Gebruiker:Angusmclellan/Constantijn II

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het zogenaamd huis Alpin

Constantijn of Constantín mac Áeda (voor 879–952) was een koning in het huidige Schotland vanaf 900 tot 942. Zijn bewind van 43 jaar wordt alleen door dat van Koning Willem voor de personele unie met Engeland in 1603 overtroffen. Hij was de zoon van Áed (†878), kleinzoon van Kenneth Mac Alpin (Cináed) (†858). Constantijn volgde zijn neef Domnall mac Constantín op als de tweede koning van Alba. Zijn vader, oom, grootvader en oudooom worden door Ierse schrijvers allen genoemd als koningen van de Pikten en deze verandering van titel schijnt een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van Schotland geweest te zijn.


Noormannen en Northumbrë[bewerken | brontekst bewerken]

De Monymusk Reliquary of Breccbennach, relikwie van Columba die met de Schotse leger was in de slag om Bannockburn, vroeger deed zijn kromstaf, de Cathbuaid, dienst als bron van heilige hulp op de slaagveld

De Noormannen waren erg actief in Groot-Brittannië en Ierland in de tijd van Constantijn. Zijn oom en zijn neef sneuvelden in slagen tegen Vikingen en zijn vader was blijkbaar door Giric gedood in 878. Giric greep de kroon en bleef ongeveer tien jaar koning. Het is mogelijk dat Constantijn en Domnall tijdens Giric's bewind bij hun tante Máel Muire verbleven. Zij was getrouwd met de koning van Ierland. Domnall kwam terug naar Groot-Brittannië in 889. Het is onbekend of Giric al dood was, of dat hij door Domnall gedood werd. Volgens de bronnen was Domnall geen filosoof-koning, maar misschien streed hij wel vaak tegen de Noormannen. In 900 stierf hij, blijkbaar tijdens een nederlaag bij Dunnottar (ter zuid van de hedendags Aberdeen).

Constantijn volgd Domnall op. In 903 en 904 trokken meer Noormannen plunderend door Piktland, maar zij werden verslagen in 904. Een van de Ierse annalen geeft een verhaal over deze bewinning. Volgens dit annaal baden de Schotten bidden Columba om hulp en brachten zij Columba's kromstaf mee naar de strijd. Deze kromstaf, bekend als de Cathbuaid (veldslag-helper) bestond echter nog niet, maar in later tijden was een ander relikwie van Columba, de Breccbennach, symbool voor het Schotse leger in de slag om Bannockburn.

Engelsen[bewerken | brontekst bewerken]

Van Piktland tot Alba[bewerken | brontekst bewerken]

Constantijn of Constantín mac eda (voor 879–952) was de tweede koning van Alba, een land later bekend als Schotland. Het koninkrijk Alba omvatte het noord-oostelijke deel van het eiland Groot-Brittannië, noordelijk van de Forth. Constantijns grootvader Kenneth MacAlpin was koning van de Pikten vanaf de jaren 840. De verandering van Piktland naar Alba, en van Pikten naart Schotten gebeurde in de tijd van Constantijn.

Zijn vader, Áed, volgde zijn oom, de eerste Constantijn van zijn familie op. Áed was nog maar een jaar koning, toen in 878 Giric doodde en zich meester maakte van zijn troon. Giric regeerde ongeveer tien jaar. Constantijns neef Donald keerde naar Schotland terug in 889, maar of hij verantwoordelijk was voor de dood van Giric is niet bekend. In 900 sneuvelde Donald sneuvelde in een slag tegen Vikingen in de buurt van Dunnottar. Constantijn volgde hem op en regeerde tenminste 42 jaar.

Tijdens zijn eerste jaren vielen de Vikingen opnieuw het voormalige Piktland aan, maar in 904 in een groote slag waren zij laagte bij Constantijn en zijn leger neer??'. (In 904 werden zij in een grote slag door Constantijn en zijn leger verslagen?) In een Ierse historie komt een verhaal over deze slag voor. Daarin leest men dat de Schotten om Columbas hulp gebeden hadden.

Constantijn (voor 879–952) was de tweede koning van Alba. Het koninkrijk van Alba, een naam die eerst in de tijd van Constantín verschijnt, was in noordelijk Groot-Brittannië gelegen. De kern van het koninkrijk werd gevormd door de landen rond de rivier Tay. Zijn zuidelijke grens was de rivier Forth, noordwaarts strekte het zich tenminste uit tot de Mounth en misschien tot aan de rivier de Spey. De westelijk grenzen zij zeer onzeker. Cináed mac Ailpín († 858), grootvader van Constantín, was het eerste lid van de familie die als koning bekend staat, maar dan wel als koning van de Pikten. De oudste zoon van Cináed, Constantijn, stierf in 876,

(† 876 ) en Áed († 878) stierven

Deze naamsverandering, van koning van de Pikten naar koning van Alba, is maar een deel van de oorsprongen van het Koninkrijk van Alba zijn naar de levenstijd van Constantín nagespoord.??

Zijn bewind, zoals dat van zijn voorgangers, werd door de acties van Viking-heersers in Groot-Brittannië en Ierland beheerst, bijzonder de Uí Ímair (kleinzonen van Ivar). Tijdens het bewind van Constantín breidden de heersers van de zuidelijke koninkrijken van Wessex en Mercia, later het koninkrijk Engeland, hun autoriteit noordwaarts tot het koninkrijk van Northumbrië uit. Aanvankelijk een bondgenoot van de zuidelijke heersers tegen de Vikingen kwam Constantín op den duur in conflict met hen. Koning Æthelstan slaagde erin Constantín te onderwerpen in 927 en 934, maar de twee kwamen opnieuw in conflict toen Constantín, met zijn bondgenoten de Britten van Strathclyde en de Vikingen van Dublin het koninkrijk van Æthelstan in 937 binnenvielen. De inval liep echter vast op de grote Slag van Brunanburh. In 943 trok Constantín zich in het Céli Dé klooster van St Andrews terug waar hij in 952 stierf. Hij werd door Máel Coluim mac Domnaill, de zoon van zijn voorganger opgevolgd.

Het bewind van Constantín van 43 jaar, dat in lengte slechts door dat van Koning William overtroffen wordt vóór de Unie van de Kronen in 1603, wordt gezien als een doorslaggevende periode waarin Pictland zijn gaelische karakter verkreeg. Hierin was de steun van de kloosterhervormers van de Ierse Céli Dé een beduidende factor. Tijdens zijn bewind worden de woorden "Schotten" en "Schotland" (Oud Engels: Scottas, Schotland) voor het eerst gebruikt om een deel aan te duiden van wat nu Schotland is. Kerkelijke en administratieve instellingen die in stand zouden blijven tot de omwenteling van David verschijnen ook voor het eerst.


His reign, like those of his predecessors, was dominated by the actions of Viking rulers in Britain and Ireland, particularly the Uí Ímair or grandsons of Ímar. During Constantín's reign the rulers of the southern kingdoms of Wessex and Mercia, later the kingdom of England, extended their authority northwards into the disputed kingdoms of Northumbria. At first allied with the southern rulers against the Vikings, Constantín in time came into conflict with them. King Æthelstan was successful in securing Constantín's submission in 927 and 934, but the two again fought when Constantín, allied with the Strathclyde Britons and the Viking king of Dublin, invaded Æthelstan's kingdom in 937, only to be defeated at the great battle of Brunanburh. In 943 Constantín abdicated and retired to the Céli Dé monastery of St Andrews where he died in 952. He was succeeded by his predecessor's son Máel Coluim mac Domnaill.

Constantín's reign of 43 years, exceeded only by that of King William before the Union of the Crowns in 1603, is believed to have played a defining part in the gaelicisation of Pictland in which his patronage of the Irish Céli Dé monastic reformers was a significant factor. During his reign the words "Scots" and "Scotland" are first used to mean part of what is now Scotland. The earliest evidence for the the ecclesiastical and administrative institutions which would last until Davidian Revolution also appears at this time.