Westelijke bergbessenpikker

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Westelijke bergbessenpikker
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Paramythiidae
Geslacht:Paramythia
Soort
Paramythia olivacea
Van Oort, 1910[2]
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De westelijke bergbessenpikker (Paramythia olivacea) is een zangvogel uit de onderorde van de eigenlijke zangvogels (Oscines). De vogel werd in 1910 door de Nederlandse bioloog Eduard Daniël van Oort geldig beschreven als ondersoort Paramythia montium olivaeum en verzameld in 1909 tijdens de tweede Zuid-Nieuw-Guinea-expeditie onder leiding van Hendrikus Albertus Lorentz. De vogel is endemisch in Nieuw Guinea.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De westelijke bergbessenpikker is 19-22 cm lang, hoe hoger in de bergen de vogel voorkomt, hoe langer hij is. De vogel lijkt sterk op de oostelijke soort P. montium en werd daarom als ondersoort beschouwd. Deze soort is ook blauw van onder, met ook een blauwe staart en blauw op de wangen en een zwart witte kuif. Het wit onder de kuif loopt niet door tot achter de kop en de gele onderstaartdekveren lopen niet door tot op de flanken, zoals bij de oostelijke soort.[3]

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

De vogel komt voor in de provincie Papoea (Indonesië). De leefgebieden liggen in de nevelwouden van het centrale bergland van Nieuw-Guinea op een hoogte tussen de 2000 en 4100 meter boven de zeespiegel.[3]