Naar inhoud springen

Amnestie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Amnestie is een maatregel waarmee de wetgever aan bepaalde handelingen met terugwerkende kracht hun strafbaar karakter ontneemt zodat die handelingen geacht worden nooit een misdrijf te zijn geweest. Zowel de strafvordering, de strafrechtelijke veroordeling als de straf worden tenietgedaan.[1] Bij amnestie worden zowel schuld als boete gewist.

Het woord amnestie komt van het Griekse amnestia, vergetelheid. Iemands daden worden door een amnestieverlening als het ware aan de vergetelheid prijsgegeven en daarmee volledig uitgewist. Een collectieve amnestieverlening wordt in Nederland ook wel een generaal pardon genoemd.

Er kan amnestie verleend worden aan bepaalde individuen of aan allen die een bepaald strafbaar feit hebben gepleegd. Amnestie kan zelfs betrekking hebben op alle strafbare daden die in een bepaalde periode of in verband met bepaalde omstandigheden gepleegd zijn.

Verschil met gratie, eerherstel en seponering

[bewerken | brontekst bewerken]

Onder gratie of genade wordt verstaan: het kwijtschelden, verminderen of veranderen van straffen die door de strafrechter zijn uitgesproken. Gratie kan worden verleend door de Koning (België) of door de Minister van Justitie (Nederland), hetzij op basis van een individueel verzoek, dan wel in de vorm van een collectieve gratie (bijvoorbeeld ter gelegenheid van een dynastieke gebeurtenis). Gratie betreft enkel de uitvoering van de straf maar doet de straf zélf (en haar inschrijving in het Centraal Strafregister) niet verdwijnen. In tegenstelling tot amnestie en vrijspraak wordt bij gratie de veroordeelde niet onschuldig geacht.

Eerherstel daarentegen is een beslissing van de rechterlijke macht die enkel de strafrechtelijke gevolgen van een veroordeling voor de toekomst uitwist, dus zonder retroactiviteit, teneinde, bijvoorbeeld na uitvoering van een straf of gratiemaatregel, tot een blanco-strafregister te komen (art. 619 e.v. Sv).[2]

Net zoals bij de vrijspraak, een beslissing van de strafrechter, wordt bij de seponering, een beslissing van de openbare aanklager (in België: parket), respectievelijk de beklaagde (of beschuldigde in geval van assisen) noch de verdachte bestraft voor zijn daden. In tegenstelling tot wat amnestie, gratie of eerherstel betreft worden er in het geval van sepot geen straffen uitgesproken. De strafvervolging wordt gestaakt omdat de autoriteiten (in België: het College van procureurs-generaal na overleg met de Minister van Justitie) andere prioriteiten hebben (dit is een 'beleidssepot', gebaseerd op een opportuniteitsoordeel), of omdat vervolging onmogelijk is (geworden) door vb. gebrek aan bewijs, verjaring, dood van de verdachte, enz. Dit laatste noemt men een 'technisch sepot'.[3]

De juridische basis van amnestie

[bewerken | brontekst bewerken]

De mogelijkheid van amnestie is geregeld in artikel 122 tweede lid van de Nederlandse Grondwet.

Amnestie geschiedt altijd bij of krachtens een op zichzelf staande formele wet. Dat houdt in dat de vaststelling van een amnestiewet geschiedt door regering en Staten-Generaal gezamenlijk.

Ook hierin onderscheidt amnestie zich van gratie: gratie wordt verleend krachtens de Gratiewet door koninklijk besluit, waaromtrent geen goedkeuring van het parlement vereist is. Wel is de minister van Justitie (als verantwoordelijke van de Koning) in geval van gratieverlening achteraf verantwoording schuldig aan het parlement, voortvloeiende uit het recht van interpellatie.

Reden voor amnestie

[bewerken | brontekst bewerken]

In de geschiedenis werd vaak amnestie verleend bij het normaliseren van de verhoudingen na een politieke omwenteling, burgeroorlog en dergelijke. In het proces van verzoening kan de overwinnende partij amnestie verlenen aan degenen die zich tijdens de onlusten tegen die partij verzet hebben. Daarbij wordt vaak een uitzondering gemaakt voor de leiders van de tegenpartij, of voor plegers van bijzonder ernstige (oorlogs)misdaden.

Een andere reden kan zijn, een veranderend inzicht in de mate van verwerpelijkheid van bepaalde daden. Als men de strafbaarheid van een delict afschaft, of de maximale straf verlaagt, kan men ook de reeds veroordeelden amnestie verlenen.

Amnestieverleningen kunnen controversieel zijn. In 1949 en in 1954 werd in Duitsland amnestie verleend, die volgens sommigen in strijd waren met het principe van denazificatie.