Portaal:Maastricht/Uit de geschiedenis/12

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
In de aardewerkfabriek van de Societe Ceramique

Begin 19e eeuw ontwikkelde Maastricht zich (in het kielzog van Wallonië) tot één van Nederlands vooraanstaande industriesteden. Wantoestanden in de fabrieken van de familie Regout hebben nog eind 19e eeuw tot een parlementaire enquête geleid.

Mede om weer wat plezier in de stad te brengen, richtte een groep notabelen in 1840 de Sociëteit Momus op, Nederlands eerste carnavalsvereniging (inmiddels ter ziele gegaan). Dit inspireerde de oprichting (mede door Maastrichtenaren!) van de Venlose carnavalsvereniging Jocus. Door de industrialisatie en de snelle bevolkingsgroei was Maastricht toe aan uitbreiding. In 1867 werd dat mogelijk doordat de status van vestingstad werd opgeheven. Op de terreinen van de gesloopte omwallingen en buitenwerken verrezen snel daarna industrie en woonwijken.

Ten tijde van de Belgische opstand was Maastricht samen met Brussel de meest geromaniseerde (verfranste) stad ten noorden van de taalgrens. Het Limburgs dat in Maastricht gesproken wordt, kent nog steeds een aantal Franse lexicale invloeden (bijvoorbeeld "peer" = vader, "meer" = moeder). Tot in 1892 bleef er een Franstalige Maastrichtse krant bestaan, genaamd Le Courrier de la Meuse.

Lees meer over de Geschiedenis van Maastricht