Anne Pedersdotter

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Anne Pedersdotter is een toneelstuk van Hans Wiers-Jenssen.

Toneelstuk[bewerken | brontekst bewerken]

Anne Pedersdotter
Schrijver Hans Wiers-Jenssen
Taal Noors
Eerste opvoeringsdatum 12 februari 1908
Locatie eerste opvoering Oslo
Soort historisch drama
Aantal akten 4
Duur avondvullend
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Johanne Dybwad

Anne Pedersdotter is een historisch drama in vier aktes dat in 1908 op papier werd gezet. De titel verwijst naar de vermeende heks Anne Pedersdotter uit Bergen rond 1590. Het toneelstuk volgt niet nauwgezet de historische tijdlijn, maar is een vrije interpretatie. Het verhaal van het toneelstuk is dat van een liefde tussen Anne en haar stiefzoon Martin, de liefde zou zij via hekserij verkregen hebben. Uiteindelijk belandt Anne op de brandstapel. Het toneelstuk ging in première op 12 februari 1908 in het Nationaltheatret van Oslo. Rollen zijn er voor Anne Pedersdotter, Absalon Pederssøn (meneer Petersdotter), Martin, Merete Beyer, Meester Johannes, Meester Laurentius, De bisschop en heks Herlofs-Marte. De eerste voorstellingen werden geleid door Halfdan Christensen met in de hoofdrollen Johanne Dybwad (Anne), Stub Wiberg (haar man) en August Oddvar (Martin). Na de eerste twintig voorstellingen in Oslo vertrok het toneelstuk naar Bergen en ging vervolgens de gehele wereld over. Het toneelstuk werd in het Nationaltheatret met lange tussenpauzes weer opgevoerd. In 1924, 1941, 1967 en 1999 kwam het daar weer op de planken.

Muziek[bewerken | brontekst bewerken]

Anne Pedersdotter
Componist Johan Halvorsen
Soort compositie toneelmuziek
Andere aanduiding werk 84
Compositiedatum 1907/1908
Première 18 februari 1908
Vorige werk werk 83: Hyldningsintrade
Volgende werk werk 85: Den stille gade
Oeuvre Oeuvre van Johan Halvorsen
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Het toneelstuk werd tijdens opvoeringen in Oslo in 1908 begeleid door muziek, uitgekozen door Johan Halvorsen. Hij koos daartoe uit muziek van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (ouverture Jevgeni Onegin), Edvard Grieg (Rigaudon uit de Holbergsuite), Jules Massenet (muziek uit Scènes pittoresques) en een psalm (Jam moesta quiesca querela). Bovendien schreef hij zelf ook nog enige muziek, die niet verder kwam dan manuscriptvorm.

Bewerkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Het toneelstuk werd door Ottorino Respighi gebruikt voor zijn opera La fiamma (1934). In 1971 deed Edvard Fliflet Bræin hetzelfde met librettist Hans Kristiansen. In 1943 was er een speelfilm Vredens Dag van Carl Theodor Dreyer.