Scheveningen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 122: | Regel 122: | ||
* [http://home.wanadoo.nl/jjw/legende.htm Waterreuslegende] |
* [http://home.wanadoo.nl/jjw/legende.htm Waterreuslegende] |
||
* [http://www.scheveningsnieuws.nl. ScheveningsNieuws] |
* [http://www.scheveningsnieuws.nl. ScheveningsNieuws] |
||
* [scheveningen.startpagina.nl] |
* [http://scheveningen.startpagina.nl. scheveningen.startpagina.nl] |
||
==Literatuur== |
==Literatuur== |
||
Versie van 20 sep 2007 18:17
Plaats in Nederland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Provincie | Zuid-Holland | ||
Gemeente | Den Haag | ||
Coördinaten | 52°6'29,2"NB, 4°16'23,2"OL | ||
|
Scheveningen (ⓘ) is een badplaats en stadsdeel van Den Haag. Scheveningen bestaat uit de kleinere wijken Belgisch Park, Duinoord, Duindorp, Geuzen- en Statenkwartier, Havenkwartier (Scheveningen), Oostduinen, Scheveningen-Dorp (centrum), Westbroekpark en Zorgvliet.
De oorspronkelijke kern van Scheveningen bevindt zich in Scheveningen-Dorp, maar van de vroegere bebouwing van vóór de grote kaalslag en de daaropvolgende nieuwbouw van het stadsdeel is niet veel terug te vinden. Het meest karakteristieke deel van het oude dorp vindt men bij en achter de Oude Kerk. Oorspronkelijke Scheveningers voelen zich nog echt Schevenings en voelen zich niet Haags. Er gaan - overigens weinig realistisch - regelmatig stemmen op om Scheveningen en Den Haag van elkaar los te koppelen.
Historie
Naam als legitimatie
De geschiedschrijving geeft géén antwoord op de vraag inzake de ouderdom van Scheveningen. De naam doet vermoeden, net als bij andere plaatsen die eindigen op het achtervoegsel of suffix '-ingen', dat enigerlei oorsprong mogelijk terug zou reiken tot de 10e of 11e eeuw. De naam komt voor het eerst voor in een grafelijk register dat deels is opgesteld in het vierde kwart van de 13e eeuw (± 1284). Er is sprake van een gebiedje dat wordt omschreven als een 'terram de Sceveninghe'.
Vermoedelijk lag een oudere woonkern binnen dat gebiedje een vijf - tot acht kilometer meer landinwaarts dan de huidige kustlocatie met de naam Scheveningen. Met betrekking tot de oudere woonkern zal van zeevisserij geen sprake zijn geweest. Naar mag worden aangenomen, zal die woonkern een buurschap - een agrarisch gemeenschapje - zijn geweest. De kennis over die tijd is vrij beperkt; wél heeft de sociaal geograaf dr. J. de Cock in een artikel, getiteld Scheveningen-Binnen en Scheveningen aan Zee, iets hierover geschreven dat als onderbouwing kan gelden. Ook in het naslagwerk De bodem van 's-Gravenhage van E.F.J. de Mulder komt De Cock met een bijdrage op het oude Sceveninghe terug. Naar zijn opvatting is het oude buurschapje, te denken valt in de 12e of 13e eeuw, door zeer langdurige zandverstuivingen onder dit zand verdwenen.
Kustlocatie
Naast dit oudere buurschapje kent men echter vervolgens een kustdorp dat de naam Scheveningen draagt. Dit is gebouwd op jonge duinen die zich rond de 12e eeuw langs de Noordzeekust hebben ontwikkeld. Dat huidige Scheveningen wordt voor het eerst genoemd in een acte van 1357 waarin dorpsbewoners middels een officieel document verzoeken om een grafelijke gunst.
Het grafelijke Hollandse hof dat zich in de loop van de 13e eeuw in of bij het buurschapje Die Haghe sterk heeft ontwikkeld, is - naar mag worden vermoed - de aanzet geweest tot het ontstaan van de kustlocatie Scheveningen. Men kan veronderstellen dat een toenemende vraag naar zeevis van grafelijke zijde tot gevolg heeft gehad dat lieden zich (wellicht onder dwang) in de duinrand aan de zee hebben gevestigd om zich vervolgens te bekwamen in de zeevisserij. Het zal daarbij ongetwijfeld zijn gegaan om autochtone streekbewoners en zeker niet om hier en daar veronderstelde Angelsaksische, Duitse of Scandinavische landslieden.
Een grafelijke beslissing in de late middeleeuwen heeft ertoe geleid dat Scheveningen niet zelfstandig is geworden, maar zich slechts met één zetel mocht vertegenwoordigen in de Haagse schepenbank.
Ontwikkeling
Aan het begin van de 18e eeuw bestond het dorp uit enige straten. In het loop van de 19e eeuw ontstond de aanleg van sloppen en hofjes, die zich vrij konden ontwikkelen achter de huizen die waren gelegen aan de rooilijnen van de straten. Omdat voor deze bouw in zogeheten achterbuurten (toen nog geen ongunstige kwalificatie!) geen stedelijke bouwvoorschriften golden, kon goedkoop en slecht worden gebouwd. Mede door het gebrek aan frisse lucht in vochtige woninkjes die stonden in buurten waar tevens riolering nog ontbrak, was de kans op en het uitbreken van besmettelijke ziekten zeer groot. Regelmatig was plaatselijk sprake van epidemieën waarvan die uit 1832 met honderden slachtoffers er een was.
Vanaf 1900 werd stedelijk, en op grond van onrustbarende rapporten en verslagen, ernstig over de problematiek van de slechte behuizing nagedacht en werd weldra begonnen met sanering van deze verderfelijke sloppenbouw die pas rond 1935 als voltooid kon worden beschouwd. Duindorp was een van de nieuwbouwwijken die vanaf het begin van de 20ste eeuw verschenen.
Vanwege de aanleg van de Atlantikwall tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) moesten, beginnend in 1942, vrijwel alle bewoners Scheveningen verlaten. Hun woonplaats werd tot Sperrgebiet verklaard. De aanleg van de Duitse kustversterkingen bracht onnoemelijk veel schade toe, in het oude dorp zelf, in de 20e eeuwse wijk Duindorp en in het meer mondaine badplaatsgedeelte.
Visserij
De zeevisserij heeft gedurende honderden jaren het beeld van het dorp bepaald. Scheveningen beschikte evenals andere kustdorpen aan de Noordzee niet over een zeehaven. Daarom voeren visserschepen - eerst de pink en in de loop van de 19e eeuw het type bomschuit - af vanaf het strand en landden met hun vangsten daarop aan. Deze visserij was vooral gericht op de vangst van plat- en rondvis.
Vanaf het midden van de 19e eeuw begon Scheveningen zich steeds meer te richten op de haringvangst. De logger deed als vissersschip ook dáár zijn intrede en na de komst van een eigen zeehaven, geopend in 1903, excelleerde Scheveningen vele jaren bij de visserij op haring door middel van de vleetvisserij. Deze hield stand tot eind jaren zestig van de 20e eeuw. Problemen rond de overbevissing van de Noordzee, verouderde vissersschepen en gewijzigde visserijtechnieken luidden het einde in van de belangrijkheid van deze plaatselijke haringvisserij.
Badplaats
In het jaar 1818 opende de Scheveninger Jacob Pronk het eerste badhuis, een klein houten gebouwtje met een wachtkamer en vier badkamertjes met uitzicht op zee. In 1820 verving hij het door een stenen gebouw. In 1828 werd Pronk uitgekocht door de gemeente die het Stedelijk Badhuis liet neerzetten, een gebouw met een centraal gedeelte en twee vleugels. Het Stedelijk Badhuis werd omgebouwd tot hotel toen de particuliere stichting Maatschappij Zeebad met hulp van de gemeente in 1884 het Kurhaus bouwde. Dit gebouw in de stijl van de Italiaanse Renaissance brandde een jaar later af maar werd terstond herbouwd. Het aantal slaapplaatsen in Scheveningen bleef sinds die tijd groeien.
Het vissersdorp Scheveningen telde al gedurende enkele eeuwen vrij veel herbergen; de hotels schoten pas bij het gloren van de 20e eeuw aan de badplaatszijde van het kustdorp als paddenstoelen uit de grond. Tot kort ná de Tweede Wereldoorlog was er een rechtstreekse treinverbinding naar Scheveningen. Vanaf het midden van de 19e eeuw werden intussen bredere wegen als de Badhuisweg en de Nieuwe Parklaan vanaf Den Haag naar Scheveningen ontwikkeld. Een uitzondering hierop vormde de Oude Scheveningseweg die enkele honderden jaren ouder is. Met de komst van autoverkeer in de 20e eeuw werden rust en beslotenheid van het oude vissersdorp voorgoed verleden tijd.
Sperrgebiet
Evenals veel andere aan de Noordzeekust gelegen plaatsen werd Scheveningen in de loop van de Tweede Wereldoorlog tot Sperrgebiet verklaard. De Duitse bezetters vreesden een invasie ergens op de Noordzeekust en besloten tot de aanleg van de Atlantikwall vanaf het topje van Noorwegen tot aan de Frans-Spaanse grens. Deze aanwijzing tot Sperrgebiet hield voor Scheveningen primair in dat verschillende delen van het dorp - en met name die delen, welke het dichtst bij de kust waren gelegen - tot verboden gebied (Sperrgebiet) werden aangemerkt. Weldra volgde een tweede aanwijzing van de zijde van de Duitse bezetters. Deze hield in dat de bewoners van het grootste gedeelte van Scheveningen het dorp onmiddellijk dienden te verlaten: men moest daarom evacueren. Vervolgens werd de kuststrook omgebouwd tot een verdedigingslinie. Gebouwen werden afgebroken of van hun bestemming of opzet ontdaan, straten werden van hun stenen beroofd en loopgraven en schuttersputten her en der aan de kustzijde aangelegd. Een zware betonnen muur over een groot deel van de boulevard moest aanrijdende geallieerde tanks tegenhouden. Elders werd een brede gracht gegraven, eveneens om tanks af te weren. Dit alles had tot gevolg dat Scheveningen, zowel het badplaatsgedeelte als het oude dorp, na de Tweede Wereldoorlog volledig onttakeld werd aangetroffen. Dit verklaart ook de - vaak aangevochten - nieuwbouw welke met name in de badplaats na de oorlogsjaren haar beslag kreeg.
Bezienswaardigheden
Trekpleisters en bezienswaardigheden:
- het Havenkwartier
- de vuurtoren
- het strand
- de Pier
- de boulevard
- het Kurhaus
- Madurodam
- het Holland Casino
- Muzee Scheveningen
- Sealife Scheveningen
- Fortis Circustheater
- Beelden aan Zee
Scheveningen is vooral 's zomers in belangrijke mate afhankelijk van met name dagtoerisme uit Nederland en Duitsland.
Evenementen
- Vlaggetjesdag
- Vuurwerk Scheveningen
Geboren te Scheveningen
- Jan van Baal (1909-1992), gouverneur van Nederlands-Nieuw-Guinea
- Govert van Brakel (1949), radiopresentator
- Adriaen Coenen (1515 - 1587), viskoper en amateur bioloog. Auteur van het Visboeck, het Walvisboeck en het Haringkoningboeck.
- Cees den Heyer (1942), theoloog
- Sugar Lee Hooper (1948), zangeres
- Frédérique Huydts (1967-2006), actrice
- Cornelis Jol alias "Houtebeen" (1597-1641), admiraal en piraat
- Dick Jol (1956), scheidsrechter betaald voetbal
- Martin Jol (1956), voetballer en voetbaltrainer
- Wim Kan (1911-1983), cabaretier
- Robine van der Meer (1971), actrice
- Hein van der Niet (1901-1975), acteur
- Maarten de Niet (1893-1973) jurist en bestuurder in Suriname
- Bert Pronk (1950-2005), wielrenner
- Jacob Pronk, (1762-1838), stichter van het eerste badhuis te Scheveningen.
- Jan Pronk (1974), producer
- Jan Pronk (1940), politicus
- Jean Pierre Rawie (1951), dichter en vertaler
- Piet de Ruiter (1956), politicus
- Piet Spaans (1933), dichter, geschiedkundige, publicist en taalkundige (Schevenings)
- Niels van der Zwan (1967), roeier
Trivia
- In de Tweede Wereldoorlog werd het woord Scheveningen onder andere door het verzet gebruikt om onderscheid te maken tussen Nederlanders en Duitsers. Duitsers kunnen het woord niet op de Nederlandse manier uitspreken.
- Er bestaat nog een Scheveningse klederdracht; zie ook literatuur Nel Noordervliet-Jol en Piet Spaans.
- Scheveningen heeft een eigen dialect; zie literatuur Piet Spaans.
- Er is één legende, die van de Waterreus, waarbij een mooi meisje altijd veel vis ving dankzij een Neptunus-achtig persoon, die ze in haar visnetten dreef; ze trouwden vervolgens en hun nageslacht heet Waterreus. Het grootste strandpaviljoen (bij de haven) is naar deze legende genoemd.
- De vuurtoren is gemaakt in Deventer, in de IJzergieterij van Nering Bögel, zie ook onder ijzeroer.
- De latere Nederlandse vorst, koning Willem I, zette bij aankomst in zijn vaderland voor het eerst voet op Nederlandse bodem te Scheveningen. Hij landde aan op het strand van Scheveningen op 30 november 1813 en werd een dag later te Amsterdam uitgeroepen tot soeverein vorst der Nederlanden. De Scheveninger Jacob Pronk speelde bij de landing van de toenmalige prins een belangrijke rol.
Zie ook
Externe links
Literatuur
- mr. A. Adama Zijlstra - Vaarwel Scheveningen!, 1974
- Nel Noordervliet-Jol - Schevenings bezit, 2001
- Michiel Nooren e.a. - Scheveningen rond Kerk en Kurhaus, 1983
- C.H. Slechte - Scheveningen tussen twee wereldoorlogen, 1978
- Piet Spaans - Scheveningen Sperrgebiet, 1983
- Piet Spaans e.a. - Vertel mij wat van Scheveningen..., 1998
- Piet Spaans - Mooi-Tooi, 2000
- Piet Spaans - De spreektaal van de Scheveningse kustbewoners, 2004
- Piet Spaans - Bouweteelt, 2007
- J.C. Vermaas - Geschiedenis van Scheveningen, 1926