Toermalijn
Toermalijn | ||||
---|---|---|---|---|
Mineraal | ||||
Chemische formule | AX3Y6(BO3)3 Si6O18(O, OH, F)4 | |||
Streepkleur | wit | |||
Hardheid | 7 - 7,5 | |||
Gemiddelde dichtheid | 3,31 kg/dm3 | |||
Glans | Glasglans | |||
Opaciteit | Doorschijnend tot opaak | |||
Breuk | ruw, klein schelpvormig, bros | |||
Splijting | onduidelijk | |||
Kristaloptiek | ||||
Kristalstelsel | Trigonaal | |||
Kristalvlakken | Trigonaal langgerekt met driehoekige doorsnede en afgeronde zijden, duidelijk lengtestreping | |||
Brekingsindices | 1,614 - 1,666 | |||
Dubbele breking | -0,017 tot -0.032 | |||
Pleochroïsme | rode t.duidelijk; rood; bruine t.duidelijk; donkerbruin, lichtbruin; groene t. sterk; donkergroen, lichtgroen; blauwe t.sterk; donkerblauw, lichtblauw | |||
Overige eigenschappen | ||||
Veredeling | bestralen, verhitten | |||
Bijzondere kenmerken | Piëzo-elektrisch en pleochroïsch | |||
Lijst van mineralen | ||||
|
Toermalijn of Tourmalijn is een groep van mineralen, alle cyclosilicaten. De mineralen in deze groep delen een karakteristieke chemische formule:
AX3Y6(BO3)3 Si6O18(O, OH, F)4. De A kan calcium of natrium bevatten. De X kan bestaan uit aluminium, ijzer, lithium of magnesium. De Y is normaal gesproken aluminium, maar kan ook chroom of ijzer zijn. Op de positie van A kan wat kalium zitten, mangaan kan in X zitten en vanadium kan in Y gevonden worden, maar deze elementen komen niet vaak voor in de formules van de toermalijngroep.
Ontstaan
Toermalijn komt voor in pegmatieten, metamorfieten, magmatieten en alluviale afzettingen.
Geschiedenis
Hoewel toermalijn al in de oudheid bekend was in het Middellandse Zeegebied, werd hij pas in 1703 vanuit Sri Lanka door Hollanders ingevoerd in West-Europa. Zij noemden de nieuwe edelsteen met een Singalees woord "Turmali", wat zoveel betekent als "steen met gemengde kleuren". Als edelstenen gebruikte men van oudsher rubellieten - ze werden door kunstenaars als talisman gebruikt, omdat ze het scheppingsvermogen van kunstenaars zouden vergroten.
Variëteiten
Naar de kleur worden in de handel de volgende variëteiten onderscheiden:
- Achroiet : Kleurloos of bijna kleurloos, zeer zeldzaam en duur.
- Rubelliet : Roze tot rood, soms met een zweem naar violet. De waardevolste is de versie met robijnkleur.
- Draviet: Geelbruin tot donkerbruin.
- Verdeliet: Alle tinten groen.
- Indigoliet: Blauw in alle termen.
- Siberiet: Lilarood tot violetblauw; gedeeltelijk ook als synoniem van rubelliet gebruikt.
- Schorl: Zwart, wijdverbreid, veel gebruikt bij rouwkleding. Naam naar oud-mijnwerkersuitdrukking.
Tegenwoordig gebruikt men in plaats van de variëteitsnamen steeds vaker een kleuraanduiding, bijvoorbeeld gele en roze toermalijn.
Soorten
In mineralogie onderscheidt men toermalijnen naar hun chemische samenstelling: De afzonderlijke vertegenwoordigers hebben de volgende namen:
- Rossmaniet, naar Amerikaanse geleerde; [][LiAl2][Al6][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Elbaiet, naar het eiland Elba, Italië; [Na][(Li,Al)3)][Al6][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Magnesiofoitiet, magnesiumanaloog van foitiet; [][Mg2(Al,Fe3+)3)][Al6][(OH)3|(OH)(BO3)3|Si6O18]
- Draviet, naar de rivier de Drau in Karinthië (Oostenrijk); [Na][Mg3][Al6][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Chroomdraviet, de chroomanaloog van draviet; [Na][Mg3][(Cr3+,Fe3+)3)6][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Vanadiumdraviet, de vanadiumanaloog van draviet; [Na][Mg3][(V3+6][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Schorl, naar een oude mijnwerkersuitdrukking voor valse steen; [Na][Fe2+3][(Al6][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Foitiet; [][Fe2+2(Al,Fe3+][Al6][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Oleniet, naar een oude mijnwerkersuitdrukking voor valse steen; ([],Na)[Al,Li,3][(Al6])[O3|F|(BO3)3|Si6O18]
- Buergeriet, naar Amerikaanse geleerde; [Na][Fe3+3+][(Al6])[(O,OH)3|(OH)(BO3)3|Si6O18]
- Povondraïet; [Na][Fe3+2][(Fe3+6][O3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Liddicoatiet, naar Amerikaanse gemmoloog; [Ca][Li2,Al][Al6][(BO3)3F|(BO3)3|Si6O18]
- Uviet, naar provincie in Sri Lanka = Magnesium-toermalijn. [Ca][(Mg,Fe2+)3][MgAl5][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
- Feruviet, ijzeranaloog van uviet. [Ca][(Fe2+,Mg)3][MgAl5][(OH)3|(OH)|(BO3)3|Si6O18]
Eigenschappen
Toermalijnen hebben bepaalde unieke eigenschappen. Ze zijn piëzo-elektrisch, wat betekent dat als een kristal verhit of samengedrukt, verschillende elektrische ladingen worden gevormd aan de beide uiteinden van het kristal. Zo ontstaat een elektrische potentiaal. Als er een externe elektrische potentiaal op het kristal wordt uitgevoerd, vibreert het. De mineralen zijn pleochroïsch, wat betekent dat het kristal donkerder van kleur is gezien langs de langste as van het kristal, dan gezien loodrecht op die as.
Voorkomen
De vier bekendste en meest voorkomende toermalijnmineralen hebben verschillende kleuren en transparanties. Elbaiet is transparant en een waardevolle edelsteen. Schorl, dat rijk is aan ijzer, is het meest voorkomende mineraal uit de toermalijn groep en is zwart en opaak. Het wordt voornamelijk gevormd in pegmatieten, de uiterste langzaam afkoelende ganggesteenten van een magma. De twee andere toermalijnen die regelmatig voorkomen zijn draviet en uviet. Draviet is doorgaans bruin doorschijnend en kan erg groot worden. Uviet is groen doorschijnend tot opaak.
Toermalijn komt voor in de zandfractie van Nederlandse Kwartaire riviersedimenten. Het is onder andere een kenmerkend bestanddeel van Maaszanden. In de zware-mineraalanalyse zoals dat in Nederland bij de Rijks Geologische Dienst gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw plaatsvond, wordt het mineraal ingedeeld bij de zogenoemde stabiele groep.[1]
Bewerking
Facetslijpsel, cabochons, kleine en grote gesneden stenen.
Imitaties
Glas. Lastig na te maken vanwege de natuurlijke strepen in de Toermalijn zelf.
Determinatie
Hardheid, soortelijk gewicht, optisch.
Aanbeveling
Reinigen met ultrasoon geluid of stroom is riskant, en grote temperatuurschommelingen moeten worden vermeden. De grensvlakken van meerkleurige stenen zijn bros.
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|