2e Stoottroepenleger

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
2e Stoottroepenleger
Soldaten van het 2e Stoottroepenleger en het 67e Leger ontmoeten elkaar in januari 1943 bij Operatie Iskra
Oprichting december 1941
Ontbinding april 1946
Land Sovjet-Unie
Krijgsmacht-
onderdeel
Rode Leger
Onderdeel van Volchov Front, Leningrads Front, 2e Wit-Russische Front
Type leger
Specialisatie stoottroepen
Garnizoen Archangelsk
Veldslagen Beleg van Leningrad, Slag om Narva, Weichsel-Oderoffensief
Commandanten Grigori Sokolov, Nikolaj Klykov, Andrej Vlasov, Vladimir Romanovski, Ivan Fedjoenski
Slag bij de Volchov
De Slag om Narva

Het 2e Stoottroepenleger (Russisch: 2-я ударная армия) was een leger stoottroepen van het Sovjet-Russische Rode Leger dat vocht in de Tweede Wereldoorlog.

Commandanten[bewerken | brontekst bewerken]

Slagorde[bewerken | brontekst bewerken]

In 1944 bereidde het 2e Stoottroepenleger zich voor op de Slag om Narva. Het bestond toen uit:

Veldslagen[bewerken | brontekst bewerken]

Het 2e Stoottroepenleger werd in december 1941 opgericht vanuit het 26e Leger van het Volchov Front. Het bestond oorspronkelijk uit de 327e Divisie Fuseliers en nog acht brigades fuseliers.

In januari 1942 ontsloeg de commandant Kirill Meretskov van het Volchov Front luitenant-generaal Grigori Sokolov als bevelhebber wegens onbekwaamheid. Luitenant-generaal Nikolaj Klykov van het 52e Leger nam het bevel tijdelijk waar.

Op 7 januari 1942 leidde luitenant-generaal Andrej Vlasov het 2e Stoottroepenleger in de Slag om Ljoeban om het Beleg van Leningrad te doorbreken. Vlasov stak de Volchov-rivier over en drong 74 km door de verdediging van het 18e Leger van de Wehrmacht. De andere legers van het Volchov Front: het 4e, 52e en 59 leger en het 13e korps cavalerie en de 4e en 6e korpsen garde fuseliers volgden niet en het 2e stoottroepenleger zat vast. Een Duitse tegenaanval sneed het 2e Stoottroepenleger af van bevoorrading langs de Volchov. Vlasov mocht niet terugtrekken. In mei 1942 mocht Vlasov terugtrekken, maar het 2e Stoottroepenleger werd vernietigd bij Mjasnoj Bor. Vlasov werd op 6 juli 1942 krijgsgevangen genomen, wat ooggetuige Aleksandr Solzjenitsyn beschreef in De Goelag Archipel. Vlasov liep over en leidde het Russisch Bevrijdingsleger om samen met de Duitsers tegen de Sovjets te vechten. Nikolaj Klykov nam opnieuw het bevel tijdelijk waar.

Van 19 augustus tot 20 oktober 1942 leed het 2e Stoottroepenleger opnieuw zware verliezen in het Sinjavino offensief. De overlevenden keerden terug voor nieuwe soldaten en uitrusting.

Vanaf 14 januari 1943 vocht het 2e Stoottroepenleger in Operatie Iskra om het Beleg van Leningrad te doorbreken. Het 2e Stoottroepenleger moest aanvallen vanuit het bruggenhoofd Oranienbaum met de nieuwe commandant Ivan Fedjoeninski, Het 2e Stoottroepenleger brak door tot Krasnoje Selo en Ropsja in de buitenwijken van Narva en leverde in 1944 de Slag om Narva. In september 1944 viel Narva, toen de Duitsers terugtrokken door Estland.

Het 2e Stoottroepenleger werd naar het zuiden verplaatst onder bevel van het 2e Wit-Russische Front en vocht in Warschau en Szczecin en nam eind maart Gdańsk in. Op 1 mei 1945 nam het 2e Stoottroepenleger Stralsund in en eindigde de oorlog op het eiland Rügen.

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog trok het 2e Stoottroepenleger terug naar Archangelsk. In juni 1945 werd het naar Goldberg (Mecklenburg) gestuurd en in augustus naar Schwerin. In januari 1946 keerde het 2e Stoottroepenleger terug naar de Sovjet-Unie waar het met drie legerkorpsen van negen divisies het Militair District Archangelsk vormde.