Thelodonti hebben opvallende schalen in plaats van grote platen van bepantsering. Ze leefden in zowel ondiep zoet als zout water. Ze hadden een afgeplat lichaam, kleine ogen en een hypocercale staartvin. Rug- en aarsvinnen waren bij enkele soorten aanwezig. De zeer kleine, benige schubben, zijn voor geologen en paleontologen van belang als gidsfossiel).
D. Palmer, B. Cox, B. Gardiner, C. Harrison & J.R.G. Savage (2000). De geïllustreerde encyclopedie van dinosauriërs en prehistorische dieren, Köneman, Keulen. ISBN 3 8290 6747 X