Touwbekercultuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Touwbekercultuur
Snoerbekercultuur
 Touwbekercultuur
Periode kopertijd
Datering 2900–2450 v.Chr.
Voorgaande cultuur Trechterbekercultuur
Volgende cultuur klokbekercultuur
Portaal  Portaalicoon   Archeologie
Touwbeker en bootvormige stenen bijlen uit Estland

De touwbekercultuur (ca. 2900–2450 v.Chr.), genoemd naar de touwbeker; een met touwindrukken of een visgraatrand versierde keramieken aardewerkvaas, is net als de trechterbekercultuur die zij opvolgde een verzamelnaam voor een aantal op elkaar lijkende kopertijdculturen, verspreid over grote delen van Europa.

Lokale varianten[bewerken | brontekst bewerken]

Vanwege de typische stenen strijdbijlen en hamers die als grafgift in de graven uit die periode zijn aangetroffen wordt plaatselijk ook de naam strijdbijlcultuur, strijdhamercultuur en steenhamervolk gebruikt. Deze stenen bijlen waren imitaties van koperen bijlen, soms is zelfs de typische naad die op koperen en bronzen bijlen wordt aangetroffen meegekopieerd. Het is niet waarschijnlijk dat ze ook gebruikt zijn; veel bijlen tonen geen sporen van gebruik.

Enkelgrafcultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Enkelgrafcultuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In Nederland, Denemarken en Noordwest-Duitsland vindt men de subgroep van de enkelgrafcultuur, zo genoemd omdat de doden in afzonderlijke graven begraven werden. De overledene werd geplaatst in een samengetrokken positie, mannen op de linker zij, vrouwen op hun rechter, beiden met het gezicht naar het zuiden. De lokale variant die in Nederland bestond wordt ook we standvoetbekercultuur genoemd.

Bootbijlcultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Bootbijlcultuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In Scandinavië, Finland en de Oost-Baltische kust spreekt men vanwege de specifieke vorm van de bijlen van de bootbijlcultuur (Duits: Bootaxtkultur).

Hafkustencultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Hafkustencultuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Aan de zuidoostelijke Oostzeekust bestond als plaatselijke variant de hafkustenkultuur.

Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]

De touwbekercultuur was deel van de Europese kopertijd, de overgang van het neolithicum naar de bronstijd. Ze wordt in verband gebracht met de verspreiding van de Indo-Europese taal en cultuur over Centraal-Europa. Hoewel het zelf nog geen brons produceerde had het contacten met bronsculturen in Zuid-Rusland als de Jamnacultuur en Majkopcultuur.

Volgens de koerganhypothese wordt het ontstaan van de touwbekercultuur verklaard uit het binnendringen van de Indo-Europese kogelamforacultuur in de pre-Indo-Europese trechterbekercultuur. Deze theorie wordt bevestigd door genetisch onderzoek van Haak et al. (2015), die stellen dat er een significante migratie plaatsvond van de Pontische Steppe naar Centraal Europa rond 2400 v.Chr.[1][2][3] Ook de Oud-Europese hydronymie zou hierop terug te voeren zijn.

Oudere Nederlandse publicaties beschrijven gemengde begrafenissen en stellen een snelle overgang binnen twee generaties voor, die zich in Nederland ongeveer 2900 v.Chr. afspeelde. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door economische, culturele en religieuze veranderingen in Oost-Duitsland (de Baalbergecultuur), en men beschouwde het beeld van indringende Indo-Europese steppevolken, althans in dit deel van de wereld, als slechts ten dele correct.[4] De Indo-Europese talen werden door de lokale bevolking overgenomen, omdat zij een nieuwe manier van leven vertegenwoordigden. De meegebrachte paarden hadden weliswaar in een West-Europese context weinig agrarisch nut, maar gaven status en macht.

De touwbekercultuur zou de voorvader van de latere Keltische, Germaanse, Baltische en Slavische culturen kunnen zijn.[5]

Expansie naar het oosten[bewerken | brontekst bewerken]

Bootvormige strijdbijl uit Närke

De invloed van de cultuur strekte zich uit naar het oosten, waar het invloed had op de vorming van de Fatjanovo-Balanovocultuur en de latere Abasjevocultuur.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]