Afgeplat sporendoosje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Afgeplat sporendoosje
Afgeplat sporendoosje
Taxonomische indeling
Rijk:Protista
Stam:Amoebozoa
Klasse:Mycetozoa (Slijmzwammen)
Onderklasse:Myxogastria
Orde:Liceales
Familie:Liceaceae
Geslacht:Licea
Soort
Licea biforis
Morgan, 1893
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Het afgeplat sporendoosje (Licea biforis) is een schimmel behorend tot de familie Liceaceae. Het leeft saprotroof op de dood loofhout.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De vruchtlichamen zijn zittend, spoelvormig, gedeeltelijk vertakte sporocarps en kleine plasmodiocarps, geelbruin tot donkerbruin met gemarkeerde huidmondjes, die duidelijk zichtbaar zijn als een lichte centrale streep, 0,2-0,8 (1,5) mm lang en 0,1-0.3 mm breed met een gele sporenmassa.

Microscopsiche kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De sporen van Licea biforis zijn afgerond tot onregelmatig eivormig, hebben een diameter van 9 tot 11 micrometer en zijn zeer fijn stekelig.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Het afgeplat sporendoosje komt voor in Europa, India, Jamaica, Japan, de Verenigde Staten, West-Afrika.

In Nederland komt het vrij zeldzaam voor.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

De slijmzwam is een bewoner van boomschors, dit wordt corticole-levensstijl genoemd. Van september tot maart is hij buiten te vinden. De meeste vondsten worden gevonden in vochtige kamercultuur.

Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort werd voor het eerst beschreven in 1893 door Andrew Price Morgan op basis van een vondst aan de binnenkant van een tulpenboom (Liriodendron) in Ohio.