Robert Hennebo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Robert Hennebo
Robert Hennebo
Algemene informatie
Geboren circa 1685
Geboorteplaats Leiden
Overleden 29 juni 1737
Overlijdensplaats Amsterdam
Land Vlag van Nederland Nederland
Werk
Jaren actief 1716-1737
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Robert Hennebo (Leiden, ca. 1685 - Amsterdam, 29 juni 1737) was een Noord-Nederlandse dichter, toneelspeler, speculant en herbergier.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Hennebo werd circa 1685 in Leiden geboren als zoon van de koopman Jan Robbertsz Henneboo en van Henriette Hoogmade. Zijn vader overleed toen hij nog een jongen was. Zijn moeder hertrouwde in 1694 met Jacob van Heemskerck. Hij nam dienst in het leger en trouwde in 1711 te Den Haag met Johanna Maria Carpentier. Zijn vaderlijk erfdeel jaagde hij er snel door. Hij trad op als toneelspeler en was kroeghouder c.q herbergier in Den Haag en in Amsterdam. In Amsterdam was hij herbergier van ‘Het Gulden Vlies’ en van ‘De Karseboom’. Na een faillissement verdiende hij in 1720 als speculant een fortuin in de handel in actiën. Hij kocht in Gouda de buitenplaats Tristenburg, net buiten de stad gelegen aan de Hollandse IJssel. Met een knipoog naar de herkomst van zijn financiële middelen doopte hij de naam van de buitenplaats om in Actiehoven.[1] Na aankoop verkocht hij de buitenplaats vrijwel onmiddellijk door aan de Goudse belastingpachter Reynier Swanenburg.[2] Naast acteur, herbergier en speculant was hij vertaler van romans en schrijver van toneelstukken en dichtwerken. In zijn gedicht De Lof der Jeneever (tweede deel) gebruikte hij voor het eerst de naam de Jordaan voor deze Amsterdamse buurt. In 1728 werd hij beëdigd tot makelaar in Amsterdam. Hij overleed in juni 1737 te Amsterdam op ongeveer 52-jarige leeftijd. Hij werd begraven in de Nieuwe Kerk aldaar.

Houbraken maakte een gravure van zijn, door Jan Wandelaar getekende, portret. Daarbij plaatste Houbraken het volgende gedicht:[3]

Zie ROBERT HENNEBO door Kunst verbeeldt naar 't leven,
Wiens byzyn ieder een vermaak en vreugt kan geeven:
Maar blinkt zyn blyde geest in 't smaaklyck aangezigt,
Die straalt noch beter door in boertig maatgedicht.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Klagte van den heere Jacob Veenhuize, over het rampzalig afsterven van zyn goudvink, canaryvogel, hond Juffer, en paard Princes genaamt. Alle deezer weereld overleden, in de maand november des jaars 1716, verschenen in 1716
  • De lof der jeneever, gedrukt door Hendrik van Monnem, Amsterdam, 1718
  • Spotdichten op Jan Ravestein, olieslager te Rotterdam, 1719/1720
  • De wytvaerd van Meester Andries, Amsterdam, 1720
  • Rouw-klachten ... Benevens De lof der jenever, 1ste en 2de deel, Amsterdam, 1723
  • Bruijloftsgesang of Smeekschrift aan den Edele hove van Cyprus, 1726


Zijn verzameld werk werd in 1766 postuum uitgegeven. De lof der jeneever werd meerdere malen herdrukt, in respectievelijk 1805, 1829, 1939 en 1978. Zijn dood en korte levensloop vermeld in Machiel Bosman, De polsslag van de stad. De Amsterdamse stadskroniek van Jacob Bicker Raije (1732-1772)(Athemeum-Polak & Van Gennep. Amsterdam, 2009), 53 (onder 29 juni <1737>.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Schelvis, Gerard en Kees van der Vloed Jenever en wind: leven, werk en wereld van Robert Hennebo (1686-1737), uitg. Verloren, Hilversum, 2008

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]