Zilvervloot

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door PaulSeveral (overleg | bijdragen) op 22 aug 2009 om 10:29. (→‎De zilvervloot van 1628)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De zilvervloot was in de 16e en 17e eeuw een jaarlijks konvooi van schepen, waarin kostbaarheden van de Spaanse koloniën in Amerika werden verscheept naar Spanje. In Nederland is de zilvervloot vooral bekend van de verovering ervan door Piet Hein in 1628.

De Zilvervloot

De zilvervloot, of La Flota, bestond uit twee vloten, die samenkwamen nabij Havana, en gezamenlijk naar Europa voeren. De ene vloot, de terra firma, kwam van de kust van Panama, waar zilver uit Potosí en andere waardevolle lading werd geladen die vanaf de Grote Oceaan eerst naar Panama-stad en van daaruit met muildieren verder over de bergen van de Panamese landengte naar de oostkust was vervoerd naar Nombre de Dios. Deze vloot overwinterde in Cartagena. De andere vloot, de St-Jacobsvloot, kwam van Mexico (San Juan de Ulúa) en Honduras.

Het konvooi werd vanaf 1526 georganiseerd vanuit Sevilla waar een handelsgilde, het Casa de Contratación, het privilege had op de handel naar Amerika. Vanaf 1543 was het verplicht dat alle zilverschepen zwaarbewapend waren. Meestal nam men daarvoor het nieuwe en wendbare galjoen-type. De waarde van het vervoerde zilver was gigantisch; eerst zo'n 12 miljoen dukaten per jaar, eind 16e eeuw groeiend tot 25 miljoen dukaten. De opbrengst vormde het leeuwendeel van de Spaanse koloniale winst en het zilver was de motor achter de wereldhandel op Azië. Een dergelijke rijkdom trok allerlei piraten en kapers aan, maar het lukte hun maar zelden om iets te onderscheppen; gedurende het bestaan het het konvooisysteem zou maar zo'n vijf promille van de transportschepen in vijandelijke handen vallen. Een vroege en vasthoudende belager was de Engelsman Francis Drake, die in 1573 als piraat het landtransport over de landengte van Panama overviel, in 1578 onverwachts aan de westkust van Zuid-Amerika een klaarliggend zilverschip wegkaapte — waarna hij moest ontsnappen door de hele wereld rond te varen — en in 1583 met een vloot in hinderlaag lag voor Sevilla, zij het zonder succes. De enige die ooit een hele deelvloot met zilver en al zou veroveren was Piet Hein.

De zilvervloot van 1628

Piet Hein maakte namens de West-Indische Compagnie in 1626 een plan om de zilvervloot te kapen, en de kostbaarheden naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te verschepen. De Republiek was op dat moment verwikkeld in de Tachtigjarige Oorlog met Spanje. "Zeeroverij" in opdracht van een staat was in die jaren heel gebruikelijk en legaal.

In 1627 pleegde Piet Hein twee kleinere kaperijen in Allerheiligenbaai, in september 1628 veroverde hij de zilvervloot in de Slag in de baai van Matanzas (eiland Cuba). De andere vloot vertrok vanaf het huidige Venezuela. De halve vloot vanuit Venezuela was gewaarschuwd, en bleef buiten bereik. De buit bedroeg 177000 pond zilver en de duizend parels waren in 1628 11 à 12 miljoen toenmalige gulden waard. Nu zou het 120 miljoen Euro zijn[1]. De Stadhouder en vlootvoogd Piet Hein kregen een fors aandeel in de buit. De kapiteins kregen een gering bedrag. Witte de With, een van de kapiteins was daarover erg boos[2]. Een groot deel van het geld werd gebruikt voor de strijd tegen Spanje. De WIC keerde dat jaar een record van 50% dividend uit. De vloot werd op de rede van Hellevoetsluis (aan het Haringvliet) ontscheept en ter paard en wagen gedurende 7 dagen naar Amsterdam gebracht.

Lied "De Zilvervloot"

De verovering van de zilvervloot was niet alleen een financiële, maar vooral ook een morele overwinning van de Republiek. Piet Hein werd in de negentiende eeuw (1844) geëerd met een eigen lied, gecomponeerd door J.J. Viotta, dat tegenwoordig nog steeds gezongen wordt, zij het niet altijd met onderstaande tekst van J.P. Heije.

Aan het eind van de twintigste eeuw raakte het lied in onbruik, maar vlak na de Tweede Wereldoorlog werd het op school geleerd, en op nationale evenementen graag gezongen. Vooral bij schaatswedstrijden in de tijden van Ard Schenk en Kees Verkerk, maar ook bij voetbalwedstrijden werd het vaak ten gehore gebracht.

(coupletten)

Heb je van de zilveren vloot wel gehoord
de zilveren vloot van Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord
En appeltjes van Oranje!
Sprak toen niet Piet Hein met een aalwaerig woord:
"Wel jongentjes van Oranje,
Kom, klim 'reis aan dit en dat Spaansche boord
En rol me de matten van Spanje"?
Klommen niet de jongens als katten in 't want
En vochten ze niet als leeuwen?
Ze maakten de Spanjers duchtig te schand'
Tot in Spanje klonk hun schreeuwen!

(refrein)

Piet Hein!, Piet Hein!, Piet Hein zijn naam is klein,
Zijn daden bennen groot
Zijn daden bennen groot
Hij heeft gewonnen de zilveren vloot,
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot. (bis)

(eindcouplet- en refrein)

Kwam er nu nog eenmaal zo'n zilveren vloot,
Zeg zou jullie nog zoo kloppen?
Of zoudt gij u veilig en wel buiten schoot
Maar stil in je hangmat stoppen?
Wel, Hollandsch bloed,
Dat bloed heeft nog wel moed!
Al bennen we niet groot,
al bennen we niet groot
We zouden winnen de Zilvervloot!
We zouden winnen, winnen de Zilvervloot!
We zouden winnen, winnen de Zilvervloot!

In het jaar 1702 werd er door de Nederlanders opnieuw een zilvervloot gekaapt, ditmaal samen met de Engelsen. Dit gebeurde onder leiding van Philips van Almonde vlak voor de Spaanse kust in de Baai van Vigo. De opbrengst viel echter tegen doordat het meeste zilver op land in veiligheid was gebracht.

  1. De koopkracht van de toenmalige gulden. Een dergelijke hoeveelheid zilver in baren van 1 kilo kostte in 2009 iets minder dan 21 miljoen Euro. De zilverprijs is door de eeuwen sterk gedaald. Bron: http://beurz.com/zilverprijs-2/
  2. Luc Panhuysen in het Handelsblad.

Trivia

Een spaarvorm voor jongeren, volgens de Jeugdspaarwet werd genoemd naar de Zilvervloot.