Portaal:Ridderorden/Uitgelicht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deze pagina geeft een overzicht van alle uitgelichte artikels en/of afbeeldingen op het portaal Ridderorden. Voor elke dag van de maand is er zo'n artikel en/of afbeelding. Voel u vrij om deze te bewerken door de bijhorende bewerk-link te volgen.
Uitgelicht vandaag (3 mei)
Camee uit Sardonyx met buste van Alexander de Grote.

Het woord kleinood wordt tegenwoordig veelal opgevat als klein kostbaar voorwerp, vaak een sieraad, maar betekende in het Middelnederlands klein geschenk, hoewel het tevoren misschien in de huidige zin gebruikt werd. In de faleristiek (leer van de ridderorden) heeft het woord een iets afwijkende betekenis, en ook acryologisch gebruik komt voor, vanwege het woordeinde op -nood. Vermoedelijk moet men echter als einde -ood lezen, gebaseerd een Germaans woord waaruit in allerlei talen betekenissen als rijkdom, bezit en gelukzaligheid zijn gegroeid.

In de betekenis van kleine, kostbare gift komt kleinood herhaaldelijk voor in de Statenvertaling van het bijbelboek Psalmen, opvallend genoeg uitsluitend als metafoor: zeven psalmen worden aangekondigd als zijnde "een gouden kleinood van David". Ook in het boek Spreuken is het gebruik metaforisch: "Goud is er, en menigte van robijnen; maar de lippen der wetenschap zijn een kostbaar kleinood."

Ga naar dag
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31


Dag 1
Een huisorde is een ridderorde die door een vorst is ingesteld en buiten de invloed van een regering ligt.

Meestal worden huisorden aan leden van de familie en hun relaties uitgereikt. Ook leden van de hofhouding en het personeel kunnen met een huisorde worden onderscheiden.

De eerste ridderorden waren verenigingen van kruisridders of kooplieden die naar het Heilige Land trokken tijdens de kruistochten. Bekende voorbeelden zijn de Johanniterorde, de Orde van Malta, de Duitse Orde en de Tempeliers. Deze orden en hun evenknieën in Spanje en Portugal hadden een even strijdbaar als religieus karakter. De Orde van de Kousenband, in 1348 door Eduard III gesticht, was de eerste orde die aan het koninklijke hof was gebonden. Het was een exclusief gezelschap vrienden en bondgenoten van de koning en zij dosten zich, als blijk van verbondenheid met de monarch, uit met versierselen van de orde. Ook de vorst droeg deze eretekens.


[bewerk]

Dag 2
Een koninklijke onderscheiding (informeel: een lintje) is in Nederland een symbolische erkenning voor persoonlijke, bijzondere verdiensten voor de samenleving. Het kan in beginsel aan iedere Nederlander worden toegekend. Ook buitenlandse onderdanen komen voor een aantal koninklijke onderscheidingen in aanmerking. Sommige onderscheidingen maken deel uit van een ridderorde, andere zijn zelfstandige kruisen en medailles.

De jaarlijkse toekenning van de onderscheidingen voor Koninginnedag wordt de lintjesregen genoemd. De onderscheidingen worden bekend gemaakt in een buitengewone uitgave van de Staatscourant met de koninklijke onderscheidingen verleend ter gelegenheid van de verjaardag van Hare Majesteit de Koningin. Op 27 april 2007 werden 3575 personen onderscheiden.


[bewerk]

Dag 3
Camee uit Sardonyx met buste van Alexander de Grote.

Het woord kleinood wordt tegenwoordig veelal opgevat als klein kostbaar voorwerp, vaak een sieraad, maar betekende in het Middelnederlands klein geschenk, hoewel het tevoren misschien in de huidige zin gebruikt werd. In de faleristiek (leer van de ridderorden) heeft het woord een iets afwijkende betekenis, en ook acryologisch gebruik komt voor, vanwege het woordeinde op -nood. Vermoedelijk moet men echter als einde -ood lezen, gebaseerd een Germaans woord waaruit in allerlei talen betekenissen als rijkdom, bezit en gelukzaligheid zijn gegroeid.

In de betekenis van kleine, kostbare gift komt kleinood herhaaldelijk voor in de Statenvertaling van het bijbelboek Psalmen, opvallend genoeg uitsluitend als metafoor: zeven psalmen worden aangekondigd als zijnde "een gouden kleinood van David". Ook in het boek Spreuken is het gebruik metaforisch: "Goud is er, en menigte van robijnen; maar de lippen der wetenschap zijn een kostbaar kleinood."


[bewerk]

Dag 4
Generaal Maxwell D. Taylor RMWO met 38 batons

Een baton is een langwerpig stukje materiaal dat met de stof van een onderscheiding of ridderorde overtrokken is en op een uniform wordt gedragen om het bezit van een onderscheiding aan te duiden. Tot in de 18e eeuw werden ridderorden dagelijks gedragen, men droeg dus de kruisen van de orde aan hun linten " en sautoir" om de hals, aan een lintje in het knoopsgat of aan een grootlint over de schouder op de heup. In de napoleontische tijd ziet men de herenkleding soberder worden, de heren droegen nu, in uniform of op hun geklede jas ook wel een klein lint of een rozet in de kleur van de onderscheiding. Daaruit is het gebruik ontstaan om batons te dragen.


[bewerk]

Dag 5
De Kanselier der Nederlandse Orden is een Kanselier die aan het hoofd staat van de Kanselarij der Nederlandse Orden. De kanselarij is gevestigd aan de Nassaulaan 18 in Den Haag. De kanselier heeft als wettelijke taak het beheren van de Orden en taak om, namens de Koningin, de zuiverheid ervan te bewaken.

De kanselier der Nederlandse Orden is voorzitter van het Kapittel der Militaire Willems-Orde dat de minister van Defensie adviseert over de toekenning van de hoogste Nederlandse onderscheiding voor "Moed, Beleid en Trouw".

De kanselier der Nederlandse Orden is ook lid van het Kapittel voor de Civiele Orden. Het Kapittel is een adviescollege dat de minister die het aangaat adviseert omtrent voorstellen voor koninklijke onderscheidingen.


[bewerk]

Dag 6
Draagtekens van officiële onderscheidingen zoals ridderorden zijn soms voorzien van briljanten.

Het is niet ongebruikelijk om ridderkruisen, sterren, onderscheidingen en grootkruisen met ingezette edelstenen, vooral briljanten, maar ook saffieren en robijnen komen voor, aan te treffen. In Nederland kwamen dergelijke met juwelen bezette ordetekenen zelden voor. Koning Willem III heeft een aantal malen, de laatste keer was aan Minister Heemskerk van Binnenlandse Zaken, een ster met briljanten gegund.

In 1905 werd in de Huisorde van Oranje een, uniek gebleven, uitzondering gemaakt voor een Duitse hofdame. In België zijn er sterren en grootkruisen van de Leopoldsorde met "briljanten" uitgereikt.


[bewerk]

Dag 7
Militaire orden zijn de uit de kruistochten en de reconquista, de eeuwenlange strijd tegen de Moren in Portugal en Spanje voortgekomen ridderorden die zowel een geestelijk als een militair doel dienden. Ook het begrip kruisridderorde is gebruikelijk.

De ridders en broeders van deze orden, het ging om zonen van adellijke families, wisselden het kloosterleven af met veldtochten en leefden celibatair. De Orde van Malta was een orde van hospitaalridders die ziekenzorg en oorlog combineerde.


[bewerk]

Dag 8
Juweel van de Orde van de Kroon van Westfalen

De Napoleontische Orden waren ridderorden die werden ingesteld in het Franse Keizerrijk van Napoleon Bonaparte en vazalstaten van het Franse keizerrijk.

De leden van het Huis Bonaparte en de tot hertog van Parma benoemde Jean-Jacques Régis de Cambacérès vervingen de ridderorden van de staten die zij gingen regeren in een aantal gevallen door zelfgeschapen orden. Deze Napoleontische Orden waren met veel ceremonieel en pracht en praal omgeven.

Kenmerkend voor de Napoleontische Orden is dat zij de ridders inkomsten uit de staatskas of de in beslag genomen goederen van de Rooms-katholieke Kerk of de Orde van Malta garandeerden.

Kenmerkend voor deze nieuwe orden is ook dat zij, voor het eerst, ook burgers en de door de Franse Revolutie geëmancipeerde Joden in hun midden opnamen. De oude Europese Orden waren voor edelen gereserveerd geweest en hadden vrijwel allemaal ook een religieus karakter.


[bewerk]

Dag 9

De Militaire Willems-Orde, kortweg MWO, is een Nederlandse militaire onderscheiding en tevens de oudste en hoogste Nederlandse ridderorde. De orde werd op 30 april 1815 ingesteld door koning Willem I: "tot belooning van uitstekende daden van moed, beleid en trouw, bedreven door diegenen, welke, zoo ter zee als te lande, in welke betrekking ook, en zonder onderscheid van stand of rang, Ons en het Vaderland dienen. Deze Orde zal echter in bijzondere gevallen ook kunnen worden gegeven aan vreemde militairen, niet in Nederlandschen dienst zijnde." Alhoewel dit een militaire ridderorde is kunnen dus ook niet-Nederlanders of burgers (zoals verzetsstrijders) deze onderscheiding ontvangen.

De wet stelt in de Wet op de Militaire Willems-Orde en het Reglement op de Militaire Willems-Orde een aantal gedetailleerde regels over toekennen en dragen van deze orde.

De orde wordt verleend voor daden die getuigen van "Moed, Beleid en Trouw". Voor inlandse soldaten van het KNIL was er tussen 1839 en 1898 een Medaille voor Moed en Trouw, maar aangezien deze te veel leek op het gewone onderscheidingsteken voor langdurige en trouwe dienst werd in 1898 een "Kruis voor Moed en Trouw" ingesteld. Velen zagen hierin een vorm van achterstelling.


[bewerk]

Dag 10
De Grootkanselier van het Legioen van Eer is een functionaris die de Franse president, vroeger ook de Franse koningen en de twee keizers, bijstaat bij de administratie van het Legioen van Eer, de hoogste Franse ridderorde. Hij is verantwoordelijk voor het "zuiver houden" van de Franse decoraties en houdt met zijn kanselarij ook toezicht op andere bijzondere eretekens zoals de Medaille Militaire.

Wie in Frankrijk een ridderorde wil dragen of organiseren heeft al snel met deze kanselier te maken. Hij ziet toe op het wettelijk verbod op het dragen van buitenlandse of zelfgefabriceerde rode knoopsgatsversieringen en draagt bestuurders van pseudo-orden als de Orde van Sint-Lazarus op om de naam "Ridderorde" binnen Frankrijk niet te gebruiken.

De Grootkanselier wordt door de President van de Franse Republiek gekozen uit de 74 grootkruisen van het Legioen van Eer.


[bewerk]

Dag 11
Een bijzonder stuk: Vijf van de tijdens de Eerste Wereldoorlog benoemde Officieren in de Huisorde en Orde van Verdienste van Hertog Peter Friedrich Ludwig droegen zwaarden aan de ring waar geen ring aanwezig was

Wanneer een Pruisisch officier in de 19e eeuw en in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog een onderscheiding voor verdienste in oorlogstijd "met zwaarden" verleend kreeg dan werden twee gekruiste vergulde of zilveren zwaarden in de armen van het kruis aangebracht. Wanneer deze officier later voor verdienste in vredestijd werd bevorderd binnen dezelfde Ridderorde dan bleef hij dit kruis dragen en werd het kruis van de hogere klasse van zwaarden aan de ring (Duits: Schwerter am Ring") voorzien. Op de afbeelding draagt een Duitse generaal zwaarden aan de ring van de Kroonorde

De laagste graad van een Ridderorde kan daarom niet met zwaarden aan de ring worden aangetroffen, de hogere graden wel. Soms komen de zwaarden aan de ring ook voor bij medailles en bij erekruisen die aan de ridderorden zijn verbonden.


[bewerk]

Dag 12
Een vijfpuntige geborduurde ster met een massieve kern; een " Grand-Aigle" van het legioen van Eer.

Een ster is een op de borst of op de schouder gedragen insigne van een ridderorde. De ster kan verschillende vormen hebben en is dus beslist niet altijd stervormig. Soms worden ook de ovale, vierkant of zeer onregelmatig gevormde, insignes "sterren" genoemd, het is juister om dan van een plaque te spreken.

De eerste Ridderorde waarvan de ridders behalve een kleinood aan een lint of keten ook een geborduurde ster gingen dragen was de Engelse Orde van de Kousenband. Dat gebeurde tijdens de regering van Karel II van Engeland. Deze sterren waren geheel van gouddraad, zilverdraad en borduurgaren vervaardigd.

Zeer grote geborduurde sterren kwamen, en komen, ook voor op de mantels van een aantal ridderorden.


[bewerk]

Dag 13
In het Orderecht is de soeverein van de Orde het hoogste gezag binnen een Ridderorde. Niet iedere Orde kent een soeverein, de Nederlandse en Belgische Koningen zijn Grootmeester van hun Orden. De Britse Koning is de Souverein van een aantal Orden en laat zich daarbij bijstaan door een Grootmeester. In andere Orden van Groot-Brittannië of landen van het Gemenebest is de Koning zèlf Grootmeester en ontbreekt een Souverein. Otto Aartshertog van Oostenrijk is "hoofd en soeverein" van zijn Orde van het Gulden Vlies.

Het gezag van de Souverein is uiteraard aan regels en wetten gebonden. In veel staten stelt de wet of de grondwet vast dat het staatshoofd Souverein of Grootmeester van de Orden is. Wanneer er twee pretendenten zijn of het afgezette staatshoofd van mening is dat hij het recht heeft om ook verder " zijn" Orde te verlenen geraken Orden buiten de macht van een staat en worden zij een huisorde. Bij twee Grootmeesters of Souvereinen spreekt men van twee Obediënties.


[bewerk]

Dag 14
Toen de hervorming van de Orde van Oranje-Nassau in 1993 in de Tweede Kamer werd besproken stelde de regering voor om de drie eremedailles te schrappen en de graad van "lid", in de zienswijze van minister D.IJ W. de Graaf-Nauta een "volwaardige ridderlijke graad" binnen de orde, in te stellen.

De regering zag het als een vervanging, het uitgangspunt van het nieuwe decoratiebeleid zou zijn dat persoonlijke verdiensten bepalend zijn voor het verlenen van een onderscheiding.

De aanduiding lid viel niet bij alle Kamerleden even goed. Er was geen historische traditie waarin men in Nederland als Lid deel van een ridderorde werd. Het Kamerlid Franssen van de VVD amendeerde het wetsvoorstel onder andere met een amendement waarin geen lid maar een "erekruis" werd toegevoegd. De minister heeft dit amendement ontraden omdat het voorbij ging aan de wens om, anders dan bij de eremedailles het geval was geweest, de leden ook werkelijk deel van de orde te laten zijn. Het amendement werd verworpen.


[bewerk]

Dag 15
Rozet in de architectuur
Rozet van de Militaire Willems-Orde

Een rozet is een tweedimensionaal patroon met alleen rotatie en eventueel spiegelingen, maar geen verplaatsing (translatie).

Rozetten worden toegepast als ornament in de architectuur, bijvoorbeeld als roosvenster. In de natuur komen bladrozetten voor, bijvoorbeeld de bladeren van de paardenbloem vormen samen een rozet.

Reeds in de Minoïsche cultuur werden rozetten als kenmerkend cultussymbool gebruikt. Zij wordt dan ook als kenmerkend spoor van de moedergodincultus aanzien.

In ridderorden is een rozet op het lint of in het knoopsgat sinds het midden van de 19e eeuw de aanduiding van de rang van officier. Op de linten van medailles en kruisen komen rozetten zelden voor. Soms eindigt ook een grootlint in een rozet.


[bewerk]

Dag 16
Fons honorum (Latijn: "bron van aanzien") is een term die in het staatsrecht, het adelsrecht en het orderecht wordt gebruikt om aan te geven wie gerechtigd is om maatschappelijke eerbewijzen te creëren en te verlenen.

De vraag of een orde een legitieme ridderorde of een pseudo-orde is hangt samen met de fons honorum (zie: regaal voorrecht). Soevereine vorsten en regeringen zijn in het recht met uitsluiting van alle anderen degenen die maatschappelijke eretitels en eerbewijzen scheppen. Adeldom, eretitels en ridderorden zijn dus verbonden aan een dergelijke "fons honorum". Dat kan een lang geleden afgetreden of afgezette koning en ook het hoofd van een ten tijde van het Congres van Wenen in 1815 regerende familie zijn. De meeste regeringen erkennen het recht van de hoofden van deze families om titels in de eigen familiekring te verlenen en orden uit te reiken.


[bewerk]

Dag 17
Geborduurde ster uit de regeringsperiode van Lodewijk Napoleon. Particuliere verzameling, Groningen.

De Orde van de Unie is een ridderorde die in 1806 werd gesticht door Lodewijk Napoleon, koning van Holland.

Lodewijk Napoleon was zeer wispelturig, wat ondanks zijn korte bewind onder andere resulteerde in een zevental varianten van de orde. De vorm, rechtsgrond en versierselen van deze varianten zijn min of meer gelijk. Het gaat dan ook ondanks de verschillende namen om een en dezelfde orde.

De verschillende varianten zijn:


[bewerk]

Dag 18
"Eresoldij" is het inkomen dat ieder jaar aan een militair of burger die met een bepaalde onderscheiding is onderscheiden wordt verleend.

Soms gaat het om een verhoging van de soldij, soms om een vast bedrag. Er zijn ook ridderorden waarin een vastgesteld aantal ridders een jaarlijkse toelage krijgen. De naam waaronder dit geld wordt uitbetaald verschilt per land en per orde. Soms is het eregeld, soms een dotatie of toelage.

Enige Orden waaraan een vast inkomen is verbonden


[bewerk]

Dag 19
Het kruis aan lint van de Militaire Max-Joseph-Orde. Particuliere verzameling Groningen

De Militaire Max Jozef-Orde (Duits: "Max-Joseph-Militärorden") werd op 8 juni 1797 door de Beierse Keurvorst Karel Theodoor gesticht als een onderscheiding voor officieren. Op 1 januari 1806 werd de Orde door Koning Maximiliaan I Jozef van Beieren vernieuwd en van nieuwe statuten voorzien. De Orde werd tot aan de val van de Beierse monarchie in 1918 verleend en is een van de historische Orden van Beieren.

Het motto van de Orde was "virtuti pro patria" (Latijn: "verdienste voor het vaderland").

De Orde is een aangepaste vorm van het oudere "Keurpfalzische Militaire Ereteken" (Duits: "churpfalz-bayerische Militärehrenzeichen") dat van 1794 tot 1806 werd toegekend. De onderscheidingen lijken sterk op elkaar.

De Orde diende als beloning van in oorlog verrichtte daden die met "inzicht, tegenwoordigheid van geest en moed op eigen initiatief en onder levensgevaar tot voordeel en roem van het Koninkrijk hadden bijgedragen".


[bewerk]

Dag 20
Het versiersel van de Orde Pour le Mérite

De onderscheiding Pour le Mérite werd in 1740 gecreëerd door Frederik de Grote (1712-1786). De militaire versie bestond tot 1918, de burgerlijke bestaat nog steeds. In het Engels wordt ze The Blue Max genoemd. Ook in Duitsland heeft de bijnaam "Der Blaue Max" ingang gevonden.

Na de oorlog met keizerin Maria Theresia stelde Frederik de Grote deze ridderorde in.

De onderscheiding is voortgekomen uit de Ordre de la Générosité.

Hij besloot de nieuwe onderscheiding toe te kennen aan verdienstelijke personen. In het verleden waren ridderorden ook aan vooraanstaande edellieden toegekend als politiek eerbetoon. Pruisen kende in 1740 ook de “Hoge Orde van de Zwarte Adelaar”, maar die onderscheiding was alleen voor vorsten, prinsen en generaals bestemd. De Orde Pour le Mérite had een meer democratisch karakter, al was het toekennen aan een dappere onderofficier ondenkbaar.


[bewerk]

Dag 21
De Orde van de Gouden Ark is een internationale ridderorde die op 10 juli 1971 door prins Bernhard der Nederlanden werd gesticht. De orde richt zich op natuurbescherming en "strekt tot onderscheiding van hen, die zich bijzondere verdiensten hebben verworven voor het behoud van flora en fauna op aarde".

Prins Bernhard der Nederlanden was de eerste grootmeester van de orde. Tijdens zijn uitvaart droegen meerdere gasten, onder wie prins Philip van het Verenigd Koninkrijk, hun versierselen van de orde.

Het kleinood van de orde is een vijfarmig blauw geëmailleerd gouden kruis dat op een tweemaal zo breed wit geëmailleerd gouden kruis is gelegd. De armen van beide kruisen zijn van gelijke lengte. De vijf armen verbreden zich vanuit het midden en eindigen in twee punten.


[bewerk]

Dag 22
Z.K.H. De Hertog van Gloucester is Grootprior van de Eerwaarde Orde van Sint-Jan

De omvangrijke eigendommen van de Engelse "langue" of "tong" van de tijdens de kruistochten gestichte Orde van Sint-Jan werden in 1558 door Elizabeth I geconfisqueerd. De orde zelf werd niet verboden of zelfs maar opgeheven maar in het streng protestantse en anti-katholieke Engeland van de 16e tot en met de 18e eeuw was er voor een katholieke orde van hospitaalridders en religieuzen geen plaats.

De Britse Souverein, Elizabeth II, is Souverein Hoofd van de Orde.In rang volgen dan de Grootprior, Z.K.H. De Hertog van Gloucester en de twee Eredames-Grootkruis de Birgitte, Hertogin van Gloucester en Prinses Anne, de Princess Royal.


[bewerk]

Dag 23
Een keten en juweel van de Orde van het Gulden Vlies (Spaanse tak) in het museum Grand Curtius

De Orde van het Gulden Vlies (Frans: Ordre de la Toison d'Or, Duits: Orden vom Goldenen Vlies) is een exclusieve Ridderorde. De leden worden Vliesridders genoemd.

De Orde werd op 10 januari 1430 in Brugge ingesteld door Filips de Goede, hertog van Bourgondië, bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De Orde van het Gulden Vlies was de tegenhanger van de Engelse Orde van de Kousenband, die uit 1348 dateert. Met de instelling van deze Orde wilde Filips de Goede nog meer aanzien geven aan zijn dynastie. De nieuwe Orde was een select gezelschap waarmee de hertog zijn beste medewerkers en buitenlandse bondgenoten kon eren. De Orde werd erkend door de paus en geniet pauselijke privileges. Een van de voorrechten van de Ridders in deze Orde is dat zij van de paus het recht hebben gekregen om in hun slaapkamer een mis te laten opdragen. Dit voorrecht delen zij met hoge geestelijken en katholieke vorsten.


[bewerk]

Dag 24
De Souvereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta (ook wel Maltezer Orde of Orde van Malta) is een internationale Rooms-katholieke ridderorde met een soevereine status, maar zonder eigen grondgebied. De Maltezer orde is een van de oudste nog bestaande ridderordes en heeft sinds de tijd van de Kruistochten een bijzondere plaats in de Europese geschiedenis. De Orde van Malta heette aanvankelijk de Orde van Sint-Jan of Johannieterorde, een naam die tegenwoordig nog wordt gevoerd door de protestants geworden afdelingen.

De Maltezer Orde kent ruim 12.000 katholieke leden, zowel geestelijken, Europese adel als niet-adellijken uit vele landen. Zij houden zich bezig met liefdadigheidswerk in eigen land en noodhulpverlening over de hele wereld. Daarnaast worden met plechtige ceremonies de oude tradities van de orde levend gehouden.

De Orde van Malta beschikt niet meer over een eigen grondgebied, maar wordt desondanks door 94 landen erkend als een soeverein orgaan volgens internationaal recht. Dit is vergelijkbaar met de Heilige Stoel, die ook los van een territorium soevereiniteit bezit.


[bewerk]

Dag 25

De Koninklijke Orde van de Leeuw werd in 1891 door Koning Leopold II van België ingesteld in de Kongo-Vrijstaat, een staat die zijn privébezit was. Het motto van de Orde is "Travail et progrès" en de Orde werd voor verdienste voor de Congo en het staatshoofd toegekend. Toen de Congo in 1908 een Belgische kolonie werd werd ook de orde overgenomen door het Koninkrijk België. Ook na de onafhankelijkheid van de kolonie werd de orde nog tot de Belgische ridderorden gerekend, maar werd sinds 1960 niet toegekend. De ridderorde wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken geadministreerd en kent vijf klassen en drie medailles.


[bewerk]

Dag 26

Het Kruis voor Moed en Trouw werd op 7 maart 1898 door Koningin-Regentes Emma in naam van Koningin Wilhelmina ingesteld bij Koninklijk Besluit, dat was mogelijk want alleen ridderorden moeten volgens de Grondwet bij wet worden ingesteld.

Het kruis verving de Medaille voor Moed en Trouw die ook al aan het lint van de Militaire Willems-Orde werd gedragen maar in de ogen van de regering onvoldoende uitstraling en prestige had. De 89 zilveren en 1156 bronzen medailles mochten in 1898 worden ingeruild voor een kruis.
Het kruis werd toegekend voor "Uitstekende daden van Moed en Trouw" en "Daden van Moed en Trouw in Nederlands-Indië door inlanders betoond".
Het kruis gelijkt enigszins op de Militaire Willems-Orde en wordt aan het lint van deze Orde gedragen. De uitvoering wijkt af omdat kruis en kroon van ongeëmailleerd zilver zijn. Waar op de Willemsorde de vuurslag prijkt is een medaillon met een heraldische Nederlandse leeuw aangebracht. Tussen de armen van het kruis zijn Oosters aandoende zwaarden, "klewangs", aangebracht.


[bewerk]

Dag 27
Borstkruis van de Duitse Orde
Borstkruis van de Duitse Orde

De Ridderlijke Duitsche Orde in de protestantse Balije Utrecht is een charitatieve (liefdadige) ridderorde die alleen Nederlandse Protestantse ridders toelaat. De orde is in de reformatie afgesplitst van de katholieke Duitse Orde.

Voor de geschiedenis van de Duitse Orde vóór de reformatie: Zie Duitse Orde.

In 1518 bezat de Balije van Utrecht, een van de veertien balijen van de grote en rijke Duitse Orde, veertien commanderijen. De Orde werd bestuurd door een Landcommandeur vanuit het Duitse Huis binnen de muren van de stad Utrecht.

Koning Willem I gaf de Balije Utrecht haar bezittingen, voor zover nog niet verkocht, weer terug. In een van de eerst wetten van het Koninkrijk der Nederlanden, op 8 augustus 1815, werd de Duitse Orde, ondanks een tegenstribbelende Staten-Generaal, erkend en werd de orde onder bescherming van de Koning gesteld. De koning wees de titel van Hoog- of Grootmeester na enige aarzeling af, maar verkreeg wel het aggregatierecht. Alle benoemingen en bevorderingen in de Duitse Orde geschieden sindsdien bij Koninklijk Besluit. Opvallend is dat de Orde geen regerende vorsten en geen Prinsen der Nederlanden in haar midden heeft opgenomen.


[bewerk]

Dag 28
Kleinood voor heren
Kleinood voor heren

De Keizerlijke Orde van Verdienste (Engels: "Imperial Service Order") werd in augustus 1902 door Koning Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk ingesteld en was bedoeld voor administratieve en lager geplaatste medewerkers van het Britse koloniale bestuur. Men kon na 25 jaar dienst in de koloniën worden benoemd maar na 16 jaren in ongezonde gebieden kwam men ook voor de decoratie in aanmerking. De leden, heren èn dames, kunnen en konden worden benoemd, plaatsen de letters "ISO" achter hun naam.

De Orde heeft een enkele rang en de leden zijn "Companions".

Het kleinood van deze voormalige Britse koloniale orde die door landen van het Gemenebest kan worden toegekend, is een achtpuntige zilveren ster met een kroon op de hoogste stralen. In het medaillon is het monogram van de regerende vorst aangebracht.Op de band daaromheen staat het motto " Voor trouwe dienst" (Engels"For Faithful Service"). Het lint is donkerrood met een brede blauwe middenstreep. Dames dragen een afwijkend kleinood met een zilveren lauwerkrans in plaats van een ster aan een strik.


[bewerk]

Dag 29
Kleinood
Kleinood

De Orde van Birma (Engels: Order of Burma, Birmaans: Pyidaungsu Sithu Thingaha) was een koloniale ridderorde van het Britse Rijk. Birma werd geregeerd door een Britse gouverneur en deze verleende in het voormalige keizerrijk Birma dat van 1885 tot 1948 een Britse kolonie was deze onderscheiding voor verdienste. De Ridderorde was bestemd voor de officieren van het Birmaanse leger, de militaire politie en de grenstroepen.

George VI, Koning van het Verenigd Koninkrijk, Keizer van India stichtte de Orde op 10 mei 1940 in een Koninklijk Besluit (Royal Warrant) waarin hij vaststelde dat de dragers van de Orde van Birma de letters "O.B." achter hun naam mochten dragen. De Orde had één klasse en werd aan een groen lint met een lichtblauwe bies om de hals gedragen. De dragers, er waren 16 decoraties voor het leger en 12 voor de politie gereserveerd, kregen een pensioen van een roepie per dag en eenmaal per jaar zouden de opengevallen plaatsen worden aangevuld.


[bewerk]

Dag 30
Een kleinood van de Orde uit de 18e eeuw

De Orde van de Witte Adelaar (Pools: Order Orła Białego) is de hoogste Poolse onderscheiding. Deze ridderorde werd op 1 november 1705 door de Poolse koning Augustus II ingesteld. Deze Orde heeft altijd een enkele graad, die van ridder, gekend. Omdat de orde steeds in de een of andere vorm heeft voortbestaan is zij nu de op 6 na oudste nog bestaande ridderorde.

Van 1831 tot 1917 was de Orde een van de Russische Ridderorden. (Russisch: Императорский и Царский орден Белого Орла)

De Orde van de Witte Adelaar was bij de oprichting een rood ovaal schild met een afbeelding van het Poolse wapendier dat aan een lichtblauw lint werd gedragen. Dit kleinood werd al in 1709 vervangen door een kruis.
In 1713 werd werd de orde en sautoir (om de hals) gedragen, en droegen de ridders een geborduurde ster op de linkerborst. De Poolse Koning verleende deze Orde aan een klein aantal belangrijke edellieden en leden van zijn Huis, voor anderen was er de Orde van Sint Stanislaus. De ridders droegen een rijke ordekleding met mantel en hoed.


[bewerk]

Dag 31
De moderne Orde van Oesjakov
De moderne Orde van Oesjakov

De Orde van Oesjakov (Russisch: "Орден Ушакова второй степени"; "Orden Oeshakova vtoroj stepeni") werd ten behoeve van de marine van de Sovjet-Unie ingesteld ter herinnering van admiraal Fjodor Oesjakov, bevelhebber van de Russische Zwarte Zeevloot die in 1799 de Ionische Eilanden veroverde. Deze onderscheiding werd, net zoals de Orde van Soevorov bij de landmacht, verleend voor voortreffelijk leiderschap en briljant uitgevoerde succesvolle militaire operaties.

De huidige Russische Federatie heeft de Orde van Oesjakov in een decreet van de Opperste Sovjet van de Russische Federatie op 20 maart 1992 № 2557-I behouden als deel van haar decoratiestelsel. De criteria voor toekenning zijn even zwaar als in de Sovjet-periode en de orde werd (nog) niet verleend. Daarvoor zou een oorlog nodig zijn. De moderne orde wordt aan een lint gedragen en heeft een klasse waar de Sovjet-Unie twee graden kende. Het kruis is nu van zilver, verguld zilver, gepatineerd zilver en email.

De Orde van Oesjakov (Russisch: Орден Ушакова) was een van de hoogste onderscheidingen van de marine van de USSR, De orde wordt vóór de lagere Orde van Nachimov gedragen en is in rang gelijk aan de exclusieve Orde van Soevorov die aan zegevierende legeraanvoerders wordt toegekend. De Orde van de Rode Vlag is meer in aanzien. Ook in het huidige Rusland bestaat deze orde voort. De naam herinnert aan admiraal Fjodor Oejakov, die nooit een gevecht verloor en werd uitgeroepen tot voorbeeld voor de Russische marine.


[bewerk]