Augustinus Henricus van Haelst

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Augustinus Henricus van Haelst (Verrebroek, 24 juni 1751 - Zuiddorpe, 27 december 1824) was in 1795, kort na de inval van de Franse legers, 'aangewezen' als eerste agent municipal van Zuiddorpe. In 1808 werd een neef Modestus Cornelius van Haelst maire van Zuiddorpe.

Zeeuws-Vlaanderen en dus ook Zuiddorpe was in 1794 in handen van de Fransen gevallen en deel geworden van het Scheldedepartement met Gent als prefectuur. Het viel dus rechtstreeks onder de Franse Republiek en later, vanaf 1804, het 'Empire' van Napoleon Bonaparte en was geen onderdeel van het koninkrijk Holland, waar Louis Napoleon koning was.

In gemeenten onder de 5000 inwoners werden geen verkiezingen gehouden. De maire en de gemeenteraad werden door de prefect aangewezen. De ‘maires’ moesten aan enkele voorwaarden voldoen: 21 jaar zijn, een beroep uitoefenen en een directe belasting betalen die overeenkwam met minimaal drie arbeidsdagen in de landbouw.

Augustinus Henricus van Haelst was afkomstig uit Verrebroek in het toen Oostenrijkse deel van Vlaanderen. In de poortersboeken van Axel wordt hij officieel vermeld op 25 mei 1782. Hij huwde op 22 juni 1784 met Maria Joanna de Vliegher uit Koewacht en was gevestigd op een hofstede in de polder Oud-Zuiddorpe. Volgens J.A.G. Picavet kan men de familie Van Haelst als kleine landadel beschouwen en werden de leden van de familie in de polders rondom Verrebroek vaak aangeduid als de ‘baronnen’. In Vlaamse Stam van december 1995 schrijft C.B.J.A. Puylaert: “de familie van Haelst is een van de oudste en meest vooraanstaande grondbezittende landbouwfamilies uit het Waesland”.

Feit is dat de familie Van Haelst vele burgemeesters heeft afgeleverd in de polderdorpen in het aan elkaar grenzende Belgische- en Nederlandse deel van Vlaanderen.