Almroth Wright

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Almroth Wright
Almroth Edward Wright c. 1900
Persoonlijke gegevens
Geboortedatum 10 augustus 1861
Geboorteplaats Middleton Tyas
Overlijdensdatum 30 april 1947
Overlijdensplaats Farnham Common
Wetenschappelijk werk
Vakgebied Bacterioloog
Alma mater Trinity College DublinBewerken op Wikidata
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Sir Almroth Edward Wright (Middleton Tyas (Yorkshire), 10 augustus 1861Farnham Common (Buckinghamshire), 30 april 1947) was een Brits bacterioloog en immunoloog.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Wright werd geboren in Middleton Tyas, nabij Richmond, in een familie van Anglo-Ierse en Zweedse afkomst. Hij was de zoon van predikant Charles Henry Hamilton Wright, diaken van Middleton Tyas, die later diende in Belfast, Dublin en Liverpool. Zijn moeder was de dochter van Nils Wilhelm Almroth, gouverneur van de Zweedse Koninklijke Munt in Stockholm. Zijn jongere broer Charles Theodore Hagberg Wright werd bibliothecaris van de London library.

Wright studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Dublin (Trinity College). In de negentiende eeuw werkte hij samen met de strijdkrachten van Groot-Brittannië aan de ontwikkeling en promotie van vaccinaties. Hij concludeerde dat inspuiting van grote dosis "gedode" bacteriën een gelijk effect moest hebben als vaccinatie met verzwakte smetstof, mits bij het doden de structuur van de bacteriën zo weinig mogelijk veranderde. Op basis hiervan ontwikkelde hij rond 1900 een werkzaam vaccin tegen buiktyfus dat gebruikt werd tijdens de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog: Britse soldaten werden ermee gevaccineerd.

In 1902 begon hij een onderzoeksafdeling aan het St. Mary's Hospital Medical School in Londen. Hier ontwikkelde hij een systeem van antityfus-inenting en een methode om beschermende stoffen ('opsonin') te meten in menselijk bloed. Onder de vele bacteriologen die hem in zijn voetsporen volgden aan St. Mary bevond zich Alexander Fleming, die later lysozym en penicilline zou ontdekken. In 1906 werd Wright gekozen tot Fellow van de Royal Society. Al vroeg waarschuwde Wright dat bacteriën resistentie zouden opbouwen tegen antibiotica, iets wat tegenwoordig inderdaad een toenemend probleem vormt.

Wright was een sterke voorstander van de destijds heersende ptomaïne-theorie als de oorzaak van scheurbuik. De theorie was dat slecht bereide vleeswaren alkaloïden bevatte die giftig waren voor mensen wanneer ze geconsumeerd werden. In 1932 werd de werkelijke oorzaak van de ziekte vastgesteld: het gebrek in voedsel van een bepaalde voedingsstof, namelijk vitamine C (ascorbinezuur).