Naar inhoud springen

Vera Witte

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vera Witte
Vera Witte
Vera Witte
Algemene informatie
Volledige naam Veronica Agatha Maria Witte
Geboren 24 december 1918
Geboorte­plaats Harlingen
Overleden 28 november 1994 (75 jaar)
Overlijdensplaats Leeuwarden
Land Nederland
Werk
Genre gedichten, verhalen, operette- en toneelstukken voor kinderen
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Veronica (Vera) Agatha Maria Witte (Harlingen, 24 december 1918Leeuwarden, 28 november 1994) was een Friese schrijfster van Nederlandstalige kindergedichten, verhalen en operette- en toneelstukken, schrijfster van leerboeken voor de lagere school en onderwijzeres te Franeker.

Jeugd in Friesland

[bewerken | brontekst bewerken]

Vera Witte is het negende kind uit het gezin van 13 kinderen van Jan Ypeus Witte (Harlingen 4 januari 1881 – Franeker, 25 november 1963) en Christina Maria Woltring (IJsselstein, 3 augustus 1884 – Franeker, 4 januari 1967). Haar vader was meubelmaker en stoffeerder. Met zijn broer Henri Witte was hij eigenaar van een manufacturenzaak in Harlingen. Later breidde de zaak zich uit en begonnen zij met hun zoons een gelijksoortige zaak in Franeker. Vera Witte ging in Harlingen naar de R.K. Meisjesschool St. Anna. Daarna bezocht zij de Katholieke ULO van de Zusters Franciscanessen van Bennebroek in Harlingen.

Studie in Den Haag

[bewerken | brontekst bewerken]

Na de 2e klas van de ULO ging Vera Witte rond 1932 naar Den Haag. Zij woonde daar bij een oom en tante. Na de ULO is ze daar naar de Kweekschool gegaan. Oom en tante waren kinderloos. Zij hebben Vera in contact gebracht met een groot aantal mensen met vaak heel verschillende achtergrond. Een invalide meisje, met wie zij zeer goed overweg kon, kwam inwonen en verder had ze veel vriendinnen, waarmee zij haar hele leven contact heeft gehouden. Uit de contacten in Den Haag kwam het volgen van muzieklessen voort.

Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1936 was haar familie als gevolg van de crisis van Harlingen naar Franeker verhuisd. In 1942 kwam Vera Witte terug naar Franeker. Omdat elders in het land hongersnood optrad, kwamen er vooral in 1944 veel mensen naar het voedselrijke Friesland. Haar oom en tante hielden in Den Haag de bonnen van Vera Witte en konden daardoor wat makkelijker leven. Vera Witte solliciteerde in 1942 bij de R.K. St. Josephschool, een school voor meisjes in Franeker; in 1967 werd dat R.K. Lagere School Johannes XXIII. Die school werd na haar vertrek de R.K. basisschool “De Kabas” behorende tot de stichting RK-vereniging ‘Eén Cents Schoolpenning’.[1] De sollicitatiecommissie kwam er niet uit. Pastoor Maximinus Albada Jelgersma, die vlootaalmoezenier was geweest en altijd in voor muziek en feesten, vroeg of Vera iets wilde zingen. Ze werd meteen aangenomen.

Naoorlogse periode

[bewerken | brontekst bewerken]

Vera Witte bleef haar verdere leven in Franeker wonen. In de loop van de jaren verlieten de meeste broers en zussen het ouderlijk huis. Ook na het overlijden van haar ouders bleef zij met een zus en een broer daar wonen, totdat zij zelf overleed. Haar zus Trees Witte verzorgde de huishouding en was zeer creatief. Zij maakte na haar 65ste wandkleden, beeldjes en schalen. Trees Witte maakte het Vera Witte mogelijk, dat ze zoveel mogelijk haar eigen activiteiten vorm kon geven.

Voor de lagere school ging Vera Witte voor haar leerlingen gedichten, toneelstukken en operettes schrijven. Op school hield ze zich ook geregeld bezig met muzikale vorming en het geven van lessen in dramatische expressie.[2] Vaak kwamen haar leerlingen haar zowel ’s ochtends als ’s middags van huis ophalen. Een teken dat ze onder haar leerlingen werd gewaardeerd.

Naast haar schoolwerk schreef Vera Witte toneelstukken voor de toneelvereniging “de Bonte Club“ in Franeker. Thuis gaf ze muziekles voor kinderen, waarbij haar zus Trees voor de pianobegeleiding zorgde. Ze volgde, tot de verschijnselen van Parkinson zich sterker lieten gelden, zangles bij de zangpedagoog Yauk Cuperus in Leeuwarden en bij Adi le Gué in Franeker. Vera Witte trad ook als zangeres op.[3]

Van jongs af aan was Vera Witte verslaafd aan het lezen van boeken. Overal in huis waar ze zich kon verstoppen, had ze boekjes liggen, zodat ze zich dan niet hoefde te vervelen. Al jong begon zij zich te interesseren voor gedichten van Guido Gezelle, Martinus Nijhoff, Gerrit Achterberg en Ed Hoornik. Het werk van Daan Zonderland (Daan van der Vat) en Annie M.G. Schmidt hebben haar het meeste vreugde gegeven. Dat laatste is in haar werk terug te vinden. In het verlengde van haar werkzaamheden op school scheef zij voor kinderen gedichten, (Bijbelse) verhalen, operette- en toneelstukken. Veel werk van Vera Witte is heel vrolijk van aard en geheel op kinderen gericht. In haar werk kregen personen en dieren een heel creatieve naam en werden altijd in gekke posities opgevoerd.

Haar ruim meer dan 1100 gedichten, 230 verhalen en 30 operette- en toneelstukken verschenen in verschillende periodieken. Ongeveer 600 gedichten en verhalen zijn wekelijks verschenen in Dagblad De Tijd/De Tijd-Maasbode in de periode van 31 augustus 1957 tot en met 25 augustus 1973, met een onderbreking in de jaren 1963-1966. Deze zijn te vinden via:[4] Tevens zijn haar gedichten aangetroffen in De Volkskrant, de Nieuwe Schiedamsche Courant en in Amigoe di Curaçao.

Ruim 450 van haar gedichten en verhalen verschenen in De Stad Gods, een uitgave van de Zusters van Augustinessen van Sint Monica in de periode van oktober 1976 tot en met juli 2016.

Haar gedichten en verhalen verschenen ook in boekvorm. Veelal bestonden de uitgaven geheel uit haar werk, soms was haar werk opgenomen met werk van derden. Bij illustraties van Kees de Kort schreef zij korte Bijbelverhalen, welke uitgaven ook in het Duits, Engels, Frans, Spaans, Deens en het Koreaans zijn verschenen.

Ze vertaalde een serie kinderboeken vanuit het Engels. Later ging Vera Witte les- en leesmethoden voor de lagere school schrijven, waaronder een boek voor het declameren van gedichten en het opvoeren van toneelstukken.

Ook in de laatste periode van haar leven, toen ze leed aan Parkinson, bleef zij gedichten schrijven.

In februari 1957 ontving ze de 1e en 2e prijs in de afdeling gedichten door de Stichting Commissie voor Woordkunst te Hilversum.[5] In december 1958 kreeg ze de aanmoedigingsprijs voor verhalend proza van de stichting “Ons Leekenspel” te Bussum[6] Daarna heeft ze vele andere prijzen in ontvangst mogen nemen. Op het moment van toekenning vond ze dat mooi, maar het bepaalde haar leven niet.

Haar boeken voor het onderwijs verschenen bij Uitgeverij Zwijsen in Tilburg, waar ook andere uitgaven van haar werden uitgebracht.

Bij Uitgeverij "Ons Jeugdtoneel" Alkmaar, nu Toneeluitgeverij Vink in Alkmaar, verschenen operettes, die ze schreef met haar zus Theresia (Trees) Hiske Maria Witte (Harlingen, 7 december 1907 – Leeuwarden, 29 november 2004).

Bij Uitgeversmaatschappij `De Eekhoorn` te Harderwijk verschenen in 1983/1984 onder begeleiding van Uitgeverij Wever in Franeker drie boeken met kindergedichten en een kinderverhaal.

Verhalen en gedichten verschenen in de jeugdbladen Okki, Taptoe, de Engelbewaarder en De Kleine Troubadour in de periode van 1954 tot en met 1967.

Voorts zijn er kinderverhalen van haar verschenen in het damesweekblad Beatrijs in de periode 1953 tot en met 1956.

Op de website van WorldCat staan op naam van Vera Witte ca. 60 verschenen uitgaven. Een aantal uitgaven staan ten onrecht op haar naam.[7]

  • "Vera Witte", Verzamelde gedichten, (Bijbel)verhalen, operette- en toneelstukken voor kinderen. Particuliere publicatie in zes delen, 2019, via Brave New Books
  • "Dat kan ik ook: suggesties en materiaal voor het acteren en declameren op school" Met illustraties van Ben Horsthuis (1964), Uitgeverij Zwijsen te Tilburg, 144 blz.
  • "Hoor eens zeg, wat klinkt dat leuk! (1974)" Met illustraties van Trijntsje Bottema, Uitgeverij Zwijsen te Tilburg, 56 bladen met 5 tabbladen en toelichting (Losbladig in cassette).
  • "Jum en Jok-serie / Jum en Jok Zwijsens Leeslaboratorium" Met illustraties van Rianne Heuijerjans (1974), Uitgeverij Zwijsen te Tilburg 195 blz. met daarnaast 5 losse delen:
    • Waarom Jum gauw in bad moest
    • Wat er met Jum zijn muts gebeurde
    • Het gouden bekertje
    • Twee jonge lijsters
    • De koning had de hik
  • "Doornroosje" Tekstboekje bij de filmstrook, samengesteld door een werkgroep onder leiding van F.B. Caesar, Uitgeverij Zwijsen te Tilburg, 14 blz.
  • "Vrolijke dierenverhalen" Met tekeningen van Bep Thijsse, Jansje Fluit en Els Thijsse (1970), Vroom & Dreesmann; De Bilt, Cantecleer, 157 blz.
  • "Muisje Zwiepkadee" Met illustraties van Chris Overbeeke (1983), Harderwijk De Eekhoorn, 30 blz.
  • "De poppetjes van Dollieland" Met illustraties van Chris Overbeeke (1983), Harderwijk De Eekhoorn, 30 blz.
  • "In het bos van Oeiewoei" Met illustraties van Chris Overbeeke (1984), Harderwijk De Eekhoorn, 30 blz.
  • "Paardje Peu" Met illustraties van Chris Overbeeke (1984), Harderwijk De Eekhoorn, 30 blz.
  • "Snellevoet doet het goed" Een lentesprookje met kleurentekeningen van Akke Sins, Centrale voor Projektie-onderwijs te Leuven, 8 blz. Ook in het Frans 8 blz.
  • "Hoe de koning van Pampulie eindelijk wakker werd" Met kleurentekeningen van Henri Blomme, Centrale voor Projektie-onderwijs te Leuven, 8 blz. Ook in het Frans 8 blz.
  • Zeven hier niet bij name genoemde operette- en toneelstukken, Uitgeverij “Ons Jeugdtoneel” te Alkmaar c.q. haar rechtsopvolgers Toneel-uitgeverij Vink te Alkmaar en Toneelfonds J. Janssens bvba te Antwerpen. De meeste zijn nog bij de uitgever te koop.
  • Bij Stichting Docete, Utrecht, verschenen negenentwintig uitgaven met dia’s met tekeningen van Kees de Kort voor godsdienstige vorming, waarbij Vera Witte bij elf de toelichtende tekst maakte. Daarvan verschenen er ook uitgaven in het Duits, Engels, Frans, Spaans, Deens en het Koreaans. Deze verschenen in het Nederlands onder de naam Bijbels Palet, in het Duits onder Biblische Palette, in het Frans onder Palette Biblique, in het Engels onder Biblical Palette, in het Spaans onder Paleta Biblica en in het Koreaans onder 성경 팔레트. Voornamelijk in het Duits zijn andere teksten bij de dia’s geschreven dan een ‘een op een’ vertaling van wat Vera Witte heeft geschreven. Zo kan dat ook bij aldaar gemaakte producties op geluidsdragers het geval zijn.

Met anderen:

  • "Korte vrolijke kinderspelen" Met Beb de Beer en Ben Heuer (1950), Bussum: Ons Leekenspel, 130 blz. Waarin een toneelstuk van Vera Witte.
  • “Het schepnet Tweede bundel” Onder redactie van Inge Lievaart en Miep Wielenga-Quint (1958), J.H. Kok. N.V. Kampen. Waarin een gedicht van Vera Witte.
  • “Het grote voorleesboek van Tante Hannie” (1960) Met o.a. Lea Smulders, Harriet Laurey, Vera Witte, De Fontein, Utrecht, 255 blz. Waarin 3 gedichten en 2 verhalen van Vera Witte.
  • “Ma er zit een dichter in mijn boom” (1960) Vera Witte met anderen, Leuven David-fonds. Waarin 5 gedichten van Vera Witte.
  • “Vertelboek” Medy Dona met tekeningen van Jan G.W. van der Voo (1963), Utrecht Blanke Vanen, 204 blz. Waarin 9 gedichten van Vera Witte.
  • “Feest op school” Uitgave Bernardus Johannes Heuer, Vera Witte, Beb de Beer, Bussum: Ons Leekenspel, 1970, 162 blz. Waarin het toneelspel: De prinses in het bos van Vera Witte.
  • “Een ragebol uit Vierlingsbeek” Muziek Kees Bak met woorden van Vera Witte (1971), Hilversum, Internationale Muziekuitgeverij Harmonia-uitgave, 20 blz.
  • “Hoy, leesserie nr.1, 2e leerjaar. 1e deel” Een leesserie voor de lagere school, nr. 1, 2e leerjaar 1e deel (1974) Uitgevrij Zwijsen te Tilburg, met onder andere 2 gedichten van Vera Witte.
  • “Wat vind jij ervan?” (1974), Uitgeverij Zwijsen te Tilburg, Met een gedicht en een verhaal van Vera Witte.
  • “De vlag in top Bussum“ Ons Leekenspel, Stichting Commissie voor Woordkunst, 55 blz. Waarin 8 gedichten van Vera Witte.
  • "Uit lezen", bloemlezing voor de katholieke lagere school. deel 2, voor de tweede klas door B.van Schiedam e.a., L.C.G. Malmberg, ’s-Hertogenbosch, blz. 21.

Door Vera Witte vertaalt uit het Engels en verschenen bij Uitgeverij Zwijsen te Tilburg:

  • “Bud, de cowboy” Faith Graham met illustraties van Gil Potter (1974), 23 blz.
  • “De kleine kat” Richard Lansdown met illustraties van Robert Hales (1974), 16 blz.
  • “Drip, de waterdruppel” Julie Gosling met illustraties van Porter Goldsmith (1974), 32 blz.
  • “Feng, de draak uit China” Ann Jungmann, met illustraties van Alan Gilha (1974). 16 blz.
  • “Grazzel, het zaadje uit de zonnebloem” Julie Gosling met illustraties van Porter Goldsmith (1974), 32 blz.
  • “Gullivers reizen” Faith Graham met illustraties van Tom Bailey en Jonathan Swift (1974), 34 blz.
  • “Mira en Melle, de groene rupsen” Faith Graham met illustraties van Grace Lodge (1974), 20 blz.
  • “Peter en de ruimtevaart” Richard Lansdown met illustraties van Douglas Phillips (1974), 16 blz.

Bijzondere uitgaven:

  • "Bog misli name; Bog dela vse novo risbe" (God kent mij, God maakt alles nieuw, video) VHS-video gepubliceerd door Katehetski center Knjižice te Ljubljan, (1992) in het Sloveens. Met Elle Di Ci (illustrator en auteur), Kees de Kort (illustrator), Vera Witte (auteur) en filmverwerker Branko Balažic.
  • “Koning en koningin, audiobook” Geproduceerd door C.G.L te Grave in samenwerking met het NBLC (1996). Christine Colen en Rian van de Sande. Gesproken tijdschrift gericht jonge mensen met een verstandelijke handicap op ZMLK-niveau NL-ZmNBD. Bevat gedichten van Annie M.G. Schmidt en Vera Witte, een verhaal van Simone Schel en het prentenboek 'Annabel en de prins van haar dromen' van Colette Hellings en Alex de Wolf.