Naar inhoud springen

Weidegeelster: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
basioniem en naamgeving
Over de genetische structuur
Label: Misbruikfilter: Schuttingtaal
Regel 29: Regel 29:
== Kenmerken ==
== Kenmerken ==
De plant wordt vijf tot ongeveer twintig centimeter hoog en heeft één sterk gekield grondstandig blad dat zeer geleidelijk kapvormig is en 2 - 6 mm breed. Er zijn verder enkele [[Schutblad (plant)|schutbladen]]. In de bloeiperiode, die valt in maart en april, heeft de weidegeelster meestal tot vier bloemen per stengel. Van deze soort is in Nederland nog nooit vruchtzetting waargenomen.<ref>Meijden, R. van der (1990). Heukels' Flora van Nederland, 21e druk: 474</ref><ref>Weeda, E.J. e.a. (1991). Nederlandse oecologische flora, deel 4: 279-280</ref>
De plant wordt vijf tot ongeveer twintig centimeter hoog en heeft één sterk gekield grondstandig blad dat zeer geleidelijk kapvormig is en 2 - 6 mm breed. Er zijn verder enkele [[Schutblad (plant)|schutbladen]]. In de bloeiperiode, die valt in maart en april, heeft de weidegeelster meestal tot vier bloemen per stengel. Van deze soort is in Nederland nog nooit vruchtzetting waargenomen, en de soort [[Vegetatieve vermeerdering|plant zich hier dus vegetatief voort]].<ref>Meijden, R. van der (1990). Heukels' Flora van Nederland, 21e druk: 474</ref><ref>Weeda, E.J. e.a. (1991). Nederlandse oecologische flora, deel 4: 279-280</ref>

In elk geval in Nederland en Duitsland is het overgrote deel van de populatie [[Ploïdie|pentaploïd]]: het [[chromosoom]]aantal is dan 2n = 5×12 = 60. Populaties die [[tetraploïd]] (2n = 48) en [[hexaploïd]] (2n = 72) zijn, komen ook voor.<ref name=Zonneveld>{{aut|Zonneveld, B.J.M.}}, {{aut|Linde, B. te}} & {{aut|Berg, L.-J. van den}} (2015). Genome sizes of 227 accessions of ''Gagea'' (Liliaceae) discriminate between the species from the Netherlands and reveal new ploidies in ''Gagea''. ''Springerplus'' 2015(4): 395; {{DOI|10.1186/s40064-015-1167-4}}</ref> Een oneven aantal sets chromosomen (in dit geval dus 5) geeft vaak problemen bij de [[meiose]], wat een verklaring kan zijn voor de overwegend vegetatieve vermeerdering.<ref name=Zonneveld /><ref>{{aut|Pfeiffer, T.}}, {{aut|Klahr, A.}}, {{aut|Peterson, A.}}, {{aut|Levichev, I.}} & {{aut|Schnittler, M.}} (2012). No sex at all? Extremely low genetic diversity in ''Gagea spathacea'' (Liliaceae) across Europe. ''Flora'' 207: 372-378 {{DOI|10.1016/j.flora.2012.03.002}}</ref>


{{Appendix|2=
{{Appendix|2=

Versie van 11 mrt 2020 01:43

Weidegeelster
Weidegeelster
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Orde:Liliales
Familie:Liliaceae (Leliefamilie)
Geslacht:Gagea (Geelster)
soort
Gagea pratensis
(Pers.) Dumort.
Basioniem
Ornithogalum pratense Pers.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Weidegeelster op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De weidegeelster (Gagea pratensis; ongeldig synoniem Gagea stenopetala) is een bolgewas uit de leliefamilie (Liliaceae). De plant bloeit vroeg in het voorjaar.

Naamgeving

De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1794 als Ornithogalum pratense gepubliceerd door Christiaan Hendrik Persoon.[1] In 1827 plaatste Barthélémy Du Mortier de soort in het in 1806 door Richard Anthony Salisbury voorgestelde geslacht Gagea.[2]

Voorkomen

De soort is inheems in Midden- en Oost-Europa en het Oostzeegebied. In sommige delen van Duitsland komt ze vrij algemeen voor. In België staat de weidegeelster op de rode lijst en is ze nagenoeg uitgestorven. In Nederland is de soort vrij zeldzaam; het voorkomen is stabiel en niet bedreigd. Ze groeit er van oudsher op hogere plekken langs beken en rivieren, vooral in de Liemers en het IJsseldal. Ze is aangewezen op vegetatieve vermeerdering waarbij de bolletjes vooral via het water worden verspreid. De plant is nu vooral te vinden in grazige vegetaties op stroomruggen langs rivieren, langs voormalige waterlopen, op oude vestingwallen, in parken, op begraafplaatsen en in weilanden en bermen. Het gaat dan soms om duizenden exemplaren. De indruk bestaat dat verdere verspreiding nogal eens door de mens heeft plaatsgevonden.

De weidegeelster doet het vaak goed op een tamelijk voedselrijke bodem die af en toe licht wordt omgewoeld. Er zijn rijke groeiplaatsen gevonden in met mest geïnjecteerd grasland en op plaatsen in parken waar veel hondenpoep wordt gedeponeerd.

Kenmerken

De plant wordt vijf tot ongeveer twintig centimeter hoog en heeft één sterk gekield grondstandig blad dat zeer geleidelijk kapvormig is en 2 - 6 mm breed. Er zijn verder enkele schutbladen. In de bloeiperiode, die valt in maart en april, heeft de weidegeelster meestal tot vier bloemen per stengel. Van deze soort is in Nederland nog nooit vruchtzetting waargenomen, en de soort plant zich hier dus vegetatief voort.[3][4]

In elk geval in Nederland en Duitsland is het overgrote deel van de populatie pentaploïd: het chromosoomaantal is dan 2n = 5×12 = 60. Populaties die tetraploïd (2n = 48) en hexaploïd (2n = 72) zijn, komen ook voor.[5] Een oneven aantal sets chromosomen (in dit geval dus 5) geeft vaak problemen bij de meiose, wat een verklaring kan zijn voor de overwegend vegetatieve vermeerdering.[5][6]

Zie de categorie Weidegeelster van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.