Volledig (maattheorie)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

In de maattheorie, een tak van de wiskunde, noemt men een maatruimte volledig als alle deelverzamelingen van nulverzamelingen meetbaar zijn.

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Zij een meetbare ruimte. Een maat op heet volledig als van elke nulverzameling iedere deelverzameling ook meetbaar is, dus als

Vanzelf is dan ook een nulverzameling.

Volledigheid hangt zowel van de sigma-algebra als van de maat af.

Voorbeeld[bewerken | brontekst bewerken]

Elementaire voorbeelden van volledige maten zijn eenvoudig genoeg te construeren, bijvoorbeeld iedere maat op de discrete stam (neem eindig voor een gemakkelijke constructie van ).

Een interessant voorbeeld van een onvolledige maat is de borelmaat op de borelstam van de reële getallen. Het bewijs hiervan is niet triviaal, maar kan bijvoorbeeld als volgt verlopen:

  1. De cantorverzameling is een overaftelbare nulverzameling voor de borelmaat
  2. De borelstam heeft de kardinaliteit van de reële getallen
  3. Uit de continuümhypothese volgt dat de cantorverzameling strikt meer deelverzamelingen heeft dan de borelstam leden, er bestaan dus deelverzamelingen van de cantorverzameling die niet borelmeetbaar zijn.

Vervollediging[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende constructie associeert met elke (niet noodzakelijk volledige) maatruimte een uitbreiding die gegarandeerd volledig is.

Definieer als de sigma-algebra voortgebracht door en alle deelverzamelingen van nulverzamelingen.

Definieer op als volgt:

Dan blijkt een maat te zijn, en de twee maten vallen duidelijk samen op . In het bijzonder is de vervollediging van een kansmaat opnieuw een kansmaat.

De lebesguestam en de lebesgue-maat zijn de vervollediging van de borelmaat op de reële getallen, of bij uitbreiding op .