Arethuseae
| Arethuseae | |||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||||
| Calanthe triplicata | |||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
| Tribus | |||||||||||||||||
| Arethuseae Lindl. (1840) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||||
Arethuseae op  Wikispecies
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
De Arethuseae vormen een tribus (geslachtengroep) van de Epidendroideae, een onderfamilie van de orchideeënfamilie (Orchidaceae).
De Arethuseae zijn overwegend terrestrische, tropische orchideeën (aardorchideeën).
Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]
De taxonomie van deze groep is steeds zeer omstreden geweest. De tribus is voor het eerst beschreven door de Engelse botanicus John Lindley in 1840. Dressler beschreef in 1993 zes subtribi en dertig geslachten. Op basis van recent onderzoek op het rbcL-gen van verschillende Arethusae-soorten is echter gebleken dat deze groep niet monofyletisch is, en werd een nieuwe classificatie voorgesteld. Zo zijn er reeds een aantal geslachten die traditioneel bij de Arethuseae worden gerekend, maar die nu bij de Collabieae of de Epidendrae worden geplaatst.[1]
Classificatie sensu Dressler (1993)[bewerken | brontekst bewerken]
De tribus is op zijn beurt onderverdeeld in twee grote subtribi, de Arethusinae en de Blettiinae, en twee kleinere.
- Subtribus: Arethusinae
- Subtribus: Arundinae
- Subtribus: Bletiinae
- Alliantie: Calopogon
- Geslacht:
- Alliantie: Calanthe
- Geslachten:
- Acanthephippium - Bletia - Bletilla - Calanthe - Phaius - Spathoglottis
- Geslachten:
- Alliantie: Coelia
- Geslacht:
- Alliantie: Chysis
- Geslacht:
- Alliantie: Plocoglottis
- Geslacht:
- Alliantie: Tainia
- Geslacht:
- Alliantie: Niet toegewezen
- Geslachten:
- Alliantie: Calopogon
- Subtribus: Niet toegewezen
- Geslacht:
Classificatie sensu van den Berg et al. (2005)[bewerken | brontekst bewerken]
De classificatie op basis van recent DNA-onderzoek door van den Berg et al. in 2005[2] geeft nog slechts twee subtribi en 26 geslachten[3][4] waarvan de stamboom er als volgt zou kunnen uitzien:
Arethuseae
| Epidendroideae |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Subtribus Arethusinae
- Geslachten:
- Anthogonium - Arethusa - Arundina - Calopogon - Eleorchis
Subtribus Coelogyninae
- Geslachten:
- Aglossorhyncha - Bletilla - Bracisepalum - Bulleya - Chelonistele - Coelogyne - Dendrochilum - Dickasonia - Dilochia - Entomophobia - Geesinkorchis - Glomera - Gynoglottis - Ischnogyne - Nabaluia - Neogyna - Otochilus - Panisea - Pholidota - Pleione - Thunia
· 
· 
· ·