Eerste Kamerverkiezingen 1948: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k N.a.v. hernoeming/verwijdering categorie |
Linkfix |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
De '''Eerste Kamerverkiezingen 1948''' waren tussentijdse [[Eerste Kamerverkiezingen|Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal]]. Zij vonden plaats op 8 juli 1948. |
De '''Eerste Kamerverkiezingen 1948''' waren tussentijdse [[Eerste Kamerverkiezingen|Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal]]. Zij vonden plaats op 8 juli 1948. |
||
De verkiezingen waren noodzakelijk geworden door de ontbinding van de [[Eerste Kamer der Staten-Generaal|Eerste Kamer]], nadat een [[Nederlandse_Grondwet#1946 en 1948|voorstel tot Grondwetsherziening]] in eerste lezing door [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] en Eerste Kamer aangenomen was. Bij deze verkiezingen kozen de leden van de [[Provinciale Staten (Nederland)|Provinciale Staten]] - die op 29 mei 1946 bij de |
De verkiezingen waren noodzakelijk geworden door de ontbinding van de [[Eerste Kamer der Staten-Generaal|Eerste Kamer]], nadat een [[Nederlandse_Grondwet#1946 en 1948|voorstel tot Grondwetsherziening]] in eerste lezing door [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] en Eerste Kamer aangenomen was. Bij deze verkiezingen kozen de leden van de [[Provinciale Staten (Nederland)|Provinciale Staten]] - die [[Provinciale Statenverkiezingen 1946|op 29 mei 1946 bij de Statenverkiezingen]] gekozen waren - in vier kiesgroepen<ref name="kiesgroep">Zie [[Eerste Kamerverkiezingen]] voor een nadere toelichting.</ref> een geheel nieuwe Eerste Kamer. |
||
De uitslag van de verkiezingen was als volgt: |
De uitslag van de verkiezingen was als volgt: |
||
Versie van 4 feb 2019 17:07
De Eerste Kamerverkiezingen 1948 waren tussentijdse Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 8 juli 1948.
De verkiezingen waren noodzakelijk geworden door de ontbinding van de Eerste Kamer, nadat een voorstel tot Grondwetsherziening in eerste lezing door Tweede Kamer en Eerste Kamer aangenomen was. Bij deze verkiezingen kozen de leden van de Provinciale Staten - die op 29 mei 1946 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - in vier kiesgroepen[1] een geheel nieuwe Eerste Kamer.
De uitslag van de verkiezingen was als volgt:
| Partij | Zetels | Verschil | Zetelverdeling naar kiesgroep[1] | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1946 | 1948 | I[2] | II[3] | III[4] | IV[5] | ||
| Katholieke Volkspartij | 17 | 17 | 0 | 9 | 3 | 2 | 3 |
| Partij van de Arbeid | 14 | 14 | 0 | 2 | 4 | 4 | 4 |
| Anti-Revolutionaire Partij | 7 | 7 | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 |
| Christelijk-Historische Unie | 5 | 5 | 0 | 1 | 2 | 1 | 1 |
| Communistische Partij van Nederland | 4 | 4 | 0 | 0 | 1 | 2 | 1 |
| Partij van de Vrijheid[6] | 3 | - | |||||
| Volkspartij voor Vrijheid en Democratie[6] | - | 3 | |||||
| subtotaal | 3 | 3 | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 |
| Totaal | 50 | 50 | 0 | 13 | 13 | 12 | 12 |
Gekozenen
Bronnen
Noten |