That's Life! (film)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
That's Life!
Regie Blake Edwards
Producent Tony Adams
Jonathan D. Krane
Scenario lake Edwards
Milton Wexler
Hoofdrollen Jack Lemmon
Julie Andrews
Sally Kellerman
Robert Loggia
Jennifer Edwards
Rob Knepper
Matt Lattanzi
Chris Lemmon
Cynthia Sikes
Dana Sparks
Emma Walton
Felicia Farr
Muziek Henry Mancini
Cinematografie Anthony B. Richmond
Productiebedrijf Blake Edwards Entertainment
Delphi V Productions
Paradise Cove Entertainment
Ubilam Productions
Distributie Columbia Pictures
Première 26 september 1986 Vlag
Genre Dramedy
Speelduur 102 minuten
Taal Engels
Land Verenigde Staten
Overige nominaties 5
(en) IMDb-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

That's Life! is een onafhankelijke Amerikaanse dramedy uit 1986 geregisseerd en grotendeels gefinancieerd door Blake Edwards en verdeeld door Columbia Pictures. De film was geen financieel succes en werd matig onthaald.[1][2][3][4][5]

Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

De rijke architect Harvey Fairchild is ongelukkig op zowel privé als werkvlak. Daarbij komt dat hij de zestig jaar nadert en al dan niet ingebeelde kwaaltjes ondervindt.

Zijn vrouw Gillian Fairchild - een beroemde zangeres - tracht hem op te beuren en plant een geheim verjaardagsfeest voor hem. Zelf verbergt ze dat ze een mogelijke keelkanker heeft.

Harvey keffert zijn zwangere dochter Megan uit en maakt ruzie met zijn zoon Josh. Zijn depressie wordt erger mede door Janice Kern, een cliënte die voortdurend aanpassingen laat uitvoeren aan de bouwplannen van haar huis. Tot overmaat voelt Janice zich seksueel aangetrokken door Harvey en verleidt hem, doch Harvey weigert op het laatste moment. Als katholiek gaat hij te biecht, maar ontdekt dat de priester zijn rivaal was op de Universiteit van Notre Dame. Daarop gaat Harvey ten rade bij Madame Carrie, een waarzegster, met wie hij wel gemeenschap heeft. Zij besmet hem daarmee met schaamluis en een pediculosis pubis-infectie.

Het verjaardagsfeest dreigt een ramp te worden: Harvey wordt nukkig en slechtgezind nadat zijn vriend Belmont een grappig verhaalt vertelt over iemand die een pediculosis pubis-infectie heeft. Gillian heeft Madame Carrie ingehuurd als act. Zelf krijgt ze bezoek van de huisarts met de resultaten van de biopsie: daaruit blijkt dat ze geen kanker heeft. Ze neemt Harvey apart en spreekt hem aan over zijn gedrag en het feit dat je slechts één leven hebt en daarvan moet profiteren.

Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]

Acteur Personage
Jack Lemmon Harvey Fairchild
Julie Andrews Gillian Fairchild
Sally Kellerman Holly Parrish
Robert Loggia Father Baragone
Jennifer Edwards Megan Fairchild Bartlet
Rob Knepper Steve Larwin
Matt Lattanzi Larry Bartlet
Chris Lemmon Josh Fairchild
Cynthia Sikes Janice Kern
Dana Sparks Fanny Ward
Emma Walton Kate Fairchild
Felicia Farr Madame Carrie
Theodore Wilson Corey
Jordan Christopher Dr. Keith Romanis

Nominaties[bewerken | brontekst bewerken]

Wedstrijd Categorie Ontvanger(s) Resultaat Ref.
Golden Globe op de 43e Golden Globe Awards Best Performance by an Actress in a Motion Picture - Comedy or Musical Julie Andrews Genomineerd
Best Performance by an Actor in a Motion Picture - Comedy or Musical Jack Lemmon Genomineerd
Best Original Song - Motion Picture "Life in a Looking Glass" (Henry Mancini
Leslie Bricusse)
Genomineerd
Golden Raspberry Awards 1986 Worst Original Song "Life in a Looking Glass" (Henry Mancini
Leslie Bricusse)
Genomineerd [6]
Oscar op de 59ste Oscaruitreiking Best Music, Original Song "Life in a Looking Glass" (Henry Mancini
Leslie Bricusse)
Gewonnen

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • De film werd op het privé-strandhuis van Edwards in Malibu (Californië) gefilmd.[7]
  • Verschillende familieleden van Edwards hebben een kleine rol.[4][7]
  • De productie kwam in opspraak nadat de IATSE aan The Hollywood Reporter meldde dat het contract dat de acteurs hadden met "Malibu Productions" niet aan de reguliere minimumvoorwaarden voldeed. Als gevolg vroegen de SAG en DGA aan hun leden die deel uitmaakten van de productie om in staking te gaan.[8]