Tõnu Õnnepalu
Tõnu Õnnepalu | ||||
---|---|---|---|---|
Tõnu Õnnepalu in Tallinn in 2009
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 13 september 1962 | |||
Geboorteplaats | Tallinn | |||
Land | ![]() | |||
Beroep | schrijver en vertaler | |||
|
Tõnu Õnnepalu (Tallinn, 13 september 1962) is een Estische schrijver en vertaler. Hij schrijft ook onder de pseudoniemen Emil Tode en Anton Nigov.
Leven
Tõnu Õnnepalu studeerde van 1980 tot 1985 biologie aan de Universiteit Tartu. Tot 1987 was hij leraar, daarna referent in het Estische Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanaf 1988 is hij schrijver van beroep en ook vertaler Frans. Hij is tevens redacteur bij het cultuurtijdschrift Vikerkaar.
Werken
Na eerst drie gedichtenbundels te hebben gepubliceerd, brak Tõnu Õnnepalu onder het pseudoniem Emil Tode door met de roman Piiririik (1993, Nederlandse vertaling Grensgebied,1996). Hierin heeft een jonge intellectueel uit Oost-Europa een beurs gekregen voor Parijs. Hier en in Amsterdam, dat hij ook bezoekt, merkt hij de verschillen tussen Oost en West. Er blijkt, ook na het vallen van de Berlijnse Muur, nog steeds een mentale grens te bestaan tussen Oost- en West-Europa. Ook homoseksualiteit, de dood en decadentie zijn thema's in deze roman, die bestaat uit brieven die niet verstuurd zijn. In zijn tweede roman Hind uit 1995 vlucht een medewerker van het Estische Ministerie van Buitenlandse Zaken naar Spanje en Portugal. Het thema van de homoseksualiteit komt in dit boek sterk naar voren. Printsess (1997) speelt zich voornamelijk af in een pension in Beieren en heeft als thema's God, liefde en dood. Harjutused (2002), geschreven onder het pseudoniem Anton Nigov, is autobiografisch en speelt zich af in Parijs. In dit werk haalt de schrijver veel collega-schrijvers aan. Parijs is ook een belangrijke locatie in Raadio (2002), geschreven onder het pseudoniem Emil Tode. Veel passages uit het Frans, Duits en Russisch worden hierin aangehaald. In 2009 verscheen Paradiis, gevolgd door Mandala (2012), dat gaat over een eenzame man en zijn twee katten.
Zijn gedicht Inquiétude du fini is voorzien van muziek door Erkki-Sven Tüür.
Bibliografie
Romans
- 1993 "Piiririik", uitg. Tuum, Tallinn, 186 p. Onder pseudoniem Emil Tode. Nederlandse vertaling "Grensgebied", 1997 door Marianne Vogel en Cornelius Hasselblatt, Amsterdam: Meulenhoff, 140 p.
- 1995 "Hind", uitg. Tuum, Tallinn, 206 p.
- 1997 "Printsess", uitg. Täht, Tallinn, 137 p. Onder pseudoniem Emil Tode.
- 2002 "Raadio", uitg. Eesti Keele Sihtasutus, Tallinn, 446 p. Onder pseudoniem Emil Tode.
- 2009 "Paradiis", uitg. Varrak, Tallinn, 192 p.
- 2012 "Mandala", uitg. Varrak, Tallinn, 243 p.
Gedichtenbundels
- 1985 "Jõeäärne maja", uitg. Eesti Raamat, Tallinn, 47 p.
- 1988 "Ithaka", uitg. Eesti Raamat, Tallinn, 81 p.
- 1990 "Sel maal", uitg. Eesti Raamat, Tallinn, 54 p.
- 1996 "Mõõt", uitg. abraxas, Tuum, Tallinn, 64 p. Onder pseudoniem Emil Tode.
- 2005 "Enne heinaaega ja hiljem", uitg. Eesti Keele Sihtasutus, Tallinn, 310 p.
- 2009 "Kevad ja suvi ja", uitg. Varrak, Tallinn, 189 p.
- 2012 "Kuidas on elada", uitg. Varrak, Tallinn, 98 p.
Essayverzamelingen
- 2011 "Ainus armastus", uitg. Varrak, Tallinn, 355 p.
Dagboeken
- 2002 "Harjutused", uitg. Eesti Keele Sihtasutus, Tallinn, 310 p. Onder pseudoniem Anton Nigov.
- 2008 "Flandria päevik", uitg. Varrak, Tallinn, 338 p.
Literatuur
- Hasselblatt, Cornelius 2006: Geschichte der estnischen Literatur. Berlin: Walter de Gruyter, 735-737