Teenkootje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Wimpus (overleg | bijdragen) op 12 apr 2019 om 16:16. (Versie 53571272 van BoH (overleg) ongedaan gemaakt. Even maar dit ongedaan maken. Weer verwarring enkelvoud en meervoud. Latijn: phalanx is kootje = enk. Phalanges is kootjes. Nu lijkt het alsof phalanges het enkelvoud is. De Nederlandse variant falangen staat ook niet als Nederlands nu aangegeven. Als je het onderscheid niet weet tussen enkelv en meerv. controleer dan dat eerst.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Teenkootjes zijn kleine stukjes bot. Ze bevinden zich, zoals de naam al aangeeft, in tenen en geven stevigheid hieraan. Daarnaast hechten strek- en buigpezen zich eraan. De teenkootjes zijn het uiteinde van de voeten. In het latijn worden deze 'phalanges' (Ned: falangen[1]) genoemd.

Anatomisch gezien bestaan de tenen uit drie soorten falangen:

De grote teen heeft in tegenstelling tot de overige tenen niet drie maar twee kootjes.

Bij de vingers spreekt men van vingerkootjes.

Literatuurverwijzingen

  1. Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.