Tjeerd Cannegieter

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tjeerd Cannegieter
Een reproductie van een door Jan Veth geschilderd portret uit 1919. Het schilderij bevindt zich in de Senaatszaal in het Academiegebouw te Utrecht.[1]
Algemene informatie
Geboren 28 februari 1848
Schingen, Nederland
Overleden 11 november 1929
Utrecht, Nederland
Nationaliteit Nederlands
Land Nederland
Religie vrijzinnig protestants
Beroep theoloog, hoogleraar, predikant
Bekend van Niet naar Canossa. Eene studie over staatsgezag en ultramontanisme (1913)

Tjeerd Cannegieter (Schingen, 28 februari 1846 - Utrecht, 11 november 1929) was een prominent Nederlands theoloog, predikant en hoogleraar.[2] Hij was een groot verdediger van het protestantisme en een felle antikatholiek.[3] Hij was de grootvader van surrealistisch fotograaf Emiel van Moerkerken

biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Cannegieter werd geboren in Schingen en was zoon van predikant Hendrik Cannegieter (bet-achterkleinkind van Hendrik Cannegieter) en Johanna Petronella Meijer. Al snel verhuisden ze naar Groningen, waar Cannegieter opgroeide[4] Hij studeerde theologie in Groningen, waar hij meteen al uitblonk als student.[4][5] en promoveerde met het proefschrift Christologie volgens den brief aan de Hebreën, (waarmee hij eerder al een prijs had gewonnen). Hierin gaat hij in op de zedelijke ontwikkeling van Jezus Christus' menselijke natuur.[5] Cannegieter was na enkele jaren predikant in NiehoveHoogezand en Tzum [2] voordat hij werd aangesteld als Kerkelijk hoogleraar godgeleerdheid, de geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk en het Nederlands Hervormd Kerkrecht.[2] Zijn benoeming tot kerkelijk hoogleraar in 1878 deed wel wat stof opwaaien bij de studenten die geen evangelisch hoogleraar wilden. Later werd Cannegieter pas een vrijzinnige. In 1870 trouwde hij met de predikantsdochter uit Leermens Aafje Offerhaus met wie hij kinderen kreeg.[4] Hij had niet veel met dogmatiek en kerkrecht, maar hield vooral van de wijsbegeerte binnen de theologie.[6] Op de universiteit werd hij een bekend gezicht, en hij stond erom bekend om nooit een hoed te dragen, waardoor zijn grijze haren en hoge voorhoofd een fenomeen werden.[4]

Tjeerd Cannegieter overleed op 11 november 1929 na een ziektebed van enkele weken op 83-jarige leeftijd.[4] Hij werd geroemd om zijn buitengewone wetenschappelijke eruditie en tegelijkertijd zijn kinderlijke eenvoudigheid.[4]

Bibliografie[7][bewerken | brontekst bewerken]

  • Christologie volgens den brief aan de Hebreën (1869)
  • De nuttigheidsleer van prof. Van der Wyck en van John Stuart Mill (1876)
  • Kerk, kerkleer en kerkrecht (1878)
  • Het wezen, de waarde en de plaats van den godsdienst (1878)
  • De zedelijkheid haar wezen, grondslagen en doel (1879)
  • De samenhang van het objectieve en het subjectieve in de dogmatiek (1879)
  • Het uitgangspunt en de leidende gedachte der dogmatische wetenschap (1880)
  • Het persoonlijk karakter van den godsdienst en het ultramontanisme (1882)
  • Gedachten over het begrip en de roeping der dogmatiek (1882)
  • Zult gij wel evangeliedienaren worden? (1883)
  • De taak en de methode der wijsbegeerte van den godsdienst (1886)
  • De godsdienst uit plichtsbesef en de geloofsvoorstelling uit dichtende verbeelding geboren? Bedenkingen tegen L.W.E. Rauwenhoff's wijsbegeerte van den godsdienst (1890)
  • De bevoegdheid tot regeling van het beheer der kerkelijke goederen der hervormde gemeenten berust bij de Algemene Synode (1890)
  • Uitstel geen afstel! De bevoegdheid der Synode tot regeling van het kerkelijk beheer opnieuw gehandhaafd (1891)
  • In naam van historie en recht! Een protest tegen de behandeling van de beheerszaak in de Synode van 1892 (1893)
  • Non tali auxilio! De nieuwste plannen betreffende de regelig van het beheer der kerkelijke goederen (1895)
  • Het voorlopig aangenomen reglement op het beheer der kerkelijke goederen (enz.) met toelichting benevens slotwoord en naschrift (1897)
  • De moderne richting (1908)
  • Godsdienst en zieleleven (1909)
  • Niet naar Canossa. Eene studie over staatsgezag en ultramontanisme (1913)
  • Rekenschap van beginselen (1916)

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Lit.: Knappe koppen. Vier eeuwen Nederlands professorenportret, pag. 42.
  2. a b c Catalogus Professorum - Prof Detail. profs.library.uu.nl.
  3. Moerkerken, E. van, schrijver, fotograaf, Bruno van Moerkerken, Minke Vos (cop. 2011), Emiel van Moerkerken. D'jonge Hond, Zwolle. ISBN 978-90-8910-221-8.
  4. a b c d e f Prof. T. Cannegieter In 83 jarigen ouderdom overleden. (1929). Utrechtsch provinciaal en stedelijk Dagblad, 1
  5. a b Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme. resources.huygens.knaw.nl.
  6. Godsdienst en onderwijs prof. dr. T. Cannegieter. (1929). Provinciaal Geldersche en Nijmeegsche courant.
  7. Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme. resources.huygens.knaw.nl.
Zie de categorie Tjeerd Cannegieter van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.