoorwegen in de 19e eeuw was de trekschuit de meest comfortabele en regelmatige wijze van transport tussen de steden en dorpen die met trekvaarten waren verbonden. Het is één van de voorlopers van modern openbaar vervoer geweest: de schuit voer volgens dienstregeling en nam iedereen mee die bereid was om het vastgelegde bedrag te betalen.

Concurrentie

Vervoer over land was in het drassige westen en noorden van de Nederlanden lange tijd geen concurrent van betekenis. Dat veranderde met de aanleg van de Rijksstraatwegen begin negentiende eeuw, waardoor diligences aan belang konden winnen. Daarnaast leed de trekschuit in deze periode reputatieverlies, zodat rond 1835 "een fatsoenlijk man" alleen nog met de trekschuit ging als het niet anders kon. Vier jaar daarna werd in Nederland de eerste spoorweg geopend, langs het drukst bevaren traject van de trekschuit: Amsterdam - Haarlem. Op het water kreeg de trekschuit concurrentie van de stoomboot en diverse rederijen openden diensten voor passagiersvervoer. In de loop van de negentiende eeuw verdrongen trein en stoomboot de trekschuit bijna geheel uit het vervoer. Alleen op plaatsen waar geen spoorwegen lagen en waarvoor de investering van stoomboten niet lonend was, kon de trekschuit zich nog enige tijd handhaven.

Zie ook