Alain Michel
Alain Michel | ||||
---|---|---|---|---|
Alain Michel viert zijn wereldtitel (1990)
| ||||
Persoonlijke informatie | ||||
Geboortedatum | 23 februari 1953 | |||
Geboorteplaats | Montélimar | |||
Nationaliteit | Frankrijk | |||
Sportieve informatie | ||||
Discipline | Wegrace | |||
Onderde(e)l(en) | Zijspanrace | |||
|
Alain Michel (Montélimar, 23 februari 1953) is een Franse motorcoureur in de zijspanklasse. Zijn beste seizoen was dat van 1980, toen hij samen met zijn Britse bakkenist Simon Birchall[noot 1] wereldkampioen werd. Hij was de enige Franse Wereldkampioen zijspan, tot Grégory Cluse in 2014 wereldkampioen werd als bakkenist van de Brits Tim Reeves. Alain Michel was negen maal Kampioen van Frankrijk.
Carrière
[bewerken | brontekst bewerken]De racecarrière van Alain Michel begon in 1972 op solomotoren. Hij won dat jaar de 500 cc klasse van de Coupe des Quatre-Saisons[noot 2] (nl: ‘Vier Seizoenen Cup’), waarbij hij beide manches won van de Coupe de Printemps en de Coupe d'Eté, en de tweede manche van de Coupe d'Automne op een Honda 450 en eindigde op de tweede plaats in het Franse kampioenschap 500 cc.[4] In 1975 stapte hij over op zijspanmotoren. In 1976 werd hij met bakkenist Bernard Garcia op hun GEP-Yamaha zijspancombinatie[noot 3] voor het eerst Frans kampioen, en vanaf dat seizoen reed hij ook in de Grand Prix-categorie zijspan. Ze eindigden dat seizoen negende.[6] Zijn eerste Grand Prix-overwinning won hij in 1977 op Le Castellet tijdens de GP van Frankrijk, met Gérard Lecorre als bakkenist.[7] Ze eindigden als vijfde op het WK.[8]
In 1978 behaalde Michel op een Seymaz-Yamaha zijspancombinatie met zijn nieuwe passagier Stuart (Stu) Collins twee Grand Prix-overwinningen (GP van Groot-Brittannië en GP van Tsjecho-Slowakije) eindigde in het WK op de tweede plaats achter Rolf Biland en Kenneth Williams.[9]
In 1979 reed Michel zowel in de B2A-klasse[noot 4] met bakkenist Stu Collins, als in de B2B-klasse[noot 4] met de Duitse bakkenist Michael Burkhard.[13] In de B2B-klasse behaalden Michel en Burkhard twee Grand Prix-overwinningen (Le Mans en Assen) en een vierde plaats in de eindstand. In 1980, 1981 en 1982 eindigden ze respectievelijk op de 2e, 3e en 4e plaats in het WK.[14][15][16] In 1983 eindigde Michel met Claude Monchaud als vierde.[17]
Vanaf 1984 was Jean-Marc Fresc de bakkenist van Michel.[18][19] In 1986 streden Michel en Fresc het hele seizoen tegen Egbert Streuer en Bernard Schnieders. Beide teams eindigden met een gelijk aantal punten, maar omdat Streuer en Schnieders vijf GP’s gewonnen hadden, en Michel/Fresc tww werd het Nederlandse team wereldkampioen.[20] In 1989 werden Michel en Fresc derde in het WK.
In 1990 werd Alain Michel met zijn nieuwe bakkenist Simon Birchall[noot 1] wereldkampioen zijspan op een LCR-Krauser.[21] Na het seizoen 1991 beëindigde Alain Michel na 16 seizoenen op het hoogste niveau zijn carrière.[22] Hij reed in die periode 138 Grand-Prix, behaalde 77 Podiumplaatsen, waarvan 18 overwinningen.
Daarnaast werd Alain Michel in deze periode negen maal Kampioen van Frankrijk.[7]
Naast andere activiteiten bleef Michel nog enige tijd actief in de wereld van het motorracen, en hield zich bezig met de ontwikkeling van enduromachines en ontwierp samen met Claude Fior ophangingen voor racemotoren.
Palmares
[bewerken | brontekst bewerken]- Wereldkampioen 1990.
- Vice-wereldkampioen in 1978, 1981 en 1986.
- Kampioen van Frankrijk in 1976, 1979, 1981, 1982, 1983, 1984, 1985, 1986 en 1987[7]
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Alain Michel (motorcyclist) op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Alain Michel (side-car) op de Franstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- (en) The Isle of Man TT Races
- (de) Seitenwagen-Weltmeisterschaft op de Duitstalige Wikipedia
- (en) LCR History
- FIM Sidecar World Championship (1949-96; 2005- ) FIM Sidecar World Cup (1997-2000; 2004), eindstanden
- (fr) Racingmemo.fr
Referenties
- ↑ (en) IOM TT Races News, 2018, Ben and Tom Birchall awarded prestigious Fred Craner Trophy, “… The trophy itself was last awarded in 1990 to former World Sidecar Champion Simon Birchall- no relation to the Brichall brothers. …”. Gearchiveerd op 29 november 2021.
- ↑ (fr) Racingmemo.fr, Les Courses Motos en France - 1972. Gearchiveerd op 29 november 2021.
- ↑ (fr) Racingmemo.fr, Les Courses Motos en France - 1975. Gearchiveerd op 29 november 2021.
- ↑ (fr) Bike 70, Alain Michel. Gearchiveerd op 29 november 2021.
- ↑ (fr) Draaghan, 9 december 2019 GEP, de la monoplace au sidecar. Gearchiveerd op 29 november 2021.
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1976 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ a b c (fr) Racingmemo.fr, France - Les Champions de Sidecar. Gearchiveerd op 18 november 2015.
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1977 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ a b Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1978 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ a b (de) Wiesinger, G. & Da Rin, W., 1 april 2021, Rolf Biland: Sieben WM-Titel gewonnen, vier verspielt. Gearchiveerd op 29 november 2021.
- ↑ a b Motorforum, 3 jan 2015, Wie kent nog de B2B van Rolf Biland?. Gearchiveerd op 29 november 2021.
- ↑ (de) Classic Motorrad.de, 19 juni 2011, B2A - B2B, “… 2 Achsen angetrieben gab es nur bei dem ’utop’ ...”
- ↑ a b c Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1979 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1980 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1981 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1982 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1983 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1984 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1985 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1986 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1990 op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Zie Seitenwagen-Weltmeisterschaft 1991 op de Duitstalige Wikipedia
Voetnoten
- ↑ a b Simon Birchall is geen familie van 4-voudig wereldkampioenen zijspanrace Ben en Tom Birchall.[1]
- ↑ De Coupe des Quatre-Saisons (nl: ‘Vier Seizoenen Cup’) was een Franse wegrace competitie voor jonge coureurs op fabieksmotoren die van 1972 t/m 1974 verreden werd. De competitie omvat 4 races: de Coupe d’Hiver (nl: ‘Wintercup’), Coupe de Printemps (nl: ‘Lentecup’), Coupe d'Eté (‘Zomercup’) en de Coupe d'Automne (‘Herfstcup’), elk met 2 manches.[2] De competitie verdween nadat de hoofdsponsor stopte.[3]
- ↑ GEP was een Franse fabrikant van zijspannen.
GEP ontstond nadat het raceteam GRAC uit Valence ontbonden werd na het verongelukken van coureur Denis Dayan op zijn GRAC MT11-001 solomotor in juni 1970. Serge Granjon (de G in GRAC) ging daarna met partners Eynard en Pipo in Valence zijspannen te bouwen. En in 1971 kwam GEP met de eerste Franse polyester zijspan, het Type 600, een modern en sportief zijspan. Met een gewicht van slechts 65 kg kon de GEP goed worden ingezet voor middelgrote cilinderinhouden, van 400 of 500 cc, in tegenstelling tot de comfortabele, maar grote en zware zijspannen die andere fabrikanten aanboden, en die alleen geschikt waren voor zware motoren. GEP bouwde ook een efficiënt wedstrijdchassis voor zijspanraces. Sommige rijden nog altijd in races voor klassieke motoren of heuvelklimmen.[5] - ↑ a b Halverwege de jaren ‘70 werden in de zijspanracerij steeds meer technieken uit de autoracesport gebruikt: de wielen werden kleiner en breder, en de achtervork ophanging werd soms vervangen door een enkelzijdige swingarm. Rolf Biland bouwde met Guido Sieber und Beat Schmied de BEO-zijspancombinatie, die meer met een auto dan op een motor gemeen had, maar was toegestaan volgens de toenmalige FIM reglementen.[10] De BEO-Yamaha had twee aangedreven achterwielen en een voorwiel dat qua sporing tussen de achterwielen in stond. Biland zat er op dezelfde manier in/op als bij een conventionele zijspanracer: op zijn knieën en met zijn voeten naar achteren. Bakkenist Kenneth (Kenny) Williams echter, zat in een kartstoeltje met zijn voeten naar voren en hoefde niets te doen. Met deze machine werd Biland in 1978 wereldkampioen.[9][11] Ook andere racezijspanbouwers zoals de Zwitsers Eric Vuagnat (Seymaz), Louis Christen (LCR) und Ruedi Kurth (Kurth) en de Duitse Dieter Busch (Busch) bouwden zijspanracers waarin techniek uit de autoracerij verwerkt was.[10][12] De FIM besloot daarom om in 1979 twee wereldkampioenschappen voor de zijspannen te laten verrijden, de B2A klasse voor conventionele spannen en de B2B klasse voor spannen waarin allerlei raceauto-achtige constructies zoals naafbesturing en triangel ophanging waren toegestaan, evenals een aangedreven en/of meesturend zijspanwiel, en waarbij de bakkenist zich bovendien in zittende positie mag bevinden.[13] Biland was inmiddels samen gaan werken met de Zwitserse Formule V constructeur Louis Christen Racing (LCR) en in 1979 reed Biland met dit span in de B2B klasse. In tegenstelling tot de BEO zat Biland in dit span met zijn voeten naar voren, net als in een raceauto en moest de bakkenist in het stoeltje in de bochten wel weer werken om alle wielen op de grond te houden. Bruno Holzer en Karl Meierhans eindigden in een vergelijkbare LCR-machine alle zes GP’s als tweede, en werden zonder GP-overwinning wereldkampioen in de B2B klasse.[13] In 1980 verviel de B2B-klasse alweer, en mochte er alleen nog op ‘conventionele’ zijspancombinaties gereden worden.[11]
Voorganger: Steve Webster/Tony Hewitt |
Wereldkampioen zijspanrace 1990 (met Simon Birchall) |
Opvolger: Steve Webster/Gavin Simmons |