Anthracosauria
| Anthracosauria Status: Uitgestorven, als fossiel bekend Fossiel voorkomen: Carboon - Midden-Perm | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||
| Gefyrostegus | |||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
| Clade | |||||||||||
| Anthracosauria Säve-Söderbergh, 1934 | |||||||||||
Anthracosauria op  Wikispecies
| |||||||||||
| |||||||||||
Anthracosauria zijn een clade van uitgestorven amfibieën die leefden van het Carboon tot het Midden-Perm.
Beschrijving
De Anthracosauria (steenkoolhagedissen) waren robuuste amfibische Tetrapoda met een aantal reptielachtige kenmerken. Tot deze groep behoorden ook kleine, hagedisachtige dieren. Deze groep amfibieën was in de minderheid, qua aantal en vormenrijkdom, ten opzichte van de Temnospondyli, maar in hun gelederen bevonden zich wel de voorouders van de reptielen. Ze konden tot twee meter lang worden.
Kenmerken
Ze hadden slanke poten met elk vijf tenen, de staart was gevormd in de aanpassing aan hun manier van leven als een roerstaart. De schedel was enorm met een sterk gebit, maar had een zwakke zone tussen het schedeldak en de wang, die mogelijk een beweging van de kop mogelijk maakte tijdens het vangen van een prooi. Schedeldak en hersenpan waren verbonden.
Leefwijze
Ze kwamen voor in moerasgebieden. Hun voedsel bestond voornamelijk uit vis.
Vondsten
Fossielen werden gevonden in Europa en Noord-Amerika.
Bronnen, noten en/of referenties
|