Naar inhoud springen

Zuidelijke boomsprinkhaan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Geerlings' robot (overleg | bijdragen) op 21 sep 2018 om 08:27. (-/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Zuidelijke boomsprinkhaan
Volwassen mannetje met de typische lange cerci, de lichtere rugstreep en het deels bruine halsschild.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Onderstam:Hexapoda (Zespotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Orthoptera (Sprinkhanen en krekels)
Onderorde:Ensifera
Familie:Tettigoniidae (Tettigoniidae)
Onderfamilie:Meconematinae
Geslacht:Meconema
Soort
Meconema meridionale
Costa, 1860
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Zuidelijke boomsprinkhaan op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Geluid van de zuidelijke boomsprinkhaan (Meconema meridionale)

De zuidelijke boomsprinkhaan (Meconema meridionale) is een rechtvleugelig insect uit de familie sabelsprinkhanen (Tettigoniidae), onderfamilie Meconematinae.

Kenmerken

Mannetjes bereiken een lengte van 11 tot 13 millimeter, de vrouwtjes zijn 11 tot 16 mm lang[1]. De sprinkhaan heeft een lichtgroene kleur met een duidelijke gelige streep van vooraan bij de kop tot aan het einde van het achterlijf. Op het midden van de achterzijde van het halsschild is een bruine vlek aanwezig. De zeer kleine vleugels zijn ongeveer even groot als het halsschild. De mannetjes hebben draad-achtige cerci die doen denken aan krekels. Het vrouwtje heeft een vrij lange, sabelvormige legbuis die iets naar boven gekromd is.

Onderscheid met andere soorten

De zuidelijke boomsprinkhaan is binnen Nederland met geen enkele soort te verwarren, omdat de volwassen dieren een karakteristiek uiterlijk hebben en vrijwel ongevleugeld zijn, in tegenstelling tot de boomsprinkhaan. Nimfen van deze laatste soort hebben nog geen ontwikkelde vleugels maar duidelijk zichtbaar zijn de vier vleugels in aanleg, in tegenstelling tot de twee vleugelstompjes van de zuidelijke boomsprinkhaan. De mannelijke exemplaren hebben geen gekartelde basis van de cerci, zoals de mannetjes van de boomsprinkhaan. Bij deze laatste soort ontbreekt ook de lichtere rugstreep.

Verspreiding en habitat

De soort is pas recentelijk bekend in Nederland en komt niet algemeen voor maar is alleen bekend van enkele geïsoleerde populaties. In België is één populatie bekend. Vermoed wordt dat de sprinkhaan is geïntroduceerd door meeliften op plantentransporten uit Zuid-Europa. Een grote populatie is bekend in zuidelijk Duitsland tegen de grens met Frankrijk. Verder is de zuidelijke boomsprinkhaan een Zuid-Europese soort. De habitat bestaat uit allerlei vegetaties, waar de sprinkhaan in hogere delen is te vinden.

Levenswijze

De zuidelijke boomsprinkhaan is eenmaal volwassen actief gedurende de maanden augustus en november, de mannetjes laten zich vooral horen tussen zeven uur 's avonds en drie uur in de nacht[1]. Het lokgeluid wordt gemaakt door met de poten op de ondergrond te trommelen, en bestaat uit korte series van ongeveer zes tikken.

De sprinkhaan leeft van kleine diertjes die op planten leven, zoals bladluizen, en kan dus gezien worden als een nuttige soort.

Afbeeldingen

  • Saltabel - Sprinkhanenwerkgroep van de Benelux - Website Soortbeschrijving in het Nederlands
  • Kaarten met waarnemingen: