Naar inhoud springen

Stonemans Raid van 1865

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mee bezig Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.
George Stoneman, later (1883-1887) gouverneur van Californië
Zeven ambulances en twee kwartiermeesterwagens bij Brandy Station in mei 1864
Alvan Cullem Gillem

Stonemans Raid van 1865, ook Stonemans Laatste Raid genoemd, was een inval in en rond het westen van North Carolina en het zuidwesten van Virginia, tijdens de laatste fase van de Amerikaanse Burgeroorlog, door de cavalerie van de Noordelijke Staten. Het doel ervan was het leger van Robert E. Lee zoveel mogelijk te hinderen in zijn bevoorrading vanuit het zuiden en ook bij hun eventuele aftocht uit Richmond. De daartoe gekozen middelen waren niet alleen het inmiddels gebruikelijke vernielen van spoorwegen maar ook het aanvallen van burgerlijke doelen om zowel levering van materieel als het moreel van de bevolking te treffen. De tocht, door 4 à 6000 cavaleristen, duurde van 23 maart tot 27 april 1865 en ging over een afstand van duizend kilometer.

De militaire schade voor de Zuidelijke Staten was niet te overzien, het oorlogvoerend potentieel van het hele gebied werd vernietigd.[1] Het was een vroeg voorbeeld van totale oorlog; het bracht de naam van Stoneman roem in het Noorden, al wordt hij ook daar zelden in de geschiedenis vermeld, en schande in het Zuiden.

Plan en voorbereidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat hij in oktober 1864 door een krijgsgevangenenruil was vrijgekomen werd George Stoneman vervangend officier voor generaal John Schofield. Hij stelde voor een inval te doen in het zuidwesten van Virginia, gericht op het vernielen van de Virginia and Tennessee Railroad en vervolgens in North Carolina, gericht op Salisbury en zijn grote gevangenis, waar veel krijgsgevangenen werden vastgehouden. Hij kreeg eerst toestemming voor het eerste deel van zijn plan, wat leidde tot Stonemans Raid van 1864. In februari 1865 gaf opperbevelhebber Ulysses S. Grant via generaal Thomas toestemming voor het uitvoeren van het volgende deel van het plan. Stoneman kreeg nu de opdracht het oostelijke deel van de Virginia and Tennessee Railroad, en vooral het Cambria station in Christiansburg, te verwoesten, evenals de North Carolina Railroad en de lijn Danville - Greensboro, zodat Robert E. Lee deze routes niet zou kunnen gebruiken om zijn leger vanuit Richmond en Petersburg terug te trekken.[2][3] De opdracht vermeldde daarbij de ongewone specificatie dat Stoneman moest "verwoesten maar geen veldslagen leveren".

Het kostte Stoneman moeite om voldoende paarden te vinden voor de negen beoogde regimenten, maar uiteindelijk kon hij deze eind maart verzamelen bij Mossy Creek in Tennessee. Grant had intussen op 9 maart naar Thomas getelegrafeerd dat Stoneman genoeg zou hebben aan 1500 manschappen, aangezien er weinig tegenstand verwacht werd, maar deze laatste hield vast aan zijn oorspronkelijke streven naar het drie- of viervoudige daarvan. Bovendien werd hij, niet voor de eeste keer, toen ernstig gehinderd door aambeien. Bij de divisie hoorden ook tien ambulances, een kwartiermeesterswagen, vier kanonnen en hun munitiewagens. De commandant was Alvan Cullem Gillem. Aan het hoofd van de Zuidelijke tropen in het beoogde gebied stond generaal P.G.T. Beauregard, die, eenmaal op de hoogte van hun komst, versterkingen stuurde naar Salisbury, Greensboro en Danville.

Raid[bewerken | brontekst bewerken]

Bij hun vertrek uit Morristown op 23 maart kreeg elke soldaat een overjas, proviand voor een dag (ervan uitgaand dat de verdere voedselvoorziening uit lokale bronnen zou komen), vier hoefijzers met bijbehorende nagels, en vijfenzestig munitiepatronen.

Stonemans Laatste Raid
Gevangenis van Salisbury, NC, in 1864

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (en) Hartley, Chris: Stoneman's Raid, 1865. Winston-Salem: John F. Blair (2010) ISBN 9780895873774
  • (en) Barrett, John G.: The Civil War in North Carolina. The University of North Carolina Press (1963) ISBN 9780807845202