Interferon bèta-1a

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Interferon bèta-1a
Chemische structuur
Interferon bèta-1a
Farmaceutische gegevens
Halveringstijd (t1/2) 10 uur
Gebruik
Geneesmiddelengroep Immunomodulatoren
Subklasse Interferonen
Merknamen Avonex (Biogen), Rebif (Serono)
Indicaties Multiple sclerose
Voorschrift/recept Ja
Toediening IM, SC
Risico met betrekking tot
Zwangerschapscat. C
Lactatie (borstvoeding) Niet bekend → voorzorg: niet combineren
Rijvaardigheid Geen beperkingen
Alcohol Geen beperkingen
Databanken
CAS-nummer 145258-61-3
DrugBank BTD00093
Chemische gegevens
Molecuulformule C908H1408N246O252S7
IUPAC-naam Menselijk interferon bèta
Molmassa 20027,14 g/mol
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Interferon bèta-1a behoort tot de interferonen, natuurlijk voorkomende eiwitten die een rol spelen in het afweersysteem en in gebruik als geneesmiddel.

Indicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Werking[bewerken | brontekst bewerken]

Hoe ze precies werken, is nog niet helemaal bekend. De interferonen zijn lichaamseigen stoffen die een rol spelen in het afweersysteem. Interferonen helpen om de schade aan het centrale zenuwstelsel en met name de myeline bij MS te beperken.

Avonex[bewerken | brontekst bewerken]

Avonex werd in 1995 op de Amerikaanse markt gebracht door Biogen Idec. Avonex wordt eens per week intramusculair ingespoten, bij een hoeveelheid van de 30mcg. In geval van een zogenaamde CIS, het eenmalig voorkomen van MS-verschijnselen, kan Avonex ook al voorgeschreven worden.

Rebif[bewerken | brontekst bewerken]

Rebif werd 1996 door Serono op de Amerikaanse markt gebracht. Rebif wordt driemaal in de week subcutaan ingespoten, in een voorkeursdosis van 44mcg. Hoewel de patenten van medicatie 7 jaar gelden in de Verenigde Staten was het verschil in gebruik en injectie voldoende aanleiding om te spreken van een dermate innovatie in het product, dat Rebif naast Avonex mocht komen te bestaan.

Nevenwerkingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Soms:
    • Griepachtige verschijnselen
    • Pijn en ontsteking van de injectieplaats
  • Zelden:
    • Depressie en angst
    • Hartkloppingen en pijn op de borst
    • Geelzucht
    • Verlies van eetlust, slaapstoornissen en nervositeit
    • Haaruitval
    • Overgevoeligheid voor het geneesmiddel

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]