Syndroom van Bruck

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
syndroom van Bruck
Classificatie
Specialisatie genetica
Lichaamsdeel skelet
Gerelateerde aandoeningen arthrogryposis multiplex congenita en osteogenesis imperfecta
Coderingen
ICD-10 M89.8
ICD-9 733.99
OMIM 259450
DiseasesDB 33558
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Het syndroom van Bruck is een extreem zeldzame[1] autosomaal-recessieve erfelijke aandoening die gepaard gaat met ernstige afwijkingen gerelateerd aan de groei van de botten. Het is een combinatie van arthrogryposis multiplex congenita en osteogenesis imperfecta (brozebottenziekte). De patiënten hebben onder andere zeer broze botten, zeer frequent optredende botbreuken waarvan de eerste al voor de geboorte ontstaan, en vergroeiingen van de ledematen.

Genetische oorzaak[bewerken | brontekst bewerken]

Er worden twee verschillende typen onderscheiden die beide autosomaal recessief overerven: type 1 en 2. De erfelijke oorzaak is verschillend, maar de klinische kenmerken van beide typen zijn niet te onderscheiden.[2]

Beide typen hebben sterk verminderde collageen telopeptide hydroxylysines en de verwante crosslinks. Dit wordt als oorzaak voor de botgroeiproblemen gezien.[5][6][7]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In 1989 werden vijf casussen beschreven door Viljoen et al.[8] en zij stelden vast dat de aandoening het eerst was beschreven door de Duitse arts A. Bruck.[9] Daarom werd zijn naam als eponiem aan deze ziekte verbonden. Echter, in 2004 werd door Ha-Vinh et al. vastgesteld dat de patiënt van Bruck geen congenitale botbreuken had en waarschijnlijk een andere aandoening heeft gehad. De naam van Bruck zou dus ten onrechte aan dit syndroom zijn verbonden.[10]