Zaalhof

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Zaalhof op een gravure van Jacob Harrewijn (ca. 1650)

Het Zaalhof (Saelhove) was een grafelijk kasteel in Ieper. Traditioneel wordt de bouw ervan gesitueerd in 1187 onder Filips van den Elzas, maar de oude motte aan de Sint-Maartenskerk werd in elk geval vele decennia eerder verlaten. Het hof werd aan de rand van de stadskern gebouwd nabij de Sint-Pieterskerk. Zijn brede wallen sloten aan op de Ieperlee.

Het hof was een feodaal eiland binnen de vrije stad. Na de 13e eeuw verloor het zijn functie als grafelijke residentie. De burggraaf werd vervangen door een baljuw, en het kasteel werd alleen nog de zetel van de Zaal en Kasselrij van Ieper (de gronden onder grafelijke rechtspraak, het leenhof en de kasselrij). Men ging spreken van de sala castellaniae. Hier zetelden de grafelijke bestuursorganen: een voor het leven benoemde baljuw, bijgestaan door een negenkoppige schepenbank; het leenhof; en de kasselrijraad (generale vergaderinghe).[1] Ze hadden administratief-fiscale en gerechtelijke bevoegdheden.

In de 15e eeuw trad was het Zaalhof twee keer de zetel van de Raad van Vlaanderen: van 1451 tot 1462 en van 1492 tot 1498. Omdat stilaan verval intrad, werd een nieuw Kasselrijhof betrokken aan de Grote Markt. Nochtans bleef het zaalhof nog tot ver in de 17e eeuw in gebruik voor ondervragingen, folteringen, opsluitingen en terechtstellingen. Op het laatst was het waarschijnlijk enkel nog een gevangenis. Hierna werden de grachten gedempt en werd er een plein aangelegd.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Alphonse Iweins d'Eeckhoutte, Notice sur le château des comtes de Flandre à Ypres, communément appelé Zaelhof, Antwerpen, 1861

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Alphonse Vanden Peereboom, "Essai de numismatique Yproise (suite)", in: Revue Belge de Numismatique, 1875, blz. 455-456