Koloniale Tentoonstelling (Parijs, 1931)

Paviljoen van Togo

De Koloniale Tentoonstelling van Parijs was van 6 mei tot 15 november 1931.

Het Franse koloniale rijk was aan het einde van de 19de eeuw behoorlijk uitgegroeid. Indochina werd opgericht, in 1893 werd Laos toegevoegd en in 1900 de baai van Kanton. Ook de invloed van Frankrijk in Noord-Afrika was enorm gegroeid en om daar na de Eerste Wereldoorlog, toen ook nog de mandaatgebieden Syrië, Libanon, Togo en Kameroen waren toegevoegd, de nadruk op te vestigen, werd er een wereldtentoonstelling in het Bois de Vincennes in Parijs opgericht die de hele zomer van 1931 open was. Er deden 26 gebiedsdelen mee aan de tentoonstelling en er kwamen 33.000.000 bezoekers.

Uit alle Franse koloniale gebieden werden mensen gehaald die in hun eigen stijl hutten maakten, dansen opvoerden en kunstwerken maakten.

Natuurlijk waren er ook mensen die van mening waren dat Frankrijk zijn koloniën exploiteerde. In augustus 1931 werd een tegen-tentoonstelling geopend, die was georganiseerd door de Franse Communistische Partij (PCF). In acht maanden tijd trok deze 5000 bezoekers.