Gebruiker:Patrick/legaat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Legaat_(uiterste_wilsbeschikking)#Situatie in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Een legaat is volgens artikel 117 lid 1 van Boek 4 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek[1] een uiterste wilsbeschikking waarin de erflater aan een of meer personen een vorderingsrecht toekent. Het vorderingsrecht bestaat tegen een of meer erfgenamen of legatarissen die bij dezelfde nalatenschap geroepen zijn, toedeling van legaten in een testament kan daarom alleen wanneer ook minstens één erfgenaam wordt aangewezen. Een legaat komt ten laste van de gezamenlijke erfgenamen tenzij het aan een of meer erfgenamen of legatarissen is opgelegd. Is de prestatie deelbaar, dan zijn de belaste erfgenamen ieder naar evenredigheid van hun erfdeel verbonden, tenzij de erflater anders heeft beschikt. Een erfgenaam kan ook een legaat krijgen, men noem dit 'pre-legaat'.

Bij een legaat moet worden onderscheiden tussen degeen die het vorderingsrecht van de erflater ontvangt, de legataris, en degeen of degenen op wie de verplichting rust het legaat af te geven. Een legaat kan aan een of meer bepaalde erfgenamen of legatarissen zijn opgelegd, en komt anders ten laste van de gezamenlijke erfgenamen. Een sublegaat is een legaat opgelegd aan een legataris.

Een legaat wordt door de wet gezien als schuld van de nalatenschap maar is uitgesloten van de wettelijke voorrangsbepalingen. Wanneer door de erfgenamen of door de executeur een inventarisatie van de nalatenschap wordt gemaakt (boedelbeschrijving), worden de legaten daar als schulden van de nalatenschap opgevoerd, of bij een of meer erfgenamen aan hun erfdeel toegerekend. Door een legaat kan de positieve waarde van het vermogen dat er voor overlijden was, na overlijden een negatieve waarde krijgen voor erfgenamen die de last van een legaat dragen.

Door de afgifte van legaten kan een erflater invloed uitoefenen op de manier waarop zijn of haar vermogen na overlijden wordt toebedeeld aan personen en instellingen van eigen keus. Anders dan bijvoorbeeld in Duitsland, kan in Nederland niet bij uiterste wilsbeschikking de verdeling van de nalatenschap onder de erfgenamen worden bepaald.[2] Stelt een notaris voor dat bij testament te doen, is belangrijk te weten dat erfgenamen niet wettelijk verplicht zijn de desbetreffende aanwijzingen te volgen, een bepaling in een testament die geen uiterste wilsbeschikking is wordt door de rechter voor nietig gehouden.[3][4] De verdeling is uitsluitend het recht en de plicht van de gezamenlijke erfgenamen, omdat zij op grond van de dwingendrechtelijke saisine regel (art. 4:182 BW) na overlijden in alle rechten en verplichtingen van de erflater zijn getreden. Dit grondrecht kan niet met een andersluidende testamentaire bepaling opzij worden geschoven. Dat is anders als een testamentair bewind is ingesteld, gaat het om een gemeenschappelijke boedel dan heeft de bewindvoerder de bevoegdheid zelfstandig bij de rechter een vordering tot verdeling in te stellen.

Een andere soort wilsbeschikking die op het legaat lijkt, maar niet hetzelfde is, is de testamentaire last, daar bestaat een verplichting voor degene op wie de last rust, er is geen recht voor degene ten behoeve van wie een last moet worden uitgevoerd.

Verschillen legataris en erfgenaam[bewerken | brontekst bewerken]

Een erfgenaam wordt door overlijden met eventuele andere erfgenamen mede-eigenaar van de onverdeelde nalatenschap en is gerechtigd op het hem toekomend deel daarvan. Een erfgenaam draagt alle verantwoordelijkheid. De nalatenschap kan ook negatief zijn. Een legataris krijgt een vorderingsrecht op een erfgenaam of andere legataris, hij verkrijgt het gelegateerde onder bijzondere titel en loopt niet het risico de schulden van de nalatenschap te moeten betalen, iets waartoe de erfgenamen in principe wel verplicht zijn als ze de nalatenschap zuiver hebben aanvaard. Een erfgenaam die een legaat ontvangt, is als erfgenaam aansprakelijk voor de schulden van de nalatenschap, naar rato van zijn erfgenaamschap.

Een erfgenaam heeft als eigenaar zeggenschap bij afwikkeling en verdeling van een nalatenschap, een legataris staat hier buiten en is juridisch gelijk gesteld met een schuldeiser. onafhankelijk van de familiaire betrekking tot de overledene. Dit kan reden zijn voor een testateur bij bepaalde personen voor een legaat te kiezen in plaats van diegeen als erfgenaam te benoemen. Bij legaten voor minderjarigen wordt vaak een volwassene als testamentair bewindvoerder aangesteld, is deze bewindvoerder erfgenaam, kan deze als erfgenaam meepraten bij de afwikkeling van de nalatenschap en de uitvoering van de legaten, vanuit de belangen van de erfgenamen, maar niet als bewindvoerder namens de legatarissen.[5]

Vorderingsrecht[bewerken | brontekst bewerken]

De vordering van een legataris op de nalatenschap is achtergesteld bij de vorderingen die schuldeisers op de overleden erflater hadden die niet door de dood teniet zijn gegaan en alle andere schulden van de nalatenschap, daaronder bijvoorbeeld de aanslag erfbelasting en de kosten van beheer en afwikkleing van de boedel. Dit is geregeld in artikel 4:7 BW. Als de voorgaande schulden samen groter zijn dan de activa, of groter dan de som aan legaten, krijgt de legataris niets of slechts een deel uit de nalatenschap. Er bestaat dan wel een vorderingsrecht op de erfgenamen die met het legaat zijn belast en die de nalatenschap zuiver hebben aanvaard. Deze zijn aansprakelijk met hun eigen vermogen.

Beroept iemand zich op de legitieme portie, moeten de legaten in mindering worden gebracht vóór de giften die de erflater heeft gedaan. Sommige giften worden in dit opzicht aan een legaat gelijkgesteld: zij worden daarom een quasi-legaat genoemd.

Aan een legaat kan een voorwaarde verbonden zijn, waaraan men moet voldoen om het legaat te mogen ontvangen (testamentaire last). De last mag een legataris niet belemmeren in het uitoefenen van bevoegdheden die hij krachtens erfrecht heeft (art. 4:4 BW) en mag niet in strijd zijn met de openbare orde, de goede zeden en wetgeving van dwingend recht (art. 4:44 BW). Een legaat kan een sublegaat inhouden: de verplichting voor een legataris om een legaat (bijvoorbeeld een deel van het door deze legataris te ontvangen legaat) te geven aan weer een ander, de sublegataris. De sublegataris heeft een vorderingsrecht op de legataris.

"Quasi-legaat"[bewerken | brontekst bewerken]

Er is een categorie rechthandelingen die geen uiterste wilsbeschikking zijn, maar wel pas na overlijden moeten worden uitgevoerd en voor de toepassing van inkorting en vermindering worden aangemerkt als een legaat ten laste van de gezamenlijke erfgenamen. Ze zijn door wetgever op één plaats in het wetboek samengebracht, de artikelen 4:126-129 BW. De wet noemt dit "Giften en andere handelingen die worden aangemerkt als legaten", in de notariële wandelgang worden dit quasi-legaten genoemd. Zij hebben geen betrekking op de hele nalatenschap of een evenredig deel daarvan en vallen niet onder artikel 4:4 BW.

Codicil[bewerken | brontekst bewerken]

Bepaalde goederen van de inboedel en bepaalde persoonlijke bezittingen kunnen ook zonder testament gelegateerd worden door middel van een volledig handgeschreven, gedateerd en ondertekend stuk: het codicil. Bij codicil kunnen bepaalde inboedelgoederen worden gelegateerd als kleding, CD's en meubels of een sieraad, maar geen waardevolle zaken, geen onroerend goed en geen geldbedragen. Ook een erfgenaam kan een legaat krijgen en aan een legaat kan de voorwaarde worden verbonden dat een bepaald bedrag bij de nalatenschap moet worden ingebracht. Dat bedrag kan de reële waarde zijn of een lagere som, dan is er een schenkingselement.

Grootte legaat[bewerken | brontekst bewerken]

De grootte van een legaat kan van het moment van overlijden afhangen. Het kan bijvoorbeeld toegepast worden als aanvulling op een periodieke gift (die voor de aftrekbaarheid moet eindigen bij overlijden) om het eventueel niet doorgaan van giften wegens overlijden te compenseren. Het bedrag van het legaat wordt dan dus jaarlijks minder zonder steeds het testament te veranderen.

De grootte van een legaat kan ook in het testament beschreven worden als bijvoorbeeld een bepaald percentage van het saldo van alle of bepaalde bezittingen en alle of bepaalde schulden, eventueel met een minimum en/of een maximum.[6][7] Als de uitkomst nul of negatief is komt dit op hetzelfde neer als het ontbreken van een vorderingsrecht, dus het niet hebben van een legaat. Het aanvaarden of verwerpen van het legaat maakt dan dus geen verschil.

Als er bijvoorbeeld legaten zijn van in totaal 40% van het saldo van bezittingen en schulden, en dit saldo is positief, dan blijft er 60% over voor de erfgenamen. Op deze manier worden de erfgenamen beschermd tegen eventuele schulden uit legaten die uit het eigen vermogen moeten worden voldaan. Als het saldo van bezittingen en schulden negatief is moeten de erfgenamen het schuldsaldo echter geheel betalen.

Een legaat van een goed dat er bij het overlijden van de erflater niet meer blijkt te zijn, heeft geen waarde. Wie een testament maakt, is niet verplicht eenmaal gelegateerde zaken te behouden tot de dag van zijn overlijden. Bij testament kan de testateur een goed legateren dat niet tot de nalatenschap behoort, de erfgenamen zullen dit goed dan ten behoeve van de legataris moeten aanschaffen. Dan moet dit wel expliciet in het testament staan, anders sorteert het legaat geen effect, dat kan niet bij codicil.[8]

Erfbelasting[bewerken | brontekst bewerken]

De verkrijger van een legaat betaalt erfbelasting als de waarde van het legaat hoger is dan de vrijstelling. Met de woorden "vrij van recht" kan in een testament echter worden bepaald dat de erfbelasting over een legaat voor rekening van de erfgenamen komt. Hierbij wordt het netto bedrag gebruteerd, dat wil zeggen dat een bruto bedrag wordt bepaald, zodanig dat na aftrek van de erfbelasting bij erven van het brutobedrag, het netto bedag overblijft.

Aanvaarding[bewerken | brontekst bewerken]

Een legaat kan worden verkregen zonder dat een aanvaarding nodig is maar de legataris heeft de bevoegdheid om het legaat te verwerpen zolang hij het niet aanvaard heeft. De kantonrechter kan op verzoek van een belanghebbende aan de legataris een termijn stellen, waarbinnen deze moet verklaren of hij al dan niet verwerpt; bij gebreke van een verklaring binnen de gestelde termijn verliest de legataris de bevoegdheid om te verwerpen. De verwerping van een legaat moet op ondubbelzinnige wijze geschieden, maar is niet aan een vorm gebonden. Van de aanvaarding van een legaat als vorderingsrecht zoals toegewezen in een testament moet worden onderscheiden, de daadwerkelijke ontvangst van een legaat uit de nalatenschap. Daar kan het nodig zijn dat wordt aanvaard (art. 3:84 BW).

Executeur[bewerken | brontekst bewerken]

Als bij testament een executeur is benoemd heeft deze een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de uitvoer van legaten, want legaten worden in artikel 4:7 BW bestempeld als schulden van de nalatenschap. De executeur is deze naast de met een legaat belaste erfgenamen gehouden de legatarissen te informeren over het legaat en voert gedurende de periode dat hij in functie is, het beheer.

De schulden uit legaten hebben echter de laagste rangorde en de executeur werkt in de eerste plaats in het belang van de nalatenschap, de erfgenamen en de preferente schuldeisers, niet dat van de legatarissen. Is het legaat niet aan alle erfgenamen gezamenlijk opgelegd en biedt de met een legaat belaste erfgenaam verhaal in het eigen vermogen, is de verantwoordelijkheid voor de executeur kleiner dan als het een schuld is van de gezamenlijke erfgenamen en er buiten de nalatenschap geen verhaal wordt geboden. Worden aan erfgenamen bedragen uit de nalatenschap overgemaakt en blijken er later legaten te zijn die niet meer uit de onverdeelde boedel kunnen worden voldaan, moeten de erfgenamen de legaten voldoen ter hoogte van het bedrag dat ze uit de nalatenschap hebben ontvangen, ook als ze dat al hebben opgemaakt.[9]

Testamentair beschermingsbewind[bewerken | brontekst bewerken]

Vaak worden legaten voor jonge mensen onder een testamentair beschermingsbewind gesteld tot de jeugdige legatarissen de leeftijd van 23 of 30 jaar hebben bereikt. De bewindvoerder draagt tot die leeftijd zorg voor beheer en instandhouding van het vermogen in het belang van de rechthebbende. Er moet een boedelbeschrijving worden gemaakt en jaarlijks rekening en verantwoording worden afgelegd. Een geldsom moet op een aparte rekening worden beheerd.

Erfrecht_(Nederland)#Legaat[bewerken | brontekst bewerken]

Legaat[bewerken | brontekst bewerken]

Bij een legaat krijgt een persoon, de legataris, een bepaalde zaak of een waarde toebedeeld van de erflater, ten laste van een of meerdere erfgenamen of andere legatarissen. Dit is een testamentaire schenking. Als het legaat een geldsom is die in het testament wordt gedefinieerd als een bepaald percentage van de waarde van de nalatenschap, en de nalatenschap heeft een negatieve waarde, dan vervalt het legaat, want een schenking betreft nooit een negatief bedrag.

De legataris krijgt de schenking niet direct bij overlijden van de erflater in eigendom, zoals een erfgenaam de erfenis. Het legaat is een vordering van de legataris op de betreffende erfgenaam of erfgenamen, deze zijn verplicht het legaat uit de nalatenschapsboedel te voldoen. Een legataris kan zijn vorderingsrecht uitwinnen.

Legaten zijn schulden van de nalatenschap die zijn achtergesteld op de andere schulden van de nalatenschap en komen ten laste van de gezamenlijke erfgenamen, tenzij ze aan een of meer bepaalde erfgenamen of legatarissen zijn opgelegd.[10][11] Als de nalatenschap niet toereikend is voor voldoening van alle legaten, kunnen de legatarissen het restant vorderen uit het eigen vermogen van de erfgenamen die met het legaat zijn belast en de nalatenschap zuiver hebben aanvaard. Een legataris is geen erfgenaam en heeft geen rechten bij afwikkeling en verdeling van de erfenis, dat hebben alleen de erfgenamen (deelgenoten).

Een legaat hoeft door de legataris niet aanvaard te worden, het kan geheel of deels verworpen worden.[12]

Nalatenschap#Geldigheid_testament[bewerken | brontekst bewerken]

Geldigheid testament[bewerken | brontekst bewerken]

Testamenten mogen (in Nederland) niet worden gemaakt door personen jonger dan 16 jaar. Een testament kan ongeldig blijken als de erflater bij de opstelling niet handelingsbekwaam was, niet wilsbekwaam, bijvoorbeeld door dementie, of wanneer (een deel van) het testament tot stand is gekomen door beïnvloeding van derden. Een testament kan ook ongeldig zijn wanneer niet aan bepaalde vormvereisten is voldaan. Een notaris heeft de taak er op toe te zien dat alles volgens de regels verloopt. Als het testament door de rechter nietig wordt verklaard of wordt vernietigd, geldt het voorgaande testament en als dat er niet is, de wettelijke regeling. Mocht er onenigheid ontstaan over de bedoelingen van een erflater is het soms mogelijk dat een rechter een testament nader uitlegt, bijvoorbeeld aan de hand van algemene bepalingen in het testament of bij leven bestaande documenten (artikel 4:46 lid 1 Burgerlijk Wetboek).[13] Deze procedure moet worden begonnen bij de rechtbank, waar vertegenwoordiging door een advocaat verplicht is. Als alle erfgenamen het erover eens zijn, kan gezamenlijk bij de Kantonrechter een verzoek tot uitleg worden ingediend (art. 96 Rechtsvordering).[14] Hier zijn advocaten niet verplicht zodat erfgenamen geen hoge kosten hebben.

Een testament kan de volgende wilsbeschikkingen bevatten: (..)

  • Een legaat, een schenking in geld, zaken of goederen die bij overlijden vanuit de erfenis moet worden uitgekeerd. De eigendom gaat niet direct bij overlijden over van overledene op de legataris. Juridisch is dit een vorderingsrecht van de legataris op een bepaalde erfgenaam of erfgenamen, afhankelijk van het testament. Er moet alleen worden uitgekeerd bij voldoende saldo in de erfenis. Als een erfgenaam op wie een legaat rust de erfenis zuiver heeft aanvaard, moet zo nodig uit het eigen vermogen worden bijgepast.

(..)

  1. Boek 4 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, Titel 5 Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen, Afdeling 2 Legaten - wetten.overheid.nl
  2. Heinrich von Südhoff, Teilungsanordnung im Testament - Wer bekommt was?.
  3. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 mei 2019, zaaknummer 200.248.774, ECLI:NL:GHARL:2019:4239.. uitspraken.rechtspraak.nl. Raad voor de Rechtspraak. Geraadpleegd op 15 maart 2023.
  4. Gerechtshof Amsterdam 9 maart 2021, zaaknr. 200.277.856/01, ECLI:NL:GHAMS:2021:696. uitspraken.rechtspraak.nl. Raad voor de Rechtspraak. Geraadpleegd op 15 mei 2023.
  5. Bongaerts, Ellen, Columns. Notariskantoor Wouw (15 november 2015). Geraadpleegd op 16 april 2021.
  6. Een goed doel als legataris - Handleiding executeurs bij de afgifte van legaten - Goede Doelen Nederland
  7. https://koop.notaservices.nl/content/legaten-voor-kleinkinderen-te-groot[dode link]
  8. Speciale spullen en wensen. Notaris.nl. Geraadpleegd op 16 april 2021.
  9. Strooi nooit met geld als executeur. cms.law. Geraadpleegd op 18 april 2021.
  10. Legitimaris en legaat
  11. Rechtbank Limburg 6 december 2017, C/03/222079 / HA ZA 16-345, ECLI:NL:RBLIM:2017:12053.
  12. De keuzevrijheid van de legataris
  13. Uitleg van het testament, Vereniging Erfrecht Advocaten Nederland
  14. Rechtbank Noord-Holland 19 oktober 2020, 8717234, ECLI:NL:RBNHO:2020:8355.