Naar inhoud springen

Kunstmuseum Łódź: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
GerardusS (overleg | bijdragen)
GerardusS (overleg | bijdragen)
passage vervangen + bronnen
Regel 5: Regel 5:
Het kunstmuseum werd gesticht in 1931 en vond aanvankelijk onderdak bij het in 1930 opgerichte historisch- en kunstmuseum (''Miejskie Muzeum Historii i Sztuki Juliana i Kazimierza Bartoszewiczów'') aan het Wolnościplein. De aanleiding was de bijdrage van vele kunstwerken door leden van de [[avant-garde]] groepering ''Grupa "a.r."'' aan de ''International Collection of Modern Art of the "a.r." group''. De drijvende krachten achter dit initiatief waren onder anderen [[Władysław Strzemiński]], [[Katarzyna Kobro]] en [[Henryk Stażewski]]. De collectie kreeg een internationaal karakter door de deelname van [[Jean Arp|Hans Arp]] en [[Michel Seuphor]]. Tussen 1929 en 1931 werden 111 werken verzameld van Poolse en internationale kunstenaars met werken uit de beginperiode (1920-1930) van de avantgardistische bewegingen [[kubisme]], [[futurisme]], [[constructivisme (kunst)|constructivisme]], [[purisme (beeldende kunst)|purisme]], [[Nieuwe Beelding|neoplasticisme]] en [[surrealisme]]. Tot de collectie behoorden werken van Hans Arp, [[Sophie Taeuber-Arp]], [[Theo van Doesburg]] en [[Georges Vantongerloo]]. Het lag in de bedoeling van de initiatiefnemers het ''Nationale museum'' in [[Warschau]] voor de collectie te interesseren. Uiteindelijk bood alleen Łódź onderdak.
Het kunstmuseum werd gesticht in 1931 en vond aanvankelijk onderdak bij het in 1930 opgerichte historisch- en kunstmuseum (''Miejskie Muzeum Historii i Sztuki Juliana i Kazimierza Bartoszewiczów'') aan het Wolnościplein. De aanleiding was de bijdrage van vele kunstwerken door leden van de [[avant-garde]] groepering ''Grupa "a.r."'' aan de ''International Collection of Modern Art of the "a.r." group''. De drijvende krachten achter dit initiatief waren onder anderen [[Władysław Strzemiński]], [[Katarzyna Kobro]] en [[Henryk Stażewski]]. De collectie kreeg een internationaal karakter door de deelname van [[Jean Arp|Hans Arp]] en [[Michel Seuphor]]. Tussen 1929 en 1931 werden 111 werken verzameld van Poolse en internationale kunstenaars met werken uit de beginperiode (1920-1930) van de avantgardistische bewegingen [[kubisme]], [[futurisme]], [[constructivisme (kunst)|constructivisme]], [[purisme (beeldende kunst)|purisme]], [[Nieuwe Beelding|neoplasticisme]] en [[surrealisme]]. Tot de collectie behoorden werken van Hans Arp, [[Sophie Taeuber-Arp]], [[Theo van Doesburg]] en [[Georges Vantongerloo]]. Het lag in de bedoeling van de initiatiefnemers het ''Nationale museum'' in [[Warschau]] voor de collectie te interesseren. Uiteindelijk bood alleen Łódź onderdak.


Na de [[Tweede Wereldoorlog]] verhuisde de museumcollectie naar Pałac Maurycego Poznańskiego en in 1950 kreeg het (inmiddels) staatsmuseum de huidige naam. De collectie werd verder uitgebreid met de nalatenschap van [[Karol Hiller]] en schenkingen in 1945 van het eigen werk van het echtpaar Władisław Strzemiński en Katarzyna Kobro, maar verdween gedurende de [[Stalinisme|stalinistische]] periode van 1949 tot 1956 in de kelders van het museum. In 1957 werden door bemiddeling van Galerie Denise René in Parijs nog meer werken aangeworven. Latere donaties uit Engeland en de Verenigde Staten vulden de collectie aan met werken van Engelse en Amerikaanse kunstenaars.
Na de [[Tweede Wereldoorlog]] verhuisde de museumcollectie naar Pałac Maurycego Poznańskiego en in 1950 kreeg het (inmiddels) staatsmuseum de huidige naam. De collectie <ref>[http://www.kubisme.info/kt410.html Kubisme: collectie Muzeum Sztuki w Łódź]</ref> <ref>[http://www.frieze.com/issue/review/lygia_clark_katarzyna_kobro Artikel Frieze Magazine april 2009]</ref>werd verder uitgebreid met de nalatenschap van [[Karol Hiller]] en schenkingen in 1945 van het eigen werk van het echtpaar Władisław Strzemiński en Katarzyna Kobro, maar verdween gedurende de [[Stalinisme|stalinistische]] periode van 1949 tot 1956 in de kelders van het museum. In 1958 werden door bemiddeling van Galerie Denise René in Parijs nog meer werken aangeworven, onder andere van [[Enrico Baj]], [[Roberto Matta]] en [[Victor Vasarely]]. In 1975 kreeg het museum een belangrijke schenking van Mateus Grabowski in Londen, bestaande uit 230 werken van Engelse kunst uit de periode 1960-1975. In 1981 kwam het museum in het bezit van ''Archives'' van [[Joseph Beuys]], het zogenaamde "Polentransport 1981". In het kader van een Pools-Amerikaanse uitwisseling in 1982 werd de collectie aangevuld met werken van Amerikaanse kunstenaars.


In 2008 werd een nieuwe vestiging geopend, de zogenaamde ''"ms²"'', in een voormalige textielfabriek met kunst uit de negentiende en twintigste eeuw. De oorspronkelijke vestiging, thans genaamd ''"ms"'', biedt naast de na de verhuizing achtergebleven ''Sala Neoplastyczna'' (''[[De Stijl]] Room'' van Strzemiński met werken van de Grupa "a.r." uit 1948)<ref>[http://www.msl.org.pl/en/sztuka/article/61/pic,328 Afbeelding: Neoplastische zaal (1948)]</ref>, ruimte voor hedendaagse en experimentele kunst.
In 2008 werd een nieuwe vestiging geopend, de zogenaamde ''"ms²"'', in een voormalige textielfabriek met kunst uit de negentiende en twintigste eeuw. De oorspronkelijke vestiging, thans genaamd ''"ms"'', biedt naast de na de verhuizing achtergebleven ''Sala Neoplastyczna'' (''[[De Stijl]] Room'' van Strzemiński met werken van de Grupa "a.r." uit 1948)<ref>[http://www.msl.org.pl/en/sztuka/article/61/pic,328 Afbeelding: Neoplastische zaal (1948)]</ref>, ruimte voor hedendaagse en experimentele kunst.

Versie van 8 feb 2010 10:54

Muzeum Sztuki w Łodzi, Pałac Pornańskiego

Het Muzeum Sztuki w Łodzi (MSL) is een museum voor moderne en hedendaagse kunst in de Poolse stad Łódź in de gelijknamige voivodschap.

Geschiedenis[1]

Het kunstmuseum werd gesticht in 1931 en vond aanvankelijk onderdak bij het in 1930 opgerichte historisch- en kunstmuseum (Miejskie Muzeum Historii i Sztuki Juliana i Kazimierza Bartoszewiczów) aan het Wolnościplein. De aanleiding was de bijdrage van vele kunstwerken door leden van de avant-garde groepering Grupa "a.r." aan de International Collection of Modern Art of the "a.r." group. De drijvende krachten achter dit initiatief waren onder anderen Władysław Strzemiński, Katarzyna Kobro en Henryk Stażewski. De collectie kreeg een internationaal karakter door de deelname van Hans Arp en Michel Seuphor. Tussen 1929 en 1931 werden 111 werken verzameld van Poolse en internationale kunstenaars met werken uit de beginperiode (1920-1930) van de avantgardistische bewegingen kubisme, futurisme, constructivisme, purisme, neoplasticisme en surrealisme. Tot de collectie behoorden werken van Hans Arp, Sophie Taeuber-Arp, Theo van Doesburg en Georges Vantongerloo. Het lag in de bedoeling van de initiatiefnemers het Nationale museum in Warschau voor de collectie te interesseren. Uiteindelijk bood alleen Łódź onderdak.

Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde de museumcollectie naar Pałac Maurycego Poznańskiego en in 1950 kreeg het (inmiddels) staatsmuseum de huidige naam. De collectie [2] [3]werd verder uitgebreid met de nalatenschap van Karol Hiller en schenkingen in 1945 van het eigen werk van het echtpaar Władisław Strzemiński en Katarzyna Kobro, maar verdween gedurende de stalinistische periode van 1949 tot 1956 in de kelders van het museum. In 1958 werden door bemiddeling van Galerie Denise René in Parijs nog meer werken aangeworven, onder andere van Enrico Baj, Roberto Matta en Victor Vasarely. In 1975 kreeg het museum een belangrijke schenking van Mateus Grabowski in Londen, bestaande uit 230 werken van Engelse kunst uit de periode 1960-1975. In 1981 kwam het museum in het bezit van Archives van Joseph Beuys, het zogenaamde "Polentransport 1981". In het kader van een Pools-Amerikaanse uitwisseling in 1982 werd de collectie aangevuld met werken van Amerikaanse kunstenaars.

In 2008 werd een nieuwe vestiging geopend, de zogenaamde "ms²", in een voormalige textielfabriek met kunst uit de negentiende en twintigste eeuw. De oorspronkelijke vestiging, thans genaamd "ms", biedt naast de na de verhuizing achtergebleven Sala Neoplastyczna (De Stijl Room van Strzemiński met werken van de Grupa "a.r." uit 1948)[4], ruimte voor hedendaagse en experimentele kunst.

International Collection of Modern Art

Bij de opening van het museum in 1931 bestond de collectie uit 21 werken. Uit een museumcatalogus van 1932 blijkt de collectie dan te bestaan uit 75 werken, veelal afkomstig van leden van Cercle et Carré en ingezameld door de Poolse dichter Jan Brzękowski, die sinds 1928 in Parijs woonde en nauw bevriend was met Seuphor, en Henryk Stażewski, die regelmatig in Parijs was. Uit een inventarisatie in 1937 bleken nog eens 48 werken aan de collectie te zijn toegevoegd. De vernietiging van de collectie door de Nazis, zoals in Duitsland plaatsvond, was voorzien voor 1945, na een te houden tentoonstelling Entartete und jüdische Kunst in Łódź. De vernietiging heeft niet plaatsgevonden, maar wel waren diverse werken verloren gegaan dan wel verdwenen. Tot deze werken behoorden schilderijen van Albert Gleizes, Jean Gorin, Auguste Herbin, Pablo Picasso en een sculptuur van Alexander Calder.

Tot de collectie behoren werken van leden van Cercle et Carré: Joaquín Torres García, Enrico Prampolini, Serge Charchoune, Hans Arp, Sophie Taueber-Arp, Kurt Schwitters, Jean Gorin, Willi Baumeister, Fernand Léger, Michel Seuphor, Amédée Ozenfant, Friedrich Vordemberge-Gildewart, Georges Vantongerloo, Hendrik Werkman en František Foltýn.
Van de niet leden, onder anderen: Alexander Calder, Sonia Delaunay-Terk, Theo van Doesburg, Albert Gleizes, Jean Hélion, Auguste Herbin, Paul Joostens, Pablo Picasso, Louis Marcoussis en Georges Valmier.

Fotogalerij

Bronnen

Externe link

Zie de categorie Art Museum in Łódź van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.