Stijf kroesmos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stijf kroesmos
Stijf kroesmos
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Bryophyta (Mossen)
Klasse:Bryopsida
Orde:Orthotrichales
Familie:Orthotrichaceae
Geslacht:Ulota
Soort
Ulota coarctata
(P. Beauv.) Hammar (1852)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Stijf kroesmos op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Het Stijf kroesmos (Ulota coarctata) is een bladmos behorend tot de familie Orthotrichaceae. Het is een pionier op bomen. Het komt voor op boomschors.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

U. coarctata vormt kleine, losse, dof groene, gelig of bruinige plukjes van ongeveer 1 cm hoog. De smal spiesvormige bladeren zijn ongeveer 3 mm lang en lopen uit in een nogal stomp puntje. De nervuur verdwijnt onder de top. Bladeren staan rechtop wanneer vochtig en worden lichtjes gedraaid als ze opdrogen. Kenmerkende bleekwitte-bruine, peervormige, bijna volledig gladde sporenkapsels met een kleine, sterk vernauwde mond komen vaak voor in de herfst. De buitenste peristoomtanden staan rechtop wanneer droog. De calyptra is harig.

Habitat[bewerken | brontekst bewerken]

Ulota bruchii groeit op boomschors.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland komt het stijf kroesmos zeer zeldzaam voor. Het staat op de rode lijst in de categorie 'gevoelig'. Verder staat het op de Europese Rode Lijst als regionaal bedreigd. Het was sinds 1906 lange tijd niet meer gevonden. Vanaf 1984 is dit mos in Nederland weer op enkele plekken gevonden in wilgen- en populierenbossen. Het betreft in de meeste gevallen vestigingen van een enkel polletje op een enkele boom. In de Biesbosch bevond zich tijdelijk een bescheiden populatie. In de loop der jaren is de soort hier op ca. 40 wilgen gevonden. In enkele soortenrijke, jonge griendbossen (met pollen op diverse, dicht bij elkaar staande bomen) had de soort zich vermoedelijk lokaal uitgebreid na een eerste vestiging. Na 1994 is Ulota coarctata niet meer in de Biesbosch waargenomen, waarschijnlijk door het verdwijnen van geschikte, jonge (ca. 15 jaar oude) verwilderingsstadia van wilgengrienden. Van een bestendige hervestiging van Ulota coarctata in Nederland leek in 2007 nog geen sprake.

Foto's[bewerken | brontekst bewerken]