Portaal:Ridderorden/Uitgelicht/3

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Camee uit Sardonyx met buste van Alexander de Grote.

Het woord kleinood wordt tegenwoordig veelal opgevat als klein kostbaar voorwerp, vaak een sieraad, maar betekende in het Middelnederlands klein geschenk, hoewel het tevoren misschien in de huidige zin gebruikt werd. In de faleristiek (leer van de ridderorden) heeft het woord een iets afwijkende betekenis, en ook acryologisch gebruik komt voor, vanwege het woordeinde op -nood. Vermoedelijk moet men echter als einde -ood lezen, gebaseerd een Germaans woord waaruit in allerlei talen betekenissen als rijkdom, bezit en gelukzaligheid zijn gegroeid.

In de betekenis van kleine, kostbare gift komt kleinood herhaaldelijk voor in de Statenvertaling van het bijbelboek Psalmen, opvallend genoeg uitsluitend als metafoor: zeven psalmen worden aangekondigd als zijnde "een gouden kleinood van David". Ook in het boek Spreuken is het gebruik metaforisch: "Goud is er, en menigte van robijnen; maar de lippen der wetenschap zijn een kostbaar kleinood."