Spelter

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Spelter (ook wel kunstbrons, artistiek brons, zink of zinc d'art (fr.), of minder juist régule (fr.)[1]) is een zink- en loodlegering die na verloop van tijd op brons lijkt, maar die zachter is en een lager smeltpunt heeft. De Nederlandse benaming voor deze zinklegering wordt niet eenduidig toegepast. De legering werd vooral gebruikt vanaf het einde van de 19de eeuw tot in de eerste helft van de 20e eeuw.

Spelter mag niet verward worden met Zamak, een legering van zink en aluminium, die nog steeds een groot toepassingsgebied heeft.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Op zicht is het verschil tussen brons (legering van koper en tin) en spelter moeilijk te zien,[2] daarom werd het in Frankrijk vanaf 1910 wettelijk verplicht de vermelding "bronze imitation" op de voorwerpen in spelter aan te brengen.[3]

Spelter is eerder zacht en broos, het is lichter dan brons en het breekt gemakkelijk. Het kan van brons worden onderscheiden door in de patina te krassen: spelter is zilverkleurig, terwijl brons goudkleurig is. Scheuren, deuken en corrosie komen vaker voor bij spelter. Bij het aantikken van het voorwerp zal spelter een matte klank geven, terwijl het brons een eerder hoog geluid (belklank) zal produceren.[4]

Het is een goedkope legering die gemakkelijk kan worden gegoten, maar achteraf niet in koude toestand bewerkt kan worden (beitelen, graveren, e.d.). De nauwkeurigheid en graad van afwerking wordt bepaald door de mal waaruit het voorwerp gegoten wordt.[5] Na het gieten wordt het voorwerp doorgaans geschilderd of verguld.[6]

Toepassing[bewerken | brontekst bewerken]

Klok in spelter vervaardigd door L & F Moreau (rond 1900)

Spelter vindt zijn oorsprong in China en Oost-Indië en werd in de 16e eeuw in Europa geïmporteerd,[7] maar pas op grote schaal gebruikt vanaf het midden van de 19de eeuw, toen er grote vraag was naar een goedkoop alternatief voor brons voor kunstvoorwerpen.[2] Vóór die periode werd de term "kunstzink" ("zinc d'art") gebruikt omdat zink het hoofdbestanddeel was.[5]

Spelter werd vanaf de jaren 1860 gebruikt voor het maken van kleine en iets grotere beelden, kandelaars, klokken, tafelgerei, plantenbakken, verlichtingsarmaturen en andere sierlijke voorwerpen.[8]

In het begin van de 20e eeuw gebruikten onder andere de beeldhouwers Louis en François Moreau spelter voor hun art nouveau- en art deco-beeldjes en andere voorwerpen die ze op grote schaal vervaardigden.

Spelter werd tot in de jaren 1930 frequent gebruikt voor kleine art deco-beeldjes, daarna werd het gebruik zeldzaam.