Tau (letter)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Τ)
De hoofdletter en kleine letter tau.
Grieks alfabet
Α α alfa Ν ν nu
Β β bèta Ξ ξ xi
Γ γ gamma Ο ο omikron
Δ δ delta Π π pi
Ε ε epsilon Ρ ρ rho
Ζ ζ zèta Σ σς sigma
Η η èta Τ τ tau
Θ θ thèta Υ υ ypsilon
Ι ι jota Φ φ phi
Κ κ kappa Χ χ chi
Λ λ lambda Ψ ψ psi
Μ μ mu Ω ω omega
Verouderde letters
digamma sho
stigma qoppa
heta sampi
san

De tau /tɑu/?, (hoofdletter Τ, kleine letter τ, Grieks: ταυ) is de 19e letter van het Griekse alfabet. τ' is het Griekse cijfer voor 300, ,τ voor 300 000.

De tau wordt – wanneer deze deel uitmaakt van een woord – uitgesproken als /t/, zoals in truffel.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

In de wiskunde is tau gelijk aan het dubbele van het getal pi (2*3.142... = 6.283...).

De letter tau wordt gebruikt om een schuifspanning in een materiaal aan te geven.

De tau wordt eveneens gebruikt in de elektronica om de op- of ontlaadtijd van een condensator weer te geven.

Ook in de heraldiek en de faleristiek speelt de Tau een rol. Dan is sprake van het "Tau-kruis", het symbool van de Orde van Sint-Antonius.