Hr.Ms. K III (1920)
 | ||||
|---|---|---|---|---|
.jpg)
| ||||
| Geschiedenis | ||||
| Kiellegging | 15 juli 1915 | |||
| Tewaterlating | 12 augustus 1919 | |||
| In dienst gesteld | 9 juli 1920 | |||
| Uit dienst gesteld | 1934 | |||
| Algemene kenmerken | ||||
| Waterverplaatsing | 583 ton (boven water) 721 ton (onder water) | |||
| Afmetingen | 64,4 x 5,6 x 3,6 meter | |||
| Bemanning | 29 koppen | |||
| Techniek en uitrusting | ||||
| Machinevermogen | 2 x 900 pk (dieselmotor) 2 x 210 pk (elektromotor) | |||
| Snelheid | 16,5 knopen (boven water) 8,5 knopen (onder water) | |||
| Bewapening | 4 x 45,7 cm torpedobuizen 1 x 7,5 cm kanon 1 x 12,7 mm mitrailleur | |||
| ||||
De Hr.Ms. K III was een Nederlandse onderzeeboot van de naar dit schip vernoemde K III-klasse.[1] Het schip werd in 1915 door het Nederlandse ministerie van Koloniën besteld bij de scheepswerf Koninklijke Maatschappij de Schelde uit Vlissingen. Eind december 1920 maakt de K III de oversteek naar Nederlands-Indië via het Suezkanaal. Tijdens deze reis deed de K III de volgende havens aan: Ferrol, Algiers, Malta, Alexandrië, Port Said, Aden, Colombo, Padang en Tandjong Priok. Op 18 december 1920 arriveerde het schip in de haven Soerabaja. De K III was de eerste Nederlandse onderzeeboot die de oversteek naar Nederlandse-Indië zonder escorte ondernam. Vanuit de haven van Soerabaja patrouilleerde het schip tot en met 1934 de kustwateren van Nederlands-Indië. Nadat de K III uitdienst werd genomen werd het schip in Nederlands-Indië gerecycled.[2]
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|